Gemeente Etterbeek hertekent belasting op cohousing: ‘Evenwichtiger’

De gemeenteraad van Etterbeek stemde maandagavond in met een nieuwe belastingregeling voor cohousing. Die geldt van 2025 tot 2031 en biedt een betere definiëring van gemeenschappelijk wonen dan de versie die in 2023 aangenomen werd.

“Wanneer een familiale woning met zes kamers een cohousing wordt van 15 tot 20 kamers, verandert er veel”, omschrijft burgemeester Vincent De Wolf (MR) de nood aan een duidelijker kader. “Zonder verplichte stedenbouwkundige vergunning kunnen we de herindeling niet controleren.” En dat houdt mogelijk risico’s in, zoals lekken of brandgevaar.

Volgens de burgemeester zetten colivings ook druk op de gemeente, bijvoorbeeld op vlak van lawaai en mobiliteit. “Dat verhoogt de druk op de gemeentelijke diensten en kan soms een bepaalde wijk in onevenwicht brengen. Sommige huizenblokken bestaan enkel uit colivings en Airbnb’s, en dat is te veel. Ik ben nergens tegen, maar er moet wel een evenwicht zijn.”

Cohousings zorgen volgens de gemeente ook voor speculatie op de woningmarkt, met kamers die soms 15 procent duurder zijn dan het klassieke aanbod.

Jaarlijkse taks

De nieuwe belastingregeling voorziet een jaarlijkse taks van 90 euro per vierkante meter, en dat per kamer. “Een stuk evenwichtiger”, klinkt het bij De Wolf, die op de ongeveer 600 cohousing-kamers in zijn gemeente een jaarlijkse opbrengst van tussen de 600.000 en 800.000 euro in het laatje van Etterbeek verwacht.

“We hebben uit onze fouten geleerd”, gaat de burgemeester verder. “De nieuwe regeling zorgt voor solidariteit tussen alle betrokkenen: eigenaren, beheerders en platformen.”

De nieuw tekst omschrijft ook enkele criteria om colivings te identificeren. Het gaat onder andere om de aanwezigheid van diensten, hoge huurprijzen, beheer via een platform, en geen registratie. Zodra aan twee van die voorwaarden wordt voldaan, moeten belastingplichtigen kunnen aantonen dat het geen cohousing betreft.

Voor studentenkoten, solidaire en intergenerationele projecten, en gezondheidsinstellingen, worden wel vrijstellingen voorzien.