Kernkabinet buigt zich over geleidelijke invoering werkloosheids­hervorming

De beperking van de werkloosheidsuitkering in de tijd zal mogelijk - gedeeltelijk - later dan gepland in werking treden en gefaseerd worden ingevoerd, zo zegt federaal minister van Werk Clarinval (MR). Het punt staat maandagavond op de agenda van het kernkabinet.

Premier Bart De Wever (N-VA) en zijn topministers blazen vanaf 18.30 uur verzamelen om een aantal knopen te ontwarren. Onder meer de tweede lezing van de programmawet komt aan bod.

Die bevat een eerste reeks hervormingen die de regering wil doorvoeren, waaronder de beperking van de werkloosheidsuitkering. De werkloosheidsuitkering zou voor de meeste werklozen beperkt worden tot maximaal twee jaar. De hervorming zou op 1 januari 2026 in werking treden, maar dat blijkt complexer dan voorzien.

De Franstalige zakenkrant L'Echo citeerde zaterdag een nota van de RVA waarin de federale instelling voor werk erop wees dat de informaticasystemen moeten worden aangepast. Een hele opgave die slechts op enkele maanden tijd zou moeten worden gerealiseerd, en dat terwijl de programmawet die de hervorming zou invoeren zelf nog steeds niet is goedgekeurd door het parlement. Daarnaast vraagt de RVA ook dat er goed wordt gecommuniceerd naar de verschillende uitbetalingsorganen.

Uitstel

Onder meer de Brusselse arbeidsbemiddelaar Actiris vroeg in april al om uitstel van de hervorming, onder meer omdat meer tijd nodig zou zijn om IT-systemen aan te passen. Actiris uitte toen ook grote bezorgdheid over de impact van de inperking op de Brusselse OCMW's, aangezien verwacht wordt dat veel mensen die hun uitkering verliezen zich tot het OCMW zullen wenden voor een leefloon.

Verwacht wordt dat minister van Werk David Clarinval (MR) mede daarom een aantal opties op tafel legt, met wellicht een spreiding in de tijd als gevolg. Mogelijk komen er uitzonderingen, zoals voor ouders van kinderen met een handicap of eenoudergezinnen. Maar de federale regering hoedt zich voor al te lang uitstel voor een grote groep, want zij rekent op de hervorming om het begrotingstekort terug te dringen.

“Tussen de eerste en de tweede lezing (van de programmawet, red.) hebben wij rekening gehouden met de adviezen van de regionale arbeidsbemiddelaars, de RVA, de Raad van State en de sociale partners”, zo laat de woordvoerder van minister van Werk Clarinval weten aan BRUZZ.

“Daarom bestuderen we met het oog op de discussie van vanavond in de kern een aantal scenario's die gericht zijn op een geleidelijke invoering, zonder dat dit gevolgen heeft voor de budgettaire verwachtingen en de doelstellingen voor activering richting de arbeidsmarkt”, waarmee het kabinet bevestigt dat een gefaseerde invoering op tafel ligt.

Uitzonderingen

Clarinvals collega-vicepremier en minister van Buitenlandse Zaken Maxime Prévot (Les Engagés) verwelkomt alvast de matigende taal in een interview op radiozender Bel RTL maandagochtend. "Ik hoorde de minister van Werk erkennen dat er ruimte is voor een gefaseerde invoering van de hervorming. Dat is ook waar Les Engagés op hoopt. We moeten rekening houden met de bijzondere omstandigheden van sommige groepen.”

Volgens de vicepremier zal de invoering van de hervorming daarom voor bepaalde groepen ‘gefaseerd’ en met enige vertraging moeten worden doorgevoerd, “maar het einddoel moet hetzelfde blijven.” Volgens hem betekent dat niet dat de regering terugkrabbelt, maar zich flexibel opstelt.”

Tienduizenden Brusselaars

Door de geplande beperking van de werkloosheid in de tijd zou binnenkort zo’n 113.000 mensen hun uitkering verliezen. Oorspronkelijk zou dat al vanaf 1 januari 2026 het geval zijn.

Zoals al eerder gemeld, zal de hervorming van de werkloosheidsuitkeringen vooral in Brussel een grote impact hebben. Volgens Vivalis, de Brusselse overheidsdienst voor Armoedebestrijding, is het Brussels gewest de regio waar verhoudingsgewijs de meeste mensen hun uitkering zullen verliezen, en daarna niet aan de slag gaan. Volgens een schatting van de dienst kan de hervorming zo'n 24.700 Brusselaars onder de 55 jaar uitsluiten.

Maar ook 55-plussers zonder werk die niet aan de vereiste 30 jaar werkervaring komen dreigen uit de boot te vallen. Volgens een schatting van de vakbond ABVV zijn dat er zelfs meer dan verwacht, en zou het totaal aantal Brusselaars die hun uitkering kwijtraken 32.000 bedragen.