Menu

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni

La Cambre via Instagram

| Ontwerpen van La Cambre-studenten op vorige eindejaarsshows.

Reportage

La Cambre, hofleverancier van jong modegeweld: ‘Wij maken kleren, geen kunst’

Matisse Van der Haegen
03/03/2025

Van Courrèges en Balenciaga tot Givenchy en Saint Laurent: al decennia bevolken alumni van La Cambre de top van de internationale modewereld. Recent nog veroverden twee goudhaantjes topposities bij Chanel en Dries van Noten. BRUZZ ging op zoek naar de succesformule van de Brusselse talentenfabriek. “Wie hier begint, heeft soms nog nooit een naaimachine aangeraakt.”

De Brusselse skyline die baadt in de vroege winterzon: het is een prachtig panorama, maar de eerstejaarsstudenten van de mode-afdeling hebben er nauwelijks oog voor. De sfeer binnen in het klaslokaal is ontspannen, maar concentratie hangt in de lucht terwijl een vijftiental studenten rond hun paspoppen cirkelen en met stoffen, naalden en scharen in de weer zijn.

De mode-afdeling van La Cambre bevindt zich op een steenworp van het Ter Kamerenbos in een anoniem kantoorgebouw langs de Louizalaan. Het kale interieur staat met zijn witte muren, valse plafonds en afgeleefde ramen in schril contrast met de glitter en glamour die iedereen doorgaans met de modewereld associeert.

6ea7cd7c-whatsappimage2025-02-26at1449002.jpeg

Nochtans, de naam van de school klinkt als een klok in de wereld van de haute couture. Op de Paris Fashion Week 2025, die maandag begint, hebben tal van La Cambre-alumni een hand in de getoonde collecties. Niet zelden stoten oud-leerlingen door tot de hoogste regionen bij prestigieuze modehuizen: zo komt Anthony Vaccarello, de creatief directeur van Yves Saint Laurent, uit de Brusselse stal.

In december werd dan weer de Franse Belg Matthieu Blazy weggeplukt bij het Italiaanse Bottega Veneta en benoemd tot de nieuwe artistieke directeur van Chanel. Dezelfde maand nam Brusselaar Julian Klausner de leiding over in het modehuis Dries van Noten.

Volgens professor Steve Jakobs, die al 16 jaar verschillende vakken geeft aan La Cambre, verklaart de doorgedreven focus op ‘maken’ voor een deel dat wereldwijde succes. “Het programma bestaat niet zozeer uit studenten veel te laten tekenen. Dat ontwerpen op papier is volgens mij een misvatting uit een andere tijd die in veel scholen is blijven hangen. Studenten moeten kleren kunnen maken, daar draait het om. Niet om tekenen. We zeggen liever: hier zijn stof, naald en een pop, en begin maar te experimenteren.”

1ed690eb-mixcollage-25-feb-2025-03-35-pm-6987.jpg

Fashion Network / Photonews

| Oud La Cambre-student Matthieu Blazy (rechts) wordt artistiek directeur van Chanel. Julian Klausner volgt Dries van Noten op als artistiek directeur bij het gelijknamige merk.

Kruisbestuiving

Een andere troef is dat La Cambre meer is dan een modeschool. De school werd in 1926 opgericht door Henry Van de Velde als een kunstacademie, pas in de jaren tachtig zag de mode-afdeling het licht. Op de campussen in Elsene lopen vandaag studenten mode, fotografie, architectuur en schilderkunst kriskras door elkaar.

Dat genereert volgens Jakobs een creatieve kruisbestuiving waar studenten hun voordeel uit kunnen halen. “Onze filosofie luidt: kijk met een zo open mogelijke blik naar de wereld. Daarom krijgen de studenten ook veel algemene vakken zoals kunstgeschiedenis, literatuur en filosofie. La Cambre biedt een totaalpakket.”

"Als een jurk mooi is, maar je kan hem niet dragen, is het dan wel een jurk?”

Steve Jakobs

Professor La Cambre

In de visie van La Cambre moeten leerlingen eerst grondig leren stappen alvorens te kunnen rennen. “Studenten leren eerst de woordenschat van de kleren en de patronen. Wat is een broek, een rok of een hemd nu écht? Pas dan kunnen ze echt aan de slag. De school streeft naar creativiteit, maar de ontwerpen moeten altijd draagbaar zijn: het gaat om kleren, niet om sculpturen. Als een jurk mooi is, maar moeilijk om te dragen, is het dan eigenlijk wel een jurk?”

Eerstejaarsstudente Sara Ladevie vond die manier van denken in het begin niet makkelijk, geeft ze toe aan BRUZZ. “Ik dacht dat ik meteen creatief aan de slag zou mogen gaan, maar in het eerste jaar volg je echt vooral de leerkracht. Dat schokte me eerst, maar ik besef dat het beter is om eerst de technieken onder de knie te krijgen.”

La Cambre heeft ook lak aan praatjes, vertelt Ladevie. "Ik kom uit Frankrijk en volgde daar een voorbereidende studie. Bij ieder werk moest ik telkens uitgebreid uitleg geven over de psychologie van het werk, en wat het politiek en sociologisch betekende. Toen ik in Brussel op toelatingsgesprek kwam, deed ik dat ook, maar Tony (Delcampe, het hoofd van de mode-afdeling, red.) onderbrak me. Hij zei: 'Dat interesseert me niet. Ik vind het leuk, dus hoef ik geen uitleg'. "

ed8b17c4-whatsappimage2025-02-26at1449003.jpeg

Les moyens du bord

Ieder jaar melden ongeveer 150 studenten zich aan om te beginnen aan de mode-opleiding. Tien procent van de kandidaten wordt uiteindelijk toegelaten. Als publieke, Franstalige school met een lage inschrijvingskost - 300 euro - en een goede reputatie lokt La Cambre veel Fransen. Doorgaans iets meer dan vijftig procent van de sollicitanten.

“Met iedere kandidaat doet een jury een interview, dat zijn meestal niet de leukste weken”, zegt professor Jakobs. “In het selectieproces speelt vooral de persoonlijkheid van de kandidaat een doorslaggevende rol. Ze moeten getuigen van werkethiek en tonen wie ze zijn en waarom zij dit verdienen. Persoonlijk heb ik ook graag dat kandidaten wat grappig zijn.”

Opmerkelijk: voorkennis of ervaring zijn niet vereist. “Sommigen hebben nog nooit een naaimachine aangeraakt, soms vind ik die blank pages zelfs leuker, omdat ik ze makkelijker in de goede richting kan sturen.”

Het voordeel van een publieke school te zijn, is dat La Cambre uit een bredere vijver van kandidaten kan vissen dan veel private scholen met hoge inschrijvingsgelden: geld speelt namelijk nauwelijks een rol. De schaduwzijde is dan weer het beperkte budget. “De lokalen en de infrastructuur zijn niet luxueus, maar dat blijkt geen issue voor de studenten. Alle alumni klinken op dat vlak unisono: werken met les moyens du bord en toch iets goeds creëren, dat maakt een ontwerper alleen maar beter, meer creatiever.”

De kleine klassen in de opleiding hebben ook nog een ander voordeel: het laat leraren toe om studenten veel meer individuele aandacht te geven, en de leerlingen vormen op die manier ook een hechte groep. Dat is duidelijk te merken aan de werksfeer: her en der fladderen studenten rond om te komen kijken naar het werk van collega’s of om een handje toe te steken. Professor Jakobs wordt herhaaldelijk met zijn voornaam aangesproken. “Wat denk je hiervan?”, klinkt het dan.

Lees verder onder de foto.

ff87c32b-whatsappimage2025-02-26at1449001.jpeg

Een eerstejaarsstudente toont haar werk.

Afhaken

Jakobs zegt zich door het recente succes van alumni wel wat zorgen te maken dat er nu nóg meer studenten zullen solliciteren. “Dat is oké, maar kandidaten moeten beseffen dat ze vijf jaar hard moeten werken en dat hun vrije tijd op een zijspoor belandt.”

La Cambre-studenten hebben acht uur per dag les, naast hun opdrachten. “Tijdens de vakanties zitten ze in Parijs voor hun stages. Ze hebben er vier doorheen hun schoolcarrière en die worden érg serieus genomen.” Niet iedereen houdt dat vol: in het laatste jaar studeren er maar een vijftal af.

11ff7f9f-lacambre4viafacebook.jpg

La Cambre via Facebook.

"Ik heb absoluut géén leven gehad naast mijn opleiding", verklaarde Anthony Vaccarello, oud-leerling en huidig creatief directeur bij Yves Saint Laurent, ooit in een interview met het Franse System magazine. "Vijf jaar lang zette ik al het andere on hold omdat ik dit echt wilde. Ik vond het heerlijk."

Het uiteindelijke doel van die harde leerschool? Studenten klaarstomen voor een plek op de designafdeling van de grootste modehuizen waar ze uitblinken door hun mix van technische vaardigheid en creatieve ingesteldheid. Ieder jaar wordt hun werk door een jury beoordeeld en in hun laatste master stellen studenten hun eigen collectie van twaalf stukken voor tijdens een volledige show. “De bedoeling is dat ze daarin hun persoonlijkheid kunnen overbrengen”, vertelt Jakobs. “Dat is tenslotte wat je onderscheidt en hoe mensen je werk herkennen.”

Voor de eerstejaarsstudenten, die intussen nog druk aan hun jurken sleutelen, lijkt dat allemaal nog een verre droom. We passeren langs een studente die ons, ietwat timide, haar
ontwerp toont: een indrukwekkend Niki de Saint Phalle-achtig kledingstuk met vleugels. Ze blijkt de filosofie van de school al goed beet te hebben. “Kijk hier zijn de mouwen. Je kan het dus echt dragen.”