Analyse

De uitwegen uit de asielcrisis: ‘Noodopvangplan schiet tekort’

JB
© BRUZZ
22/10/2022

| De kartonnen tenten waarin minderjarige asielzoekers dinsdagnacht moesten slapen.

De instroom beperken, de uitstroom versnellen en de opvang uitbreiden: op die heilige drievuldigheid rust het plan van staatssecretaris voor Asiel en Migratie Nicole de Moor (CD&V) om deze asielcrisis het hoofd te bieden. Migratieonderzoekers en Vluchtelingenwerk Vlaanderen benadrukken vooral het belang van dat laatste element en vragen zich af of de aangekondigde noodopvang van 1500 plekken zal volstaan.

De opvangcrisis sleept al maandenlang aan in ons land. Vorige maand noteerde de Dienst Vreemdelingenzaken 4000 asielaanvragen, cijfers die voor het laatst geregistreerd werden tijdens de vluchtelingencrisis van 2015.

Ondertussen moet ons verzadigd opvangnetwerk opboksen tegen een schijnbaar uitzichtloos personeelstekort en “botsen kleine opvangcentra op hun limieten”, vertelde de Moor (CD&V) woensdag in De Ochtend op Radio 1.

Door de opvangcrisis heeft de overheid al duizenden dwangsommen moeten ophoesten omdat ze niet kan voorzien in bed, bad en brood.

Ook de dossierachterstand bij de verwerking van asielaanvragen blijft aangroeien: het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en Staatlozen (CGVS) staat voor een inhaalrace van zo’n 12.000 dossiers, terwijl het vier jaar geleden nog op schema lag.

Drie pijlers

Vorige week, uren voordat er gezinnen met kinderen en niet-begeleide minderjarigen op straat zouden belanden, legde de Moor zonder veel poeha haar winterplan op de regeringstafel.

De instroom van asielzoekers beperken, de uitstroom versnellen en de opvangcapaciteit verhogen: op die drie pijlers rust het plan van de staatssecretaris om deze opvangcrisis te tackelen, al werd het winterplan als dusdanig nog niet afgeklopt door de regering.

“Er worden wel maatregelen uitgevoerd waarover de regering het eens is”, klinkt het op het kabinet van de Moor.

Noodopvangsite

Donderdag kwam het nieuws dat Defensie, civiele bescherming en andere overheidsdiensten in de bres springen en tegen december 1500 noodopvangplaatsen gaan creëren. Vijfhonderd van die plekken moeten over tien dagen al operationeel zijn.

Een dag eerder leek de oproep van de Moor om zo’n noodopvangcentrum te creëren nog op een koude steen te vallen, vooral bij de PS, de grootste regeringspartij.

Ondertussen blijft de opvang van gezinnen en minderjarigen tot november allesbehalve verzekerd, en de vraag is ook of de 500 extra plaatsen de hele maand november voor een buffer met voldoende marge zal zorgen.

Bovendien blijft het personeelstekort prangend en heerst er dus onduidelijkheid over wie het nieuwe opvangcentrum juist zal bemannen.

Ook over de locatie van die extra opvangplaatsen is nog niets beslecht. Terreinen van Defensie en de civiele bescherming behoren tot de pistes, ook de Regie der Gebouwen zoekt mee. “De analyse wordt gemaakt”, klonk het vrijdagavond bij Cédric Maes, woordvoerder van minister van Defensie Ludovine Dedonder (PS).

Het is dus nog maar de vraag of de vooruitgeschoven fundamenten van het winterplan van de Moor een uitweg zullen bieden uit deze complexe asielcrisis.

Migratieonderzoekers Louise Hantson (Brussels School of Governance, VUB) en Shila Anaraki (KU Leuven) laten samen met Thomas Willekens van Vluchtelingenwerk Vlaanderen hun licht schijnen over de voorstellen van de Moor.

"Middelen voor preventieacties zoals ontradingscampagnes zouden beter in opvang en huisvesting gestoken worden"

Louise Hantson, migratieonderzoekster aan de Brussels School of Governance (VUB)

Ontradingscampagnes

Als de instroomcijfers van oktober en de volgende twee maanden de kaap van het aantal mensen dat in september asiel aanvroeg in ons land bereikt of overschrijdt, stevenen we af op cijfers die in de buurt komen van 2015, het jaar van de grote vluchtelingencrisis. De grootste stroom asielzoekers komt uit kwetsbare (oorlogs)landen.

“Het gaat vooral om mensen uit Afghanistan en Burundi, maar ook Syrië, Palestina en Eritrea”, zegt Hantson. “De exacte top 10 met landen fluctueert maandelijks, maar deze landen blijven grofweg het best vertegenwoordigd.”

De welvaartsstatus van ons land en de aanwezigheid van diverse internationale gemeenschappen in Brussel verhogen de aantrekkelijkheid van België bij asielzoekers. Ook onze toegankelijke sociale rechten spelen mee in dat verhaal.

De Moor probeert die instroom weliswaar te verlagen door in te zetten op ontradingscampagnes, zoals recent in Georgië. Bedoeling van zulke “preventiemissies” is aan mensen ter plekke duidelijk maken dat asiel geven om economische redenen niet aan de orde is in ons land.

“Zulke campagnes kunnen in bepaalde landen tot op zekere hoogte werken”, aldus Hantson. “Maar het zal niet helpen voor mensen die in het land van herkomst omwille van economische-, politieke- of klimaatredenen niet kunnen overleven. Die preventiemiddelen zouden volgens mij beter in opvang en huisvesting gestoken worden. Bovendien vluchten mensen die hier nu aankomen uit de genoemde landen vooral omdat er geen andere uitweg is.”

“Het is een gok”, reageert Shila Anaraki. “Er bestaat in de antropologie zoiets als imaginaries, sociaal gedeelde ideeën die er in dit geval uit bestaan dat je je leven kunt opbouwen in een ander land. Dat verbreek je niet zomaar met zo’n ontradingsinterventie. Op die preventieacties zet onze regering trouwens al langer in. Ze hebben blijkbaar niet het gewenste effect.”

Asielzoekers aan de Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ)

| Asielzoekers aan de Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ)

Servië

Maar ook andere, vooral geopolitieke, factoren bepalen de hoge instroom. Enter Servië, een land dat de voorbije dagen vaak de revue passeerde in het asielverhaal.

De Moor drong deze week op Europees niveau aan op strengere visumregels in dat EU-buurland. De Balkanroute, met Servië en Roemenië als toegangspoorten, is immers populair onder Burundese vluchtelingen, een groep die momenteel in de top drie staat van nationaliteiten die in ons land asiel aanvragen.

Dit jaar is het Oost-Afrikaanse land het vierde grootste herkomstland voor asielzoekers in België, met al 1.535 asielaanvragen tot en met september.

Dat heeft alles te maken met de beslissing van de Servische regering om landen die het afgescheurde Kosovo niet erkennen inreisvisa aan te reiken. Tijdens de Europese top donderdag lag die Balkanroute naast het energiedossier ook op de tafel van de Europese regeringsleiders.

Vrijdag kwamen de Europese gesprekken met Servië om de visumvrijstelling voor Burundezen stop te zetten in een stroomversnelling, met een uiteindelijke toegift van de Servische regering: de visumvrijstelling wordt teruggedraaid.

“Die route blokkeren, zal de instroom via die weg zeker even doen stilvallen”, zegt Thomas Willekens van Vluchtelingenwerk Vlaanderen.

“Maar we weten dat wanneer routes worden dichtgetimmerd, er nieuwe routes worden gevonden die meestal gevaarlijker zijn. De onveilige routes tijdens de vluchtelingencrisis van 2015 zijn daar het beste voorbeeld van. En een gebrek aan veilige en legale toegangswegen voor mensen op de vlucht zorgt voor doden en biedt speelruimte aan mensensmokkelaars.”

'Nuloperatie'

In een poging om plaats te maken in asielcentra, kwam de Moor vorige week op de proppen met haar maatregel om werkende asielzoekers met langdurige contracten naar de uitgang van opvangcentra te begeleiden. Het gaat om zo’n 2000 mensen.

“We weten dat dat niet betekent dat er zomaar een huisvestingsoplossing voor die mensen voor het grijpen ligt”, reageert Willekens. “We vrezen dat er via deze maatregel mensen zullen zijn die via de andere kant van het asielnetwerk op straat belanden. Het zou op een nuloperatie kunnen neerkomen.”

Tegen die achtergrond speelt ook het gebrek aan huisvestingsinitiatieven voor vluchtelingen op lange termijn, onderstrepen Hantson en Anaraki.

“Het Belgisch probleem is dat geen enkele regering eigenlijk verantwoordelijk is voor de langetermijnaccomodatie voor vluchtelingen, terwijl huisvesting integratie faciliteert en het migratieprobleem kan verkleinen”, zegt Hantson.

“Men heeft in het verleden bijvoorbeeld al vaker in de richting van lokale besturen gekeken om opvang te creëren, maar het is algemeen geweten dat er bij het gros van de burgemeesters weinig wilskracht is om op dat vlak hun nek uit te steken. Zij laten hun beslissing afhangen van het draagvlak bij hun inwoners.”

“Zeker gezien de discriminatie op de huizenmarkt is het essentieel om te investeren in een performant opvangnetwerk en sociale huisvesting”, vult Anaraki aan. “Daarbij moet je als overheid kunnen anticiperen op de pieken en dalen in de instroomcijfers zodat je je opvang kunt klaarstomen en ook de uitstroom vlotter kan verlopen.”

"Migratie gaat alleen maar toenemen door economische en politieke onrusten en de klimaatproblematiek"

Shila Anaraki, antropologie- en migratieonderzoekster aan de KU Leuven

Terugkeer

Nog op Europees niveau pushte staatssecretaris de Moor vrijdag de nieuwe Europese terugkeercoördinator om een sterkere Europese aanpak rond de terugkeer van asielzoekers te realiseren. De taak van die terugkeercoördinator bestaat erin om een doeltreffend en gemeenschappelijk Europees terugkeersysteem te bewerkstelligen.

“Terugkeer van mensen in onwettig verblijf wordt nog te vaak tegengehouden door landen van herkomst die niet meewerken. We moeten Europees de krachten bundelen tegen landen die consequent blijven weigeren om hun burgers terug op te nemen. Op Europees niveau kunnen we meer gewicht in de schaal leggen dan met België alleen”, aldus de Moor.

Hantson stelt zich vragen bij die tactiek. “Er zijn verschillende studies van Amnesty International en andere organisaties die wijzen op het gevaar van mensenrechtenschendingen bij terugkeer van asielzoekers. Daarbij vraag ik me ook af hoe haalbaar die strategie is als de landen van herkomst niet willen meewerken. Er gaan heel wat praktische moeilijkheden gepaard met een terugkeersysteem.”

Anaraki wijst op haar beurt op het morele luik. “Ik ben principieel tegen mobiliteitsbeperkingen voor bepaalde mensen. Bepalen wie wel of niet het recht heeft om zich te verplaatsen, vind ik op zich een groot probleem.”

“In plaats van ze weg te sturen, kunnen we beter geld en tijd steken in het onthaal van vluchtelingen en asielzoekers. Migratie gaat alleen maar toenemen door economische en politieke onrusten en de klimaatproblematiek. Trouwens, terugsturen is in eerste instantie een symbolische maatregel – dat gaat niet zomaar. De aantallen zullen bovendien nooit een waarneembaar verschil maken voor de maatschappij. En intussen zitten individuen wel vast in die centra.”

Volgens Willekens kan terugkeer enkel werken wanneer je er zeker van bent dat de persoon in kwestie een duurzaam toekomstperspectief heeft. Gesloten centra en gedwongen terugkeer leveren maar heel weinig op en kosten vooral veel centen, klinkt het.

“Veel mensen hebben zoveel moeten opgeven om in de EU te geraken. Ze gaan dus niet zomaar terugkeren en er zit ook druk op de situatie van de asielzoeker vanuit de familie in het land van herkomst.”

Daarom stelt Vluchtelingenwerk Vlaanderen case management voor om terugkeer te ondersteunen.

“De focus moet van de criteria die in een enge procedure gevolgd worden om een beslissing te nemen verlegd worden naar een vertrouwensband tussen een onafhankelijke casemanager die losstaat van de dienst die zich over het lot van iemand buigt enerzijds en die persoon in kwestie anderzijds.”

“Via die vertrouwensband kan er open en transparant gewerkt worden. Wanneer dan blijkt dat het toekomstperspectief in België klein is, heeft de asielzoeker in kwestie tenminste het gevoel dat hij gehoord wordt. Het komt erop aan om te informeren en te ondersteunen terwijl mensen een beter begrip krijgen van hun toekomstkansen.”

1500 noodopvangplaatsen

De derde en zonder twijfel belangrijkste pilaar van het winterplan: opvangcapaciteit creëren. Oorspronkelijk focuste de regering even op de detachering van 150 personeelsleden uit overheidsdiensten aan Fedasil om (kleinere) opvangcentra meer operationeel te maken en zo meer mensen te kunnen opvangen in plaats die er eigenlijk ook is. Want: met 32.000 opvangplaatsen bereikt onze opvangstructuur nooit geziene pieken.

“Maar capaciteit bijmaken kan niet alleen door Fedasil”, klonk het donderdag nog op het kabinet van de Moor. Er werd gekeken naar Defensie, dat weliswaar al instaat voor zowat 7000 plaatsen in het opvangnetwerk.

Ook ook andere partijen uit de regering drongen aan op extra capaciteit vanuit Defensie. “Want met die 150 personeelsleden gaan we er niet komen”, klonk het bij een regeringsbron. “Men moet niet denken dat dat de wonderoplossing zal zijn.”

Op aandringen van De Croo kwam er donderdag dan ook een nieuwe vergadering over de noodopvang waarvoor Defensie, Binnenlandse Zaken en Asiel en Migratie mee aan tafel schoven. In de luwte werd all-in gegaan op de creatie van een noodopvangsite.

Het resultaat is bekend: 500 plaatsen tegen november, nog eens 1000 extra tegen december. Voor de opbouw van de site slaan Defensie, de civiele bescherming, Fedasil, brandweer- en politieploegen en diensten van Volksgezondheid de handen in elkaar.

Een team van militairen zal Fedasil en diensten van Asiel en Migratie bovendien helpen bij hun structurele problemen wat betreft het beheer van de opvanginfrastructuur. “Op de middellange en lange termijn moet er zo een verbeterde, meer gestroomlijnde werking van de opvangstructuren ontstaan”, aldus een woordvoerder van minister Dedonder.

Hantson reageert nuchter op de noodopvangplannen. “Er worden maandelijks meer dan 4000 asielaanvragen geregistreerd en gezien het personeelstekort op verschillende plekken in het opvangsysteem is de doorstroom versnellen heel lastig. Vijftienhonderd plekken creëren, waarvan pas duizend in december, lijkt dus tekort te schieten.”

Anakiri sluit zich daarbij aan. “Dat cijfer lijkt me krap, zeker nu er een asielcentrum van Fedasil wordt gesloten in Molenbeek.”

"Het is nog maar de vraag of die beloofde plaatsen wel operationeel gemaakt kunnen worden"

Thomas Willekens, beleidsmedewerker bij Vluchtelingenwerk Vlaanderen

Willekens klinkt nog scherper. “Defensie gaat plaatsen beschikbaar maken, maar geen personeel leveren. Fedasil heeft zelf nog personeel nodig. Het is dus nog maar de vraag of die beloofde plaatsen wel operationeel gemaakt kunnen worden.”

Daarbij vindt de beleidsmedewerker van Vluchtelingenwerk Vlaanderen de timing aan de late kant.

“De nood is nú hoog. We verwelkomen dit initiatief, maar het is too little, too late. Zeker als je weet dat we het aantal mensen dat een asielaanvraag heeft gedaan en recht op opvang heeft maar nog geen bed, bad en brood heeft gekregen op zo’n 3000 schatten. Dat maakt de hele situatie trouwens nog moeilijker: er is geen goede monitoring van het aantal mensen dat effectief op straat slaapt.”

Lokale besturen

Extra opvang is de voornaamste oplossing om uit deze crisis te geraken, voegt Hantson nog toe.

“Kijk naar Nederland, waar lokale besturen verantwoordelijk zijn voor het creëren van woonmogelijkheden voor erkende vluchtelingen. Ze moeten naar een gemeente gaan en daar verblijven. Ik wil niet zeggen dat er in Nederland geen asielproblemen zijn, maar meer en betere opvang zorgt voor meer uitstroom.”

“Daarbij: er komen nu veel mensen aan en dat heeft een negatief effect op de publieke opinie, het geeft het idee dat we overstroomd worden, terwijl het de doorstroom is die stokt.”

Tot slot denkt Hantson dat onze afgebouwde opvangbuffer dringend hersteld moet worden.

“Het zit zo: er worden opvangplaatsen gemaakt tijdens crisissen als deze, maar die worden dan weer meteen afgebouwd wanneer de toestroom kalmeert. Dat is onhoudbaar. Je werft dan ook constant mensen aan die je wat later weer moet laten gaan."

"Volgens mij leidt dat tot frustraties die ook kunnen zorgen tot een tekort aan personeel. Betere werkomstandigheden zijn ook niet onbelangrijk in dit hele verhaal, want heel veel problemen zijn te herleiden tot dat tekort aan werkkrachten.”

De komende weken zullen wellicht cruciaal worden in de asielcrisis. Twee centrale vragen: geraakt de noodsite tijdig operationeel en vooral, komen er nog opvanginitiatieven om te vermijden dat gezinnen en minderjarigen de nacht in de Brusselse straten moeten doorbrengen?

Want de torenhoge instroomcijfers en de hortende uitstroom in combinatie met een personeelsschaarte in het opvangnetwerk en koudere temperaturen lijken de nood aan dat laatste enkel maar te vergroten.

"Ondertussen leven er meer dan 50.000 Oekraïners in België, die met open armen zijn verwelkomd", besluit Anaraki. "Het blijft toch verbazingwekkend hoe snel die vluchtelingen opgevangen werden vergeleken met mensen uit andere landen die ook op de vlucht zijn voor oorlog."

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: actua

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni