Een werknemer van de Brusselse strafuitvoeringsrechtbank is dinsdag veroordeeld tot een gevangenisstraf van veertig maanden met probatie-uitstel omdat hij zich schuldig had gemaakt aan drugshandel, en de nieuwe partner van zijn ex-vriendin had bedreigd. Volgens de advocaat van de man moesten die bedreigingen met een korrel zout genomen worden, en had de man veel minder drugs verkocht dan het parket dacht.
©
Regie der Gebouwen
| Het Justitiepaleis (archief).
Medewerker rechtbank veroordeeld tot 40 maanden cel voor drugshandel en bedreigingen
De bal ging aan het rollen toen de lokale politie van de zone Zennevallei (Halle,Beersel,Sint-Pieters-Leeuw) op 28 januari getuige was van een drugsdeal. De agenten kwamen meteen tussen en arresteerden de dealer, die meteen bekende dat hij voor rekening van iemand anders werkte. Die andere persoon bleek de 26-jarige K.R., een administratief medewerker van de Brusselse strafuitvoeringsrechtbank.
De politie viel daarop binnen in zijn woonplaats en trof daar een aanzienlijke hoeveelheid verdovende middelen aan, en verschillende gsm's. Op die toestellen vond de politie berichten over de verkoop van cocaïne en xtc, berichten waarin reclame werd gemaakt voor die drugs, en een audiobericht waarin meneer stoefte dat hij al tien jaar dealde. Ook werd een soort boekhouding aangetroffen en konden twaalf gebruikers geïdentificeerd worden, die allemaal hebben bevestigd dat ze hun drugs bij K.R. kochten.
Doodsbedreigingen
Volgens het parket had de jongeman voor minstens 56.000 euro aan drugs verkocht. Een maand na zijn eerste arrestatie werd K.R. bovendien opnieuw van zijn vrijheid beroofd, die keer omdat hij doodsbedreigingen had gestuurd naar de nieuwe partner van zijn ex-vriendin. Zo had hij zijn ex berichten gestuurd waarin hij zei dat er "een prijs stond op het hoofd van haar vriend".
De advocaat van K.R. pleitte ervoor dat zijn cliënt een werkstraf zou krijgen.
"Die doodsbedreigingen moeten met een korrel zout genomen worden, vooral omdat die ex-vriendin en haar nieuwe vriend ook niet bepaald engeltjes zijn", zei meester Steve Convents. "De verkoop van drugs wordt niet betwist, maar daar is een context voor. Mijn cliënt werkte op een dienst waar een gigantische achterstand was, en combineerde die job nog met een flexijob."
"In 2023 heeft hij letterlijk elke dag van het jaar gewerkt, waardoor hij tegen een burn-out is aangelopen, en een medische aandoening heeft gekregen die ernstige spierpijnen tot gevolg had. Daarvoor kreeg hij pijnstillers van zijn huisarts, maar niet op een consistente wijze, en het is dat wat hem ertoe heeft gedreven cocaïne te beginnen gebruiken, en vervolgens te verkopen", voerde zijn advocaat aan.
Behandeling
Volgens de advocaat heeft K.R. in ieder geval geen 56.000 euro verdiend aan zijn handeltje. Sinds enige tijd is de man ook in behandeling bij een drughulpverleningscentrum.
"Hij hoopt op een tweede kans, ook voor zijn job bij Justitie", aldus meester Convents. "Daarom durven we een werkstraf vragen, en een significante beperking van de gevraagde verbeurdverklaring."
Maar die argumenten konden de rechtbank niet overtuigen. Volgens de rechtbank waren er voldoende bewijzen om K.R. schuldig te verklaren aan de verkoop van verdovende middelen in vereniging, bezit van verdovende middelen, en mondelinge en schriftelijke bedreigingen.
De man kreeg dertig maanden cel voor de drugshandel en tien maanden cel voor de bedreigingen, telkens met probatie-uitstel. Eén van de voorwaarden van het uitstel is dat de man zich moet laten begeleiden voor zijn drugsgebruik.
De rechtbank was wel van oordeel dat K.R. geen 56.000 euro, maar 10.000 euro had verdiend aan de drugshandel. Dat bedrag werd verbeurd verklaard.
Lees meer over: Brussel , Justitie , brusselse rechtbank , Brusselse justitie , drughandel , Strafuitvoeringsrechtbank