Proces toont folterpraktijken door drugsbende Clemenceau: slachtoffer 'gemummificeerd'

In de kelder van een pand in de Taminesstraat in Sint-Gillis hebben leiders van een Anderlechtse bende aan Clemenceau gruwelijke martelpraktijken toegepast om straatdealers te straffen en onder druk te zetten. Dat blijkt uit beelden die als bewijsstuk dienen bij het proces tegen 22 leden van de drugsbende.

Het proces is voortgevloeid uit het onderzoek met de codenaam ‘Clinique’ (naar een straat in Anderlecht nabij het Clemenceauplein), en leidde tot de aanhouding van verschillende personen na huiszoekingen in januari, april en mei 2024, onder meer in de Doverstraat en Brogniezstraat in Anderlecht en de Taminesstraat in Sint-Gillis.

In deze laatste straat bevond zich het 'hoofdkwartier' van de drugshandelaars. Grote hoeveelheden drugs en contant geld werden in de woning in beslag genomen. In de kelder van het pand vonden volgens de procureur mishandelingen plaats van een van de straatverkopers, die "in cellofaan werd gemummificeerd en geblinddoekt". Op beelden valt ook te zien dat het slachtoffer aan het bloeden is aan zijn hoofd.

Het slachtoffer had volgens de onderzoekers zelf deelgenomen aan een afranseling waarbij een andere verkoper werd uitgekleed, vastgebonden en geslagen. Er bestaat ook een video waarop te zien is hoe dit slachtoffer een verkoper op het Clemenceauplein slaat.

Geweld en intimidatie

Volgens het onderzoek oefenden de leiders van dit criminele netwerk dat cocaïne- en cannabis dealt, druk uit op de medewerkers die toezicht hielden op de verkopers. Op hun beurt oefenden zij druk uit op de verkopers.

Allen maakten ze gebruik van geweld, bedreigingen en intimidatie via de app Snapchat "om de verkopers ervan te weerhouden met het geld of de drugs te vluchten," aldus de procureur, "of om deze activiteit te stoppen".

Advocaat Audrey Dumont heeft dinsdag voor de correctionele rechtbank van Brussel een eenvoudige schorsing van de uitspraak van de veroordeling geëist voor haar cliënt Oussama A. Hij is een van de 22 beklaagden in een zaak over drugshandel rond het Clemenceauplein in Anderlecht tussen 2023 en 2024.

Vraag tot schorsing

"Mijn cliënt is zonder verblijfsvergunning naar België gekomen om te werken. In dit verhaal werd hij gedwongen om als versnijder van cocaïne in een appartement te werken," aldus de advocate. "Hij is met een wapen bedreigd", voegde ze toe.

Dumont vroeg de rechtbank om de periode van de overtreding te verkorten, waarbij ze uitlegde dat Oussama A. de rol slechts 20 dagen heeft vervuld. Vervolgens pleitte ze voor een eenvoudige schorsing van de uitspraak van de veroordeling, waarbij ze de rechter verzocht rekening te houden met het feit dat haar cliënt is bedreigd. Ze benadrukte dat hij een blanco strafblad heeft. Ze pleitte voor een voorwaardelijke straf voor het deel dat de preventieve hechtenis overschrijdt die hij al heeft ondergaan.

De procureur kantte zich tegen een mogelijke schorsing van de uitspraak, maar niet tegen een eventuele voorwaardelijke straf.

Oppas en verpakker

Maandag had de procureur een gevangenisstraf van drie jaar geëist tegen Oussama A., waarbij ze eraan herinnerde dat hij op 2 april 2024 was aangehouden tijdens een huiszoeking in een appartement dat blijkbaar werd gebruikt om drugs op te slaan. Ze verdenkt hem ervan de rol van ‘oppas' en verpakker van cocaïne en cannabis te hebben gespeeld. Zijn DNA werd aangetroffen op pizzadozen en kleine verpakkingszakjes in het appartement.

Volgens de aanklagers was 'de Clemenceaubende' een goed georganiseerde criminele organisatie. Het netwerk was sterk hiërarchisch opgebouwd, met verkopers, mannen die hen bewaakten en plaatsten, 'oppassen' die de drugsvoorraden en het contante geld in woningen bewaakten, verpakkers van porties en bevoorraders die de drugs bij de verkopers afleverden.

Veel van deze 'straatdealers' verbleven zonder geldige verblijfspapieren in het land. Bovendien is de gemiddelde leeftijd van de beklaagden 24 jaar, en hebben verschillende van hen, die onder elektronisch toezicht stonden, hun enkelband verbroken en zijn ze gevlucht. Zij zijn afwezig bij hun proces.

De pleidooien van de verdediging worden woensdag voortgezet.

Verkoop onder dwang?

De advocaat van Amine B. pleitte woensdag voor een eenvoudige opschorting van de straf voor zijn cliënt. Hij stelde daarbij dat zijn cliënt onder dwang drugs moest verkopen. De 19-jarige staat samen met 21 andere personen terecht voor betrokkenheid bij een drugsbende die dealde op het Clemenceauplein. Amine B., die vastzit in de gevangenis van Haren, wilde niet naar zijn proces afkomen uit angst voor represailles.

Uit het onderzoek blijkt dat hij op 24 februari 2024 werd gearresteerd in de Doverstraat in Anderlecht, in een woning waar drugs en contant geld verborgen lagen. Uit afgeluisterde telefoongesprekken blijkt dat hij contact had met Moeze K., een van de vermeende leiders van het drugsnetwerk. In gesprekken via Snapchat, hadden ze het vaak over ‘munt’, volgens speurders codetaal voor cannabis.

"Mijn cliënt heeft uitgelegd dat hij tegen zijn wil werd vastgehouden op de Doverstraat en dat hij gedwongen werd zakjes te maken en te verkopen, omdat zijn broer geld had gestolen van de criminele organisatie", zo betoogde de advocaat. "Uit telefoontaps van de telefoon van Moeze K. bleek dat twee andere personen ook hebben verklaard dat mijn cliënt onder dwang handelde vanwege de schulden van zijn broer. Ik wil er ook op wijzen dat hij bij zijn arrestatie snijwonden op zijn lichaam had.”

De advocaat verzocht de rechtbank om bij het bepalen van de strafmaat rekening te houden met deze beperking en pleitte daarom voor een eenvoudige opschorting van de strafmaat.