Brusselse ontslagnemende schepenen krijgen binnenkort vertrekpremie

De Brusselse schepenen die niet worden herbenoemd in een uitvoerende functie, hebben recht op een vertrekpremie binnen de limieten die twee jaar geleden werden vastgelegd in het kader van de ordonnantie lokaal bestuur. Dat bevestigt ontslagnemend minister van Lokale Besturen Bernard Clerfayt (DéFI) donderdag.

Na de verkiezingen van oktober zijn de meerderheden veranderd in verschillende Brusselse gemeenten, waardoor er nieuwkomers zijn in de colleges en uiteraard ook schepenen die vertrekken.

Clerfayt wijst er in een mededeling op dat de ordonnantie 'hervorming van het lokaal bestuur', die goedgekeurd werd in juli 2022, niet enkel voorziet in de volledige decumul, maar ook de vermindering van het aantal schepenen en de herwaardering van de wedde van de burgemeesters en schepenen en uittredingsvergoedingen.

Puntjes op de i

De minister voegt toe dat is gebleken dat de formulering van de teksten van de ordonnantie voor interpretatie vatbaar is. Daarom zet hij nu de puntjes op de i: de gemeenten kunnen vanaf nu uittredingsvergoedingen toekennen. Ook aan lokale afgevaardigden die niet herbenoemd zullen worden. Daarbij werd rekening gehouden met het feit dat, in geval van twijfel, de bepaling zo gunstig mogelijk moet worden geïnterpreteerd voor de persoon aan wie rechten worden toegekend, stelt hij.

"Net als wat gebruikelijk is in het Vlaamse Gewest, heb ik een uittredingsvergoeding voorzien, als de mandataris niet wordt herbenoemd in een lokale functie en als hij geen andere beroepsinkomsten heeft die hoger zijn dan de uittredingsvergoeding", aldus Clerfayt nog. Indien de mandataris een beroepsinkomen heeft dat lager is dan het bedrag van de uittredingsvergoeding, kan hij vragen om het verschil tussen de twee bedragen te ontvangen. Een vervangingsinkomen telt eveneens als beroepsinkomen.

Het aantal maanden uittredingsvergoeding hangt af van het aantal opeenvolgende jaren dat het mandaat werd uitgeoefend. Ieder jaar mandaat geeft recht op één maand vergoeding, met een maximum van 12 jaar.