Menu

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni

BRUZZ

| Een klas in basisschool de Zennestraal. (archief ter illustratie)

Uitgebreid pakket maatregelen moet kennis van Nederlands bij kinderen opkrikken

© Belga
08/07/2025

De Vlaamse regering heeft het licht op groen gezet voor een pakket maatregelen om de kennis van het Nederlands bij kinderen op te krikken. Dat start met extra taalbegeleiding in de kinderopvang, gevolgd door instapklasjes voor peuters, taallessen in kleine groepjes in de kleuterklas en verplichte 'taalheldklasjes' in de lagere school. Leerlingen in het basisonderwijs met een taalachterstand krijgen wekelijks drie uur extra Nederlands. In het middelbaar wordt het onthaalonderwijs (OKAN) hervormd tot taalklassen.

Volgens cijfers van het Departement Onderwijs steeg het aandeel kinderen dat thuis geen Nederlands spreekt op tien jaar tijd van 18 naar meer dan 27 procent. Volgens minister van Onderwijs Zuhal Demir (N-VA) kan de impact daarvan op het opbouwen van kennis niet overschat worden. Kinderen met een taalachterstand scoren slechter voor andere vakken.

"Taalachterstand is een last die je een leven lang meesleurt. Hoe sneller we die van kinderen hun schouders halen, hoe sterker ze in de klas en in het leven staan", aldus Demir. De Vlaamse regering keurde daarom vrijdag een rist maatregelen goed die zo'n vroege start een boost geven. "Het taalprobleem in ons onderwijs is nooit eerder zo groot geweest en vereist maatregelen die nooit eerder genomen zijn", zegt de minister.

Om vroeg taalverwerving te stimuleren, komen er 'instapsprongen' Nederlands voor de allerkleinsten. Volgens de plannen wordt dat "een prettige, speelse maar efficiënte manier om de taal te ontdekken en hun eerste woordjes Nederlands te spreken". Ook ouders kunnen deelnemen, leren het onderwijssysteem kennen en krijgen tips over taalontwikkeling. Dat luik voor de ouders wordt niet verplicht.

Ouderlijke verantwoordelijkheid

Vanaf september gaat de minister met haar plannen rond ouderlijke verantwoordelijkheid naar de regering. Die komen er op neer dat anderstalige ouders wel Nederlands moeten leren, zo niet raakt de minster aan de schooltoeslag.

Later in de schoolcarrière worden instapsprongen echte zomerscholen waar kinderen kennis kunnen bijbenen om schoolsucces meer kansen te geven. Zo wordt het mogelijk dat kinderen iedere studie of uitdaging kunnen aangaan die ze wensen in plaats van zich door frustratie en schoolmoeheid te moeten neerleggen bij een overwinnelijke taalbarrière.

Ook tijdens het schooljaar krijgen kinderen met grotere taalnoden oplossingen op maat. Vanaf 2,5 jaar brengen leerkrachten taalachterstand in kaart via een vernieuwde KOALA-screening, gericht op de nieuwe minimumdoelen. Kinderen die achterstand vertonen, krijgen tot drie uur per week extra taalondersteuning in kleine groepjes, van bijvoorbeeld drie à vier kinderen. De Klassenraad kan deze taalondersteuning verplichten om toegelaten te worden tot het volgende leerjaar.

Taalheldklassen

Vanaf 2026-2027 komen er 'taalheldklassen' voor kinderen in het tweede leerjaar met onvoldoende kennis van het Nederlands. Daar ligt de prioriteit op het wegnemen van de taalbarrière die het te moeilijk maakt om de leerstof onder de knie te krijgen.

Taalheldklassen hebben maar één doel: kinderen zo snel mogelijk terug laten doorstromen naar het normale lescircuit. De klassenraad beslist wie er nood aan heeft en hoe lang iemand er nood aan heeft, weliswaar voor een maximumduur van twee jaar.

Leerlingen met een kleinere taalachterstand die hen toch belemmert om optimaal de lessen te volgen, krijgen drie uur extra remediëring per week, in kleine groepjes van bijvoorbeeld zes of acht leerlingen. De scholen kunnen kiezen of dit binnen de gewone lesuren of bovenop de lesuren gebeurt.

Vanaf 1 september kan de klassenraad leerlingen met een taalachterstand in het middelbaar drie uur extra Nederlands opleggen per week. Daarnaast worden OKAN-klassen hervormd tot volwaardige taalklassen met kennisrijk curriculum, zodat anderstalige nieuwkomers beter kunnen doorstromen naar het reguliere onderwijs. Ook de eerste graad van B-stroom wordt in die zin hervormd om het relatief grote aandeel anderstalige leerlingen alle kansen te geven.

Taalexperten

De regering voorziet begeleiding en ondersteuning voor scholen en leerkrachten in het hele proces. Zo organiseren we brede en kosteloze vorming voor de taalexperten, die ook openstaat voor andere lesgevers. Voor de extra lessen Nederlands wordt een beroep gedaan op leerkrachten, logopedisten, taalkundigen, gepensioneerden en externe organisaties zoals de Taalunie.

Het is niet de bedoeling dat leerkrachten uit het gewone lescircuit worden gehaald om de extra taallessen Nederlands te geven. Maar er is meer. De plannen mikken zelfs nog op een jongere leeftijd, zelfs al op het eerste levensjaar. Zo investeert minister van Welzijn Caroline Gennez (Vooruit) 12 miljoen euro in onderwijsmiddelen in buitenschoolse opvang en kinderopvang.

"Een goede kennis van het Nederlands bij kinderen is cruciaal. Het maakt dat kinderen zich sneller integreren in de klas of in hun vrije tijd, dat ze betere schoolresultaten behalen en uiteindelijk ook een betere job vinden", zegt Gennez. "We maken niet enkel werk van duizenden nieuwe, betaalbare plekken in kinderopvang, maar we zorgen er ook voor dat die plekken meer dan ooit echt plekken zijn waar ze Nederlands leren, bijvoorbeeld door kinderbegeleiders te ondersteunen als echte taalcoaches."

Vakbonden vinden plan niet realistisch

"Het taalplan van Zuhal Demir dreigt in de praktijk onuitvoerbaar te worden door het grote gebrek aan leerkrachten." Dat zeggen Marianne Coopman, topvrouw van het Christelijk Onderwijzersverbond (COV), de grootste vakbond in het basisonderwijs, en de nummer twee van de socialistische vakbond ACOD Onderwijs, Marc Borremans.

"Bijkomende lessen en bijscholingen geven, kan er niet zomaar bovenop. De werkdruk is nu al onmenselijk hoog", zegt Coopman. Toch moeten ook de profielen die specifiek voor dit plan aangeworven worden uitstekende leraren zijn. "Dat is de enige waarborg voor uitstekend onderwijs. Dit kan niet door eender wie opgenomen worden."

Eenzelfde geluid valt te horen bij ACOD. "Hoe gaan we dit realiseren met het huidige lerarentekort?", vraagt Marc Borremans van ACOD Onderwijs zich af. "De schoolbesturen melden nu al dat ongeveer 10 procent van de voltijdse betrekkingen in het onderwijs niet ingevuld raakt. In steden zoals Brussel en Gent loopt dat op tot 15 tot zelfs 27 procent van de lestijden." Door het tekort zou volgens ACOD 40 procent van de zorguren structureel onbezet blijven. "Zo ontstaat een domino-effect: net díe leerlingen die Demir wil helpen, krijgen nu al onvoldoende ondersteuning."