NMBS versterkt treinaanbod in weekend, na middernacht en op voorstadsnetten

De NMBS gaat haar aanbod tegen september 2026 met 2 procent uitbreiden. Dat zal in twee fasen gebeuren, waarbij de eerste aanpassingen op 14 december worden doorgevoerd. Zo gaan er meer treinen rijden op de lijnen S1, S2, S3, S4, S5 en S7, maar komen er ook meer IC-treinen richting Luik, Leuven en Charleroi.

De NMBS versterkt het aanbod vooral in het weekend, laat op de avond en op het voorstedelijke S-net rond Brussel. Dat heeft transportdirecteur Koen Kerckaert bekendgemaakt in de Kamercommissie Mobiliteit.

Vanaf 14 december zullen bijvoorbeeld op vrijdag- en zaterdagavond extra late treinen rijden vanuit Brussel en Antwerpen, soms tot ruim na middernacht. Dat moet mensen de kans bieden om na een avondje uit met de trein naar huis te gaan.

Deze treinen zullen rijden op de voorstedelijke S1-verbinding tussen Brussel en Antwerpen en op de S2-verbinding tussen ’s-Gravenbrakel, Brussel en Leuven. Vanaf december verdubbelt ook het aanbod van de S4 (tussen Aalst en Brussel-Luxemburg) op weekdagen, net als de S7 tussen Halle en Vilvoorde via Delta. De S4 zal wel vanaf Brussel-Luxemburg richting Louvain-la-Neuve rijden, in plaats van richting Mechelen.

Ook de bediening van de S3 en S5 wordt in het Brussels gewest versterkt, en er komt een extra P-trein naar Dendermonde.

Weekend-IC's

In het weekend zullen ook meer treinen rijden tussen een aantal grote steden. Tussen Charleroi en Brussel en tussen Luik en Brussel wordt het IC-aanbod verdubbeld; van één naar twee treinen per uur en per richting. De nieuwe IC-trein tussen Luik en Brussel zal ook Brussels Airport bedienen.

Leuven krijgt een derde IC-trein per uur van en naar Brussel, bovenop de twee bestaande IC-treinen per uur. De wijzigingen zijn al opgenomen in de reisplanner van NMBS.

Groei

De vernieuwingen vormen het laatste luik van het vervoersplan 2023-2026 van de NMBS. Dat voorzag aanvankelijk in een groei van het aanbod met 7 procent, maar die ambitie werd vorig jaar bijgesteld naar 5 procent. De doelstelling om het aanbod tussen 2023 en 2032 met 10 procent te versterken, blijft wel overeind.

De spoorwegmaatschappij is intussen al begonnen met de voorbereidingen voor het volgende driejarige vervoersplan, voor de periode van december 2026 tot eind 2029. Voor dat plan is NMBS minder ambitieus: er wordt gemikt op een aanboduitbreiding van rond de 2,5 procent.

"We willen groeien op een verstandige manier, waar we het grootste potentieel zien om de reizigersgroei te behalen die we voor ogen hebben", aldus Kerckaert.

Hij wees daarbij op een aantal belangrijke voorwaarden: de afhankelijkheid van capaciteit op het spoor en de beschikbaarheid van personeel en materiaal. "De voorbije jaren waren op dat vlak niet evident", zei hij.