Interview met Tine Suykerbuyk.

Jeugdrechter Tine Suykerbuyk en Phara de Aguirre: 'Maatschappij wordt niet vredelievender'

Eva Christiaens
© BRUZZ
09/04/2025
Updated: 09/04/2025 10.19u

De een werkt al vijftien jaar als Brusselse jeugdrechter, de ander al dertig jaar als reportagemaker voor VRT. Voor de Canvas-reeks Mijn jeugdrechter ontmoeten Tine Suykerbuyk en Phara de Aguirre elkaar rond het verhaal van drie Brusselse kinderen. “Er is in Brussel een hele generatie kinderen die het erg goed doet, hoewel ze het allesbehalve gemakkelijk hebben.”

Wie is Tine Suykerbuyk?

  • 53 jaar, woont in Elsene
  • Werkt drie jaar als advocaat en drie jaar als bedrijfsjurist
  • Jeugd- en familierechter sinds 2009
  • Voorzitter Unie van Nederlandstalige Jeugdmagistraten
  • Ondervoorzitter bij de Nederlandstalige rechtbank van eerste aanleg

Wie is Phara de Aguirre?

  • 64 jaar, woont in Leuven
  • Studeert pedagogische wetenschappen aan de KU Leuven
  • Start in 1994 bij de VRT-nieuwsdienst als journalist en reportagemaker
  • Presenteerde actualiteitsprogramma’s als Phara, Terzake en De Afspraak en maakte reportages voor Pano, Koppen en Canvas
  • Doceerde interviewtechnieken aan het Antwerpse conservatorium
  • Werkt momenteel aan een nieuwe reeks over femicide, de moord op vrouwen door hun (ex-)partner

Tine Suykerbuyk en Phara de Aguirre hebben elkaar kort geleden nog gezien, maar met het weerzien volgt al snel een warme knuffel. De opnames voor het VRT Canvas-programma Mijn jeugdrechter vonden vorig jaar plaats, de uitzending van Suykerbuyks aflevering over Brussel vorige week. “Ik heb hem al online bekeken, onze beroemdheid,” lacht een Franstalige collega van haar in de rechtbank. “Misschien moeten we de reeks maar verkopen aan RTBF,” glundert De Aguirre.

Buiten de hoofdstad ging de VRT-journaliste filmen in de jeugdrechtbanken van Gent, Antwerpen, Turnhout en Mechelen. “Door vijf verschillende verhalen te tonen, zie je dat bijna iedereen in aanraking kan komen met de jeugdrechter. Lang niet alleen probleemjongeren,” zegt De Aguirre. In de Brusselse aflevering keren de tweelingbroers Mathias en Levy terug naar hun vroegere jeugdrechter aan het Poelaertplein. Suykerbuyk liet de jongens als zesjarigen uit huis plaatsen, samen met hun halfzus Raia. Wegens plaatsgebrek – toen al – kwamen ze in een jeugdvoorziening in Zelem terecht: ruim zestig kilometer van huis.

“Het verhaal is atypisch omdat we hen in Limburg hebben gevonden, maar het begint in Brussel. De kinderen waren thuis Franstalig, gingen naar een Nederlandstalige school en zijn opgegroeid als echte ketjes,” zegt De Aguirre. “Ik was zelf bijna een Brussels ketje,” laat ze later vallen. Haar ouders woonden voor haar geboorte een jaar in Etterbeek. “Het is er niet van gekomen omdat mijn moeder terug naar Aalst wou. Ergens ben ik daar jaloers op. Opgroeien in de grootstad is iets unieks.”

BRZ 20250409 1930 Jeugdrechter Phara en Tinne Suykerbuyk 1

Saskia Vanderstichele

| “In Brussel zit je met een groep ouders die ontzettend veel ballen tegelijk in de lucht moet houden, the working poor,” zegt jeugdrechter Tine Suykerbuyk (links).

Toch vonden jullie niet zo makkelijk Brusselse jongeren om te getuigen in de reeks. Hoe komt dat?
Phara de Aguirre: We wilden sowieso een verhaal uit Brussel brengen. In 2017 maakte ik een Pano-reportage over kinderen in de bijzondere jeugdzorg. Eén van hen, Roberto, kwam uit de Peterboswijk. Hij vertelde me dat hij nog elk jaar een koffie dronk met zijn oude jeugdrechter. Dat inspireerde me. Ik had na het Eén-programma De Notaris bovendien de feedback gekregen dat ik te weinig jongeren bereikte. Dat leek me evident met een notaris. Daarom ging ik op zoek naar een beroepsgroep die sowieso met jongeren werkt. En omdat we geen minderjarigen mogen filmen in de rechtbank, besloot ik meerderjarigen te laten terugkeren, net als Roberto.
Tine Suykerbuyk: De getuigenissen zijn niet door ons aangebracht, want de meesten horen wij na hun achttiende niet meer. Veel ex-jongeren zien de jeugdrechtbank als een afgesloten hoofdstuk. Dat is niet onlogisch: wie afzwaait van het middelbaar, zoekt ook niet zo vaak meer contact met een oud-leerkracht. Anderen wilden niet getuigen om geen oude koeien uit de sloot te halen.
de Aguirre: Een van de Brusselaars met een goed verhaal moest net solliciteren. Dan is getuigen een risico. Er leven nog altijd geweldige clichés over wie onder toezicht heeft gestaan van de jeugdrechter. Terwijl de meesten helemaal niets hebben misdaan, maar in een verontrustende situatie opgroeien.

“Er leven nog altijd geweldige clichés over wie onder toezicht heeft gestaan van de jeugdrechter. Terwijl de meesten niets hebben misdaan”

Phara de Aguirre, VRT-journaliste

Mathias, Levy en Raia zijn goed terechtgekomen. De jongens werken nu als dj's, hun zus als fotografe. U noemt hen een succesverhaal, mevrouw Suykerbuyk. Vormen zij een uitzondering?
Suykerbuyk: Ik wil benadrukken van niet: meerdere jongeren komen goed op hun pootjes terecht na een traject bij de jeugdrechter. Er zijn jongeren bij wie dat niet zo is, dat klopt. Maar we denken te vaak dat die kinderen alleen maar lineair omhoog mogen evolueren. Dat kan niet. Elk leven, ook dat van ons, gaat met vallen en opstaan. Soms zwaaien jongeren hier op hun achttiende af, helemaal aan de grond, en vernemen wij achteraf toch dat ze zijn rechtgekrabbeld.

Terug naar Mathias en Levy. Hun moeder was veroordeeld voor financiële misdrijven, legt u hen na al die jaren uit. Zelf vermoeden zij dat het iets met drugs te maken had. Ze zijn zelfs eens bijna gekidnapt.
Suykerbuyk: Dat wil ik corrigeren. De jeugdrechtbank beschikt alleen over informatie over de kinderen en over de thuissituatie van de ouders. Ik had geen inzage in het strafdossier van hun mama. Bovendien dateren de feiten waarvoor zij veroordeeld is van vijftien jaar geleden. Met welk recht zou ik dat weer oprakelen?

Met het huidige drugsgeweld in Brussel kan je je wel afvragen of dit soort zaken meer kinderen zullen raken?
Suykerbuyk: De drugsproblematiek is inderdaad ontzettend aanwezig. Wij zien een toegenomen drugsproblematiek bij ouders. De relativering daarover verontrust mij. In heel veel milieus wordt drugsgebruik geminimaliseerd. Het is maar ter ontspanning, zeggen mensen, maar de invloed op je functioneren is immens. Wij zien piepjonge tieners van elf, twaalf jaar cannabis roken. Dat begint, tussen aanhalingstekens, onschuldig, maar gaat in crescendo tot ze op hun zeventiende bij wijze van spreken niet meer kunnen tellen. Ook dealers zijn piepjong, vanaf twaalf of dertien jaar.

Ik zeg niet dat de meerderheid van onze zaken vandaag met drugs te maken hebben, maar drugs brengen wel veel andere problemen met zich mee. Gebruik leidt tot veel meer intrafamiliaal geweld. En tot ontzettend veel meer psychiatrische problematieken bij ouders. Wat is dan de kip of het ei? Vaak speelt een combinatie van problemen.

Welke andere problemen nemen toe?
de Aguirre: Intrafamiliaal geweld hoor ik bij alle jeugdrechters. In de vorm van verbaal, fysiek, seksueel of emotioneel geweld door chantage of terroriseren. Een hele hoop van die zaken komen niet eens voor de rechtbank.
Suykerbuyk: Ja, wij komen pas in zicht wanneer ouders vrijwillige hulp afwijzen én de kinderen in gevaar zijn. Tenslotte zit je specifiek in Brussel met een groep ouders die ontzettend veel ballen tegelijk in de lucht moet houden, the working poor. Ze verwaarlozen hun kinderen niet bewust, maar feitelijk soms wel. Omdat ze nachtshiften draaien, vroeg de deur uit moeten of twee jobs combineren, missen ze oudercontacten of moeten jonge kinderen alleen op school zien te raken. Ik praat het niet goed, maar armoede is een verklaring.

Is dat eigen aan Brussel? Het aantal dossiers bij de jeugdrechtbank neemt overal toe.
Suykerbuyk: Ik weet het niet precies. Het enige wat ik kan zeggen, is dat alle vier Nederlandstalige jeugdrechters voor Brussel en Halle-Vilvoorde nu zo'n 420 lopende dossiers hebben. Toen ik vijftien jaar geleden begon, hadden we met drie rechters maar 300 dossiers per persoon. Specifiek zit je in Brussel natuurlijk met een hyperdiversiteit. Omgaan met het grote aantal culturen blijft een leerproces.
de Aguirre: Uit Gent tonen we in de reeks een jongeman die ontspoorde als tiener, maar slachtoffer is van een opeenstapeling van problemen. Wanneer zijn Tunesische moeder weduwe wordt, komen haar broers plots helpen bij de opvoeding. Hardhandig, met slagen en ander misbruik. Voor een stuk is dat cultureel: de ooms vinden het evident dat Haytham een pak slaag verdient wanneer hij buiten de paadjes loopt. Dat soort verhalen vind je evengoed in Brussel.
Suykerbuyk: In sommige culturen leeft meer hiërarchie dan bij ons. Wij zetten kinderen doorgaans op een pedestal en geven hen meer inspraak dan andere culturen. Dan is het zaak om een evenwicht te zoeken tussen erkennen dat die verschillen er nu eenmaal zijn – zonder onze eigen pedagogische waarden te verloochenen. Fysieke straffen, zelfs een pedagogische tik, kunnen in België niet.

BRZ 20250409 1930 Jeugdrechter Phara en Tinne Suykerbuyk 3

Saskia Vanderstichele

| “Ik was zelf bijna een Brussels ketje. Ergens ben ik daar jaloers op. Opgroeien in de grootstad is iets unieks,” zegt VRT-journaliste Phara de Aguirre.

Hoort u zo'n culturele of sociale argumenten ook op stadsniveau? Met oudejaarsavond gold in Anderlecht een avondklok voor jongeren om rellen te voorkomen. Moeders uit de wijk noemen dat nog altijd stigmatiserend. Zij vragen meer aandacht voor scholen, betaalbare woningen en groen.
Suykerbuyk: Het gebrek aan deftige huisvesting en openbare ruimte is zeker niet bevorderlijk voor opgroeiende kinderen, maar ouders blijven wel een verantwoordelijkheid dragen. Ik ben soms bang dat verklaringen als excuus gebruikt worden voor baldadig gedrag.
de Aguirre: Een gebrek aan groen is geen reden om auto's in brand te steken. Ik woon niet in Brussel, maar van buitenaf lijkt het op den duur een spel. Avondklok of niet, die jongeren komen toch buiten om auto's in brand te steken. Hoe doorbreek je dat? Ik weet dat niet.
Suykerbuyk: Ik ook niet. Ik weet wel dat ontzettend veel kinderen in Brussel een ongelofelijke veerkracht hebben. Zéker in gezinnen die het op alle fronten moeilijk hebben. Zij zeuren niet, helpen mee in het huishouden, maken hun huiswerk op een kamertje van drie keer niets en zoeken oplossingen. Ze gaan desnoods studeren in de bieb. Het stoort me dus een beetje als er alleen maar gefocust wordt op kleine woningen, bijvoorbeeld. Er is in Brussel een hele generatie kinderen die het ontzettend goed doet, hoewel ze het allesbehalve gemakkelijk hebben.

“Jongeren groeien op in een maatschappij die ontzettend complex is geworden en ook niet vredelievender. Zij pikken die signalen op.”

Tine Suykerbuyk, Nederlandstalig jeugdrechter in Brussel

Staan sommige problematieken bij de jeugd niet los van de ouders? Internationaal groeit de bezorgdheid over de manosphere bij tienerjongens.
de Aguirre: (Veert op) Het verhaal van Adolescence. Wat in die reeks onthuld wordt over hoe jongeren denken, was voor mij compleet nieuw. Dat maar twintig procent van de mannen interessant zou zijn voor tachtig procent van de vrouwen, alsof vrouwen de macht hebben en een heleboel jongens nooit in aanmerking zullen komen voor een relatie? En die emoji's, met een rode pil en blauwe pil? Ik kende dat niet.
Suykerbuyk: Het is een wereld die we onvoldoende kennen. Jongeren groeien op in een maatschappij die ontzettend complex is geworden en ook niet vredelievender. Zij pikken die signalen op. Nu, zo erg als in andere landen is het nog niet. We zien regelmatig gewelddelicten, ook seksuele misdrijven, en af en toe radicalisering, maar ik merk de manosphere eerlijk gezegd niet in de rechtbank. Ik veronderstel dat opvoeders in de voorzieningen sneller bepaalde signalen opvangen dan wij. Zij staan dichter bij de jongeren.

Hoe zit het vandaag met het plaatstekort in de Brusselse opvangvoorzieningen?
Suykerbuyk: Dramatisch, zowel voor de kleintjes als oudere kinderen. En dan heb ik het niet over kinderen die feiten hebben gepleegd, maar over diegenen die thuis in écht onveilige situaties opgroeien. (Nadrukkelijk) Ik heb kindjes vorig jaar bij vonnis geplaatst, waar thuis de basisnoden niet vervuld zijn, en waar ik nog altijd geen plaats voor heb. Zij zijn al die tijd thuis gebleven. Het is een schande.

Is daar een oplossing voor op Brussels niveau?
Suykerbuyk: Brussel sukkelt met een historische achterstand en een gebrek aan opvoeders. Vergelijk het met het leraren­tekort: het is boeiend, maar effectief niet makkelijk om in de grootstad te werken als begeleider. Veel mensen worstelen met de taalproblematiek, diversiteit en het onveiligheidsgevoel. En in theorie mogen wij Nederlandstalige kinderen wel doorverwijzen naar Franstalige instellingen, maar ook daar hebben ze te weinig bedden. Het zou geen slechte zaak zijn om Brusselse jeugdvoorzieningen op te richten, zoals de bicommunautaire rusthuizen.
de Aguirre: Ik herinner me plots een zwaar feit van jaren geleden. Nederlandstalige jongeren hadden een betonblok op een trein gegooid in Brussel (in 1996, red.). Zij zijn wél in een Franstalige instelling geplaatst. Een stad kan een deel van de zorg maar opvangen met de inzet van heel veel mensen, op heel veel plaatsen.
Suykerbuyk: Dat gebeurt al. Denk aan huiswerkbegeleiding of een buurvrouw die de kinderen 's ochtends naar school brengt. Maar die buurvrouw moet er wel zijn en heeft dikwijls een eigen gezin. Je kan mensen niet overvragen. We hebben het vaak over vermaatschappelijking van de zorg, maar zo'n netwerk in kaart brengen, is zeer tijdsintensief.

“Dat intrafamiliaal geweld toeneemt, hoor ik bij alle jeugdrechters. Verbaal, fysiek, seksueel of emotioneel. Een hele hoop van die zaken komen niet eens voor de rechtbank”

Phara de Aguirre, VRT-journaliste

Mevrouw de Aguirre, u maakt momenteel een nieuwe reeks over femicide, de moord op vrouwen door hun (ex-)partner. Vorig jaar waren dat er zes in Brussel.
de Aguirre: En in heel België één om de veertien dagen. Dat is veel te veel. Ik wil de reeks vooral maken omdat er verschillende fases aan zo’n moord voorafgaan, van stalking tot dwang en het plannen van geweld. We missen de woordenschat om die fasen te benoemen en herkennen. Er zijn al veilige huizen voor vrouwen. Als je goed doorhebt wat de dynamieken achter elke fase zijn, kan je mensen misschien sneller alarmeren. Ik weet het, het is weer geen vrolijk onderwerp.

Waarom besloot u erin te duiken?
de Aguirre: In oktober is een vrouw bij mij komen aankloppen, een vriendin van een buurmeisje, die aan femicide is ontsnapt. Ze had iemand leren kennen via Tinder, twee maanden gedatet en het daarna op een ochtend uitgemaakt. Diezelfde nacht stond hij aan haar bed met een mes en ducttape. Gelukkig kon ze ontkomen, maar het dossier zat daarna wel twintig maanden vast. Het parket van Leuven deed weinig moeite. Het toont hoe zelfs hulpverleners, politie en justitie de juiste handvaten voor femicide missen. Pas in beroep bij de Brusselse rechtbank is het dossier teruggestuurd naar de raadkamer in Leuven. Volgend jaar komt de zaak daar voor.

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Brussel , Justitie , tine suykerbuyck , Phara de Aguirre , jeugdrechtbank , jeugdrechter , femicide

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni