Oorlog in Gaza: Schaarbeek doet geen zaken meer met bedrijven die mensenrechten schenden

De gemeenteraad van Schaarbeek heeft woensdagavond, op één onthouding na, unaniem nieuwe richtlijnen goedgekeurd voor het beleid rond overheidsopdrachten en aankopen. Het voorstel, ingediend door schepen van Aankopen Cédric Mahieu (Les Engagés), beoogt een sterker engagement voor mensenrechten, het internationaal recht en sociale en ecologische normen.

Volgens Mahieu wordt Schaarbeek hiermee "de gemeente met het meest veeleisende beleid inzake overheidsopdrachten op het vlak van internationaal recht en mensenrechten". In de toekomst zullen bestekken clausules bevatten die kandidaat-leveranciers en opdrachtnemers verplichten om het internationaal recht te respecteren. De gemeente behoudt zich ook het recht voor om bedrijven uit te sluiten die veroordeeld zijn voor inbreuken op milieu-, arbeids- of sociale regelgeving.

Toch verliep de stemming niet helemaal zonder wrevel. Laure Lita, fractieleider van MR/Les Engagés, onthield zich omdat een amendement van de PVDA/PTB volgens haar "te veel focust op het Israëlisch-Palestijnse conflict", terwijl ze liever een “meer universele” benadering had gezien. Dat amendement, dat met ruime meerderheid werd goedgekeurd, verwijst onder meer naar "de genocide op de bevolking van Gaza" en "de voortdurende criminele aanvallen door kolonisten in de Westelijke Jordaanoever en Oost-Jeruzalem".

Voortaan zal Schaarbeek bij onderhandse opdrachten geen bedrijven meer benaderen die volgens internationale instellingen betrokken zijn bij schendingen van het internationaal recht. Dit geldt voor bedrijven actief in de Israëlische nederzettingen, de oorlog in Oekraïne en bepaalde conflicten in Afrika. "Voor alle duidelijkheid: geen enkel bedrijf waarmee de gemeente momenteel samenwerkt, valt hieronder," aldus Mahieu.

Ten slotte roept de gemeente de federale overheid op om bij de Europese Commissie te blijven pleiten voor een aangepast wettelijk kader, zodat mensenrechten en internationaal recht een centralere plaats krijgen in het Europese beleid rond overheidsopdrachten.