Belga I BRUZZ

| Niet iedereen is ervan overtuigd dat na de dodelijke aanrijding extra regels nodig zijn. Zo wijst VUB-criminologe Sofie De Kimpe erop dat er al een goed uitgewerkte ministeriële richtlijn bestaat over politieachtervolgingen.

Analyse

Problemen bij achtervolgingen zijn al jaren bekend, 'maar rapporten worden nooit gelezen'

JP , MVDH
05/06/2025

De tragische dood van de 11-jarige Fabian, die maandagavond werd aangereden door een politiewagen, roept vragen op over de werking van de politie. Politici willen striktere regelgeving over achtervolgingen, maar experten wijzen vooral op een ‘cultuurprobleem’.

"Ik ben 27 jaar oud en al sinds mijn jeugd zie ik hoe moeilijk de relatie is tussen de Brusselse jeugd en de politie,” zegt Brussels parlementslid Ilyas Mouani (Vooruit.brussels). “Van in de Modelwijk in Laken herinner ik me de gevaren van agenten die vol adrenaline de achtervolging inzetten. Toen ik zestien was, raakte een vriend van mij zo zijn been kwijt: klemgereden tegen een muur. Ik ben opgegroeid met die angst voor de politie.”

Het parlementslid verwijst ook naar het eerdere overlijden van de jonge Mehdi Bouda, die met 90 per uur achtervolgd werd door een politieauto zonder zwaailicht en de dood van Sabrina El Bakkali en Ouassim Toumi. Voor Mouani zijn de gebeurtenissen van afgelopen maandag de spreekwoordelijke druppel: "Dit is geen alleenstaand geval. Waarom was het nodig om zo dichtbij te rijden, achter een kind dat vlucht in angst? Dit was gedoemd om slecht af te lopen."

STUDIOGESPREK_ILYAS_MOUANI.transfer20221128BZ02.mp4

"Ik ben 27 jaar oud en al sinds mijn jeugd zie ik hoe moeilijk de relatie is tussen de Brusselse jeugd en de politie,” zegt Brussels parlementslid Ilyas Mouani (Vooruit).

Checks en balances

De socialisten willen dan ook paal en perk stellen aan dit soort ongelukken. Vrijdag 13 juni zullen ze tijdens het actuadebat in het Brussels parlement een werkgroep voorstellen rond de problematiek. “We willen partijen aan de tafel brengen om te kijken wat nodig is om dit soort achtervolgingen te stoppen”, klinkt het.

Dat debat willen de socialisten niet alleen in Brussel voeren, maar ook federaal.

Volgens Mouani loopt België achter op het vlak van wetgeving rond achtervolgingen. Hij verwijst naar Frankrijk waar dankzij de ‘nota 89’ verschillende steden een algemeen verbod op achtervolgingen hanteren. Een uitzondering wordt alleen gemaakt voor ernstige feiten, zoals moord en doodslag.

Daarnaast willen de socialisten dat er voldoende checks en balances worden ingebouwd, zoals een verplichte toestemming via de radio bij de dispatch, en pleiten ze voor meer opvolging van agenten die in de fout gaan. In de politieacademie moet meer aandacht komen voor het naleven van de regelgeving.

Naast Vooruit wil ook Team Fouad Ahidar meer controle op politieachtervolgingen. In de gemeenteraad van de Stad Brussel plant de partij een motie in te dienen voor de systematische installatie van dashcams (ingebouwde camera’s) op alle politiewagens.

Viersecondenregel

Toch is niet iedereen ervan overtuigd dat extra regels nodig zijn. VUB-criminologe Sofie De Kimpe wijst erop dat er al een goed uitgewerkte ministeriële richtlijn bestaat over politieachtervolgingen. Die legt duidelijk vast aan welke voorwaarden een agent moet voldoen voordat hij of zij een achtervolging mag starten. Dat mag alleen in wettelijk toegestane gevallen (legitimiteit), moet zo beperkt mogelijk blijven (subsidiariteit), in verhouding staan tot de ernst van de feiten (proportionaliteit) en zinvol zijn (opportuniteit).

“Daarnaast wees het Comité P (het externe controleorgaan op politie, red.) al in herhaaldelijke rapporten uit 2011, 2013, 2014 en 2017 op de problemen bij achtervolgingen van voertuigen", aldus De Kimpe. "Die documenten zijn erg uitgebreid en grondig, maar worden nooit gelezen. Pas nu er een dode is gevallen, springen politici erop.”

“Comité P wijst al jaren op de problemen bij achtervolgingen. Hun rapporten worden nooit gelezen, maar nu er een dode is gevallen, springen politici erop.”

Sofie De Kimpe

Professor VUB

In het meest recente rapport uit 2020 verwijst Comité P naar duidelijke richtlijnen uit het handboek Achtervolgen en intercepteren van voertuigen. Agenten moeten zich vier vragen stellen voor ze aan een achtervolging beginnen: wat is mijn opdracht, wat zijn de gevaarsindicatoren, ben ik in staat om tussen te komen en heb ik het recht om tussen te komen en wat is mijn actieplan?

Als er dan tot een achtervolging wordt overgegaan, gelden verschillende veiligheidsprincipes, zoals een minimale veiligheidsafstand. Daarbij geldt de viersecondenregel die als basis dient voor een veilige remafstand.

'Onvoldoende getraind'

Volgens De Kimpe zit het probleem dan ook niet bij het wetgevend kader, maar eerder bij een gebrek aan opleiding. “Voor de analyse van dit geval en de vraag of dit specifieke optreden proportioneel was, moeten we het onderzoek afwachten”, zei ze daarover aan VRT. “Bottomline is wel dat agenten op zo’n moment in een fractie van een seconde een beslissing moeten nemen, rekening houdend met de veiligheid van zichzelf, de achtervolgde en omstaanders. Dat vraagt erg veel reflexief vermogen.”

6d538c6f-belgaimage-126220285.jpg

Belga 

| De ceremonie in het Elisabethpark ter afscheid van Fabian.

Maar net dat is volgens De Kimpe te weinig aanwezig bij agenten en komt onvoldoende aan bod in de politieopleidingen. Een probleem dat ook het Comité P al aanstipte: het gedwongen doen stoppen van voertuigen wordt voornamelijk theoretisch behandeld. Daardoor zijn agenten onvoldoende getraind op onvoorziene omstandigheden.

Wel lijkt er beterschap op komst. Zo vertelt Caroline Scopel van de Brusselse politieschool dat er sinds enkele jaren een speciale module is voor bestuurders van prioritaire voertuigen. Daar leren agenten, met onder meer een simulator, voorzichtig en defensief rijden. “Wij hebben de module op eigen initiatief aan ons basispakket toegevoegd,” zegt Scopel, ”maar de opleiding prioritair rijden is niet bij wet verplicht voor politieagenten”.

'Cultuurproblemen'

Tot slot wezen verschillende experten in de nasleep van het overlijden van Fabian al op ‘cultuurproblemen’ binnen de politie. Docent politie-ethiek Paul Jacobs had het in De Standaard over ‘machogedrag’ en een ‘crime-fightersmentaliteit’ waarbij criminaliteit stoppen primeert op de bescherming van mensen.

Ook VUB-criminologe Els Enhus wees in de BRUZZ-studio op een cultuur waarin agenten zoeken naar spanning en adrenaline. “Veel jongeren zijn bang van de politie, maar iemand die vlucht, is verdacht in hun ogen. Die heeft iets te verbergen en moet gestopt worden, dat is een kenmerk van de politiecultuur.”

Het Comité P wijst expliciet op dit probleem: “Wat het narijden betreft, luidt het algemeen principe: nooit ten allen prijze achtervolgen, maar je beperken tot het intelligent narijden en je afvragen of er evenwicht is tussen het beoogde doel enerzijds en het risico anderzijds," klinkt het.

"Agenten moeten zich bewust zijn van de gevolgen van deze stresssituatie en de adrenalinekick, zoals tunnelvisie, misinterpretatie van afstand en overschatting", zegt Enhus. "Indien de risico’s te groot worden moet het narijden worden afgebroken, zo niet kunnen de politieambtenaren hiervoor ter verantwoording geroepen worden.”

Overlijden 11-jarige Fabian

Op maandagavond 2 juni kwam de elfjarige Fabian om het leven in het Elisabethpark in Ganshoren. Hij reed op een step en werd achtervolgd door de politie.

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Brussel-Stad , Ganshoren , Koekelberg , Samenleving , Overlijden 11-jarige Fabian , politie , Achtervolgingen , Comité P , fabian , aanrijding , Elisabethpark

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni