Brussels Gewest werpt Sint-Joost financiële reddingsboei toe, maar stelt voorwaarden

De gemeente Sint-Joost-ten-Node kent financiële moeilijkheden en heeft aan het Brussels Gewest gevraagd om bij te springen. Het Gewest gaat daar nu op in en biedt 7 miljoen euro per maand aan krediet, maar die steun wordt geen ‘blanco cheque’, zo reageert bevoegd minister Bernard Clerfayt (Défi).

Het Gewest springt bij om een dramatisch scenario te vermijden, zo laat Clerfayt dinsdag weten. Volgens de minister zou de gemeente zonder die noodsteun er niet langer in slagen om gemeentediensten open te houden en de lonen van het gemeentepersoneel uit te betalen.

Het gaat om een krediet van ongeveer 7 miljoen euro per maand om openstaande werkingskosten te dekken, zo laat het kabinet-Clerfayt nog weten aan BRUZZ. Een bedrag dat Sint-Joost later zal moeten terugbetalen, zo verzekert het kabinet.

“Het Brussels Gewest grijpt in om Sint-Joost te ondersteunen bij haar financiële moeilijkheden” zo klinkt het bij ontslagnemend Brussels minister van Plaatselijke Besturen Clerfayt. “Het Gewest verleent een voorschot om de continuïteit van de lokale openbare diensten te garanderen en de betaling van het personeel mogelijk te maken. Zonder deze steun zou de gemeente haar lopende uitgaven niet langer kunnen dekken.”

"Het Gewest komt Sint-Joost te hulp, maar deze steun is geen blanco cheque", zo klinkt het. "De gemeente zal haar financiële en budgettaire situatie op orde moeten krijgen en een geloofwaardig en duurzaam herstelplan voorleggen."

Begroting in het rood

De gemeente Sint-Joost-ten-Node had vorig jaar een begrotingstekort van 13 miljoen euro, zo meldt La Dernière Heure. Voor 2025 werkt de kleinste gemeente van Brussel met voorlopige twaalfden, waardoor volgens de oppositie het tekort dit jaar minstens even groot zal zijn.

Maar daar komen nog een heleboel nieuwe uitdagingen bovenop, volgens La DH zou aan het einde van de rit de gemeentebegroting wel 45 miljoen euro in het rood kunnen eindigen. Onder meer de hogere kosten bij het OCMW door de werkloosheidshervorming en een factuur bij de politiezone Brussel-Noord dragen daartoe bij. Maar ook een terugbetaling aan de Europese Commissie voor een onterecht geïnde kantoortaks doet het financiële plaatje ontsporen. Voor de niet-gedekte werkingskosten is nu een tijdelijke oplossing gevonden door de lening van het Gewest.

Herfinanciering

Eind augustus raakte bekend dat Sint-Joost-ten-Node het Brussels Gewest om een herfinanciering heeft gevraagd. Volgens burgemeester Kir was het twintig jaar geleden dat Sint-Joost onder voogdij stond. Hij wees onder meer naar stijgende personeelsuitgaven door opeenvolgende indexeringen, lagere subsidies en steeds meer mensen die bij het OCMW komen aankloppen.

Welke voorwaarden het Gewest precies stelt en hoe veel geld het nu voor Sint-Joost ter beschikking stelt, is nog niet duideijk. Wel maakt Clerfayt zich sterk dat de gewestelijke administratie de situatie nauwgezet in de gaten zal houden.

“Om een strikte opvolging (van het gewestelijk steunplan, red.) te verzekeren, zitten vandaag twee gewestelijke inspecteurs, één voor de gemeente en één voor het OCMW, samen met het bestuur van Sint-Joost om hun opdracht te starten”, zo meldt Clerfayt. “Zij zullen de budgettaire situatie grondig analyseren en de uitvoering van de herstelmaatregelen begeleiden.”

Krediet

“Dankzij de lening van het Gewest beschikt de gemeente over de nodige liquiditeiten om het dagelijkse functioneren van haar diensten en de betaling van het personeel te verzekeren”, zo stelt de minister gerust.

Clerfayt haalt in zijn persbericht ten slotte nog uit naar de gemeente, die volgens hem aanvankelijk niet goed samenwerkte met de regionale overheid. De start van deze reddingsoperatie heeft vertraging opgelopen doordat we geen volledig toegang kregen tot de financiële documenten, hekelt hij. Hij maant Sint-Joost aan om mee te werken.

“Het Gewest levert concrete steun, maar stelt daartegenover dat het een reële inspanning verwacht om tot een begrotingsevenwicht te komen. Het gaat erom de diensten aan de burgers te beschermen en tegelijk de levensvatbaarheid van de gemeentefinanciën te herstellen”, besluit Clerfayt.