SP.A-voorstel voor Brussel: 'Eenvoudiger en goedkoper'

De SP.A legt haar toekomstvisie voor het Gewest en de stad Brussel op tafel. Die twee vallen best zoveel mogelijk samen, klinkt het. Dat zorgt voor beter bestuur én een besparing van 940 miljoen euro. Om de lokale democratie niet helemaal uit het oog te verliezen, willen de socialisten tegelijk willekeurig gelote burgerpanels creëren.

“One Brussels.” Dat is het uitgangspunt van de toekomstvisie van de SP.A voor Brussel. De hoofdstad telt te veel beleidsniveaus en te veel politici, wat tot verwarring en slecht bestuur leidt, is de teneur. Het is een vaststelling die ook minister-president Rudi Vervoort (PS) eerder al maakte. De oplossing? Laat het Brussels Gewest samenvallen met de stad en breng zo veel mogelijk bevoegdheden samen onder één bestuur.

Smet lanceert het nieuwe voorstel samen met zijn partijvoorzitter in De Standaard en Le Soir. Eén mag dan wel het eenzaamste getal zijn, de socialisten zijn er duidelijk fan van: één stad, één OCMW, één politiezone, één begroting, is de beknopte samenvatting van hun voorstel.

Al is ‘nieuw’ relatief. Toen Smet zich in 2005 nog een gelijkaardig voorstel liet ontvallen, werd hij meteen op het matje geroepen door Charles Picqué (PS), toen nog minister-president en vandaag parlementsvoorzitter.

Het lot beslist
Centraliseren dus, maar zonder aan democratie in te boeten, klinkt het. De socialisten pleiten ervoor om naast één ‘stadsgewest’ ook verschillende stadsdelen op te richten, die naast een adviserende rol ook bevoegd zouden zijn voor onder meer groenbeleid en wijkcontracten. Hoeveel dat er precies zouden zijn, is nog onduidelijk. “Meer dan de huidige 19 gemeenten,” staat in het voorstel van de socialisten te lezen.

Om werk te maken van een echte ‘proximité’ wil Smet dat er naast drie rechtstreeks verkozen ‘stadsdeelexecutieven’ – een functie die niet te cumuleren zou zijn met een functie op niveau van het Gewest – ook willekeurig gelote burgers inspraak krijgen. Om de twee jaar zouden 20 burgers geloot worden om een burgerpanel te vormen, dat advies kan geven en een controlefunctie uitoefent.

Het plan van de SP.A gaat gepaard met enkele naamswijzigingen. Het Brussels parlement zou de ‘stadsgewestraad’ gaan heten, de Brusselse regering wordt een ‘stadsgewestregering’. Binnen die organen willen de socialisten pariteit tussen Frans- en Nederlandstaligen garanderen. Die laatsten zouden steeds 13 van de 69 zitjes in het parlement, en drie van de acht ministers (minister-president inbegrepen) krijgen.

940 miljoen
Door alles onder één koepel te brengen, hoopt Smet de Brusselse chain of command te vereenvoudigen. "Alle politieke partijen zijn vandaag wel ergens verantwoordelijk voor het bestuur, en dat zorgt voor een soort pingpong. Het is altijd de schuld van de andere", zegt Smet. "Het huidige systeem werkt niet en het is niet transparant voor de burgers."

Naast een bestuurlijke vereenvoudiging is het plan van de socialisten ook een besparing. Door te snoeien in het aantal – lokale – mandatarissen hopen zij 940 miljoen euro te kunnen besparen, goed voor 10 procent op het totale budget van Gewest en gemeenten.

Koude steen
Vooralsnog is Smets voorstel enkel dat: een voorstel. De Nederlandstalige partijen zijn dergelijke ideeën wel genegen, maar bij de Franstaligen dreigt de demarche van de socialisten op een koude steen te vallen. Toch blijft Smet optimistisch: “We rekenen nu op een nieuwe generatie die opstaat bij de MR en de PS," klinkt het.