Evelien Chiau, die in Molenbeek woont, laakt het stilzwijgen van de gemeentepolitiek na het zoveelste schietincident in haar straat. “Wij stoppen onze kinderen ’s avonds in bed en doen alsof we niet bang zijn dat zij op een dag het slachtoffer worden van een verdwaalde kogel.”
©
BRUZZ
| Op zondag 14 september hoorde Evelien Chiau schoten in haar buurt in Molenbeek. De politie kwam ter plaatse.
Evelien Chiau uit Molenbeek: ‘Na het geluid van de schoten, de stilte van de politiek’
In Molenbeek volgen de schietpartijen elkaar al maanden op. Tijdens de zomervakantie alleen al telden we er dertien in onze wijk: in de Schoolstraat (waar, u raadt het al, een school ligt), de Paalstraat (waar ook een school ligt) en het Bonneviepark. Dat park is de enige plek in de buurt met een grote speeltuin, waar alle kinderen uit de wijk samenkomen. Momenteel durf ik er niet meer heen. Ook onze school gaat voorlopig niet naar het nabijgelegen Fonderiepark en voerde op de eerste schooldag actie onder de slogan ‘Recht op de buurt’. De pers kwam langs, het gemeentebestuur niet.
Op zondag 14 september stond ik nietsvermoedend te koken met mijn vierjarige pleegdochter toen het wapengeweld ook onze straat bereikte. We waren nog maar net thuis toen ik vijf knallen hoorde. Ik had altijd gedacht dat ik geweerschoten niet zou herkennen – met garagisten en een schrijnwerker vlakbij zijn harde geluiden hier niet ongewoon – maar toch wist ik het meteen. Dit waren schoten. Paniek gierde door mijn lijf.
Wat als we een halfuur later waren thuisgekomen? Wat als mijn kleuter – of eender welk kind in deze straat vol jonge gezinnen – net voorbijliep toen de schutter het vuur opende? Toen de paniek wegebde, bleef er vooral woede over. Want waar bleef de reactie van het gemeentebestuur? Ik stelde de vraag op sociale media, sprak erover in de pers. Maar het bestuur bleef stil.
“Wij vragen geen mirakels. Wij vragen een bestuur dat naast ons staat”
Woont in Molenbeek
Een week later, in de nacht van zondag 21 op maandag 22 september, werd onze straat opnieuw opgeschrikt door drie geweerschoten. En weer bleven de (waarnemende) burgemeester en het schepencollege stil. Hoe luid de schoten hier klonken, zo stil bleef het voltallige bestuur.
Weinig respect
Ik besloot mijn verontwaardiging neer te schrijven. Ik ben lang niet de eerste: de voorbije maanden verschenen al meerdere opiniestukken van buurtbewoners in de pers. Ook mijn tekst werd breed gedeeld en lokte veel reacties uit – maar niet van de burgemeester en schepenen die ik had getagd. BRUZZ 24 kwam langs voor een interview en trok daarna naar een persconferentie van het gemeentebestuur – niet over de schietpartijen, wel voor een goednieuwsshow. Dat kan blijkbaar wel. Pas toen waarnemend burgemeester Amet Gjanaj de vraag opnieuw kreeg met een microfoon onder zijn neus, kwam er eindelijk een antwoord. Al blonk dat vooral uit in nietszeggendheid en weinig respect voor de burger.
“We hebben er al vaak op gereageerd,” opende Gjanaj. Alsof empathie een schaars goed is dat je maar af en toe kunt uitdelen. Wat moet het vervelend zijn dat mensen verwachten dat hij na élke schietpartij de moeite doet om zijn steun te betuigen. Daarna volgde: “We reageren soms niet te snel om het onderzoek niet te belemmeren.” Niemand vraagt om het politierapport te mogen inkijken. Wij vragen erkenning, nabijheid en een minimum aan communicatie. En tot slot het vertrouwde refrein: “We blijven in overleg met de politie en andere politieke niveaus, maar hebben slechts beperkte middelen en kunnen niet veel meer doen.”
Eeuwige vingerwijzen
Dat de middelen beperkt zijn, weet iedereen. Dat andere beleidsniveaus hun rol evenmin opnemen, ook. Het klopt: dat is evengoed schandalig, maar hoe kunnen we verwachten dat men dit op gewestelijk en federaal niveau ernstig neemt, als ons eigen gemeentebestuur dat niet eens lijkt te doen? Niemand verwacht dat de gemeente dit probleem alleen kan oplossen. Wat inwoners wél verwachten, is dat bestuurders verantwoordelijkheid nemen, ons op de hoogte houden, druk blijven zetten op die hogere niveaus en laten zien dat ze ons niet in de steek laten.
De politie geeft aan te weinig middelen te hebben. De gemeente wijst naar het Gewest en de federale overheid. En de burger? Die blijft verweesd achter. Voor ons maakt het weinig uit wie er nu precies aan zet is. Aan dat eeuwige vingerwijzen hebben wij geen enkele boodschap. Wij willen zien dat bestuurders samenwerken, een concreet plan van aanpak uitwerken en dat plan ook uitvoeren.
Mijn vraag blijft dus dezelfde: hoe kan het dat kogels ons bijna letterlijk om de oren vliegen en het gemeentebestuur het niet eens nodig vindt om daarop te reageren? Het mag nooit normaal worden dat kinderen in Molenbeek moeten opgroeien in een klimaat van angst terwijl de politiek zwijgt. Wij vragen geen mirakels. Wij vragen erkenning, eerlijkheid en samenwerking. Wij willen een bestuur dat naast ons staat. Voor de mensen die hier wonen is dat immers onmogelijk. Wij horen de schoten, wij zien de forensische dienst kogelhulzen oprapen voor onze deur, wij stoppen onze kinderen ’s avonds in bed en doen alsof we niet bang zijn dat zij op een dag het slachtoffer worden van een verdwaalde kogel.
Zelf een opiniestuk insturen?
Lees meer over: Sint-Jans-Molenbeek , Opinie , evelien chiau , schietpartijen