Kamel A., een Algerijn die terechtstaat in het Encro-proces, heeft maandag voor het hof van beroep in Brussel verklaard dat hij slechts een "hulpje" was binnen het netwerk van Eridan M.G., veroordeeld tot 14 jaar cel voor grootschalige drugshandel.
Beklaagde in Encro-proces minimaliseert rol: 'Het ging om commissies'
De correctionele rechtbank van Brussel had hem op 29 oktober 2024 tot 13 jaar cel veroordeeld voor het mee aansturen van het criminele netwerk dat cocaïne en cannabis vanuit Zuid-Amerika invoerde. Het federaal parket had 15 jaar geëist. Volgens de rechtbank speelde hij een leidinggevende rol, maar dat betwist hij.
Voor het hof omschreef Kamel A. zichzelf als een manusje-van-alles. Hij zei dat hij appartementen inrichtte, materiaal en chemische producten regelde, voertuigen voor het transport onderhield en een chauffeur aan het netwerk voorstelde. "Het ging om commissies", klonk het.
De rechter confronteerde hem met de stelling dat hij de rechterhand van M.G. was. "Nee", antwoordde hij. "Hij had meerdere vertrouwelingen. Ik was gewoon een betaalde helper."
Het hof moet nu beslissen of hij, zoals het parket volhoudt, een leider was of slechts een uitvoerder.
Lees meer over: Brussel , Justitie , Encrochat , Brusselse correctionele rechtbank , Brussels hof van beroep , justitia-site