Tot vijf jaar cel gevorderd voor Brusselaars na explosie bij woning in Brugge

Vier jonge Brusselaars hebben zich voor de Brugse correctionele rechtbank moeten verantwoorden voor een explosie in Brugge. De beklaagden zouden de woning van een notoire cocaïnedealer geviseerd hebben. Het openbaar ministerie vorderde tot vijf jaar effectieve gevangenisstraf.

De Brugse deelgemeente Sint-Pieters werd op 28 februari 2024 rond 3 uur opgeschrikt door een explosie in de Blauwe Poort. De voordeur van de getroffen woning en van de woning van de buren liepen schade op, maar er vielen geen gewonden. De zaak kon snel gelinkt worden aan het drugsmilieu, want er liep al een gerechtelijk onderzoek naar de jarenlange cocaïnehandel van een van de bewoners. Ook de moeder, de partner en een driejarig neefje van Karam B. waren in het pand aanwezig.

De burgerlijke partij benadrukte dat de feiten veel ernstiger hadden kunnen aflopen. Binnen een afstand van een halve meter kon de gebruikte vuurwerkstaaf immers wel degelijk dodelijk geweest zijn. Bovendien zouden de slachtoffers sindsdien lijden aan posttraumatische stress en slapeloosheid. In die omstandigheid vorderde de raadsman voor de vier aanwezigen elk 10.000 euro schadevergoeding. De verdediging wees er later op dat Karam B. door zijn activiteiten als dealer bepaalde risico's aanvaardde. De Bruggeling werd op 23 juni 2025 tot vijf jaar effectieve celstraf veroordeeld.

Vuurwerk

Ook de procureur stond nog stil bij de ernst van de explosie. Volgens het openbaar ministerie volstond het vuurwerk om een auto te doen exploderen. Dergelijk gevaarlijk vuurwerk mag dan ook enkel door professionals gebruikt worden. Op 27 februari zouden enkele beklaagden het vuurwerk gekocht hebben in een carnavalswinkel in het Luikse Héron.

De speurders kregen snel een Peugeot 308 in het vizier. Bilal A. (21) bleek het voertuig een week lang gehuurd te hebben, tot de dag na de ontploffing. De beklaagde zou 2.300 euro cash betaald hebben. Die bewuste nacht zou hij het voertuig uitgeleend hebben aan enkele vrienden. Zo bleek hij in contact te staan met Mohamed T. (22). Diens gsm en de gsm's van Mohammed A. (21) en Redouane H. (21) legden de nacht van de feiten dan weer hetzelfde traject af van Vorst naar Brugge. De toestellen maakten ook verbinding met de Peugeot en werden gebruikt om de route te bepalen.

De jongeren uit Vorst moesten zich maandagochtend verantwoorden voor opzettelijke vernieling, beschadiging en bendevorming. Het openbaar ministerie merkte op dat H. in oktober 2024 al vier jaar cel kreeg voor diefstallen met geweld. Mohammed A. liep in 2023 dan weer een veroordeling tot een jaar cel met uitstel op voor drugsfeiten. Voor de drie vermeende uitvoerders eiste de procureur uiteindelijk vijf jaar effectieve gevangenisstraf. De huurder van de wagen riskeert drie jaar effectieve celstraf.

Vrijspraak gevraagd

Drie beklaagden vroegen voor alle feiten de vrijspraak. Zo houdt Redouane H. vol dat hij niet in de auto zat, ondanks de aanwezigheid van zijn gsm. Zijn advocate benadrukte dat de opdrachtgevers sowieso niet gevat werden. "De angst voor represailles is de rode draad in dit dossier", aldus meester Mélanie Sevenant.

Mohamed T. erkende dat hij werd ingeschakeld als chauffeur, maar wist naar eigen zeggen niet wat zijn kameraden van plan waren. "Hij was de enige met een geldig rijbewijs, maar was zelf heel kwaad toen hij een grote boem hoorde", pleitte meester Caroline Heymans. De verdediging wierp ook op dat T. nooit eerder met het gerecht in aanraking kwam.

Ook Bilal A. beweerde dat hij niet op de hoogte was van de feiten. Naar eigen zeggen huurde hij het voertuig eigenlijk om tijdens een trip naar Parijs indruk te maken op zijn vriendin. "Maar dat ging niet door toen hij uiteindelijk geen verlof kreeg op zijn werk", aldus meester Jarne Roose.

Ten slotte stuurde de raadsman van Mohammed A. aan op een straf met uitstel, gekoppeld aan voorwaarden. Volgens meester Thomas Gillis werd zijn cliënt overduidelijk gerekruteerd door het drugsmilieu. "Het is een akelig gevoel dat ze jonge gasten zo voor hun kar spannen", klonk het. A. houdt wel vol dat hij tijdens de feiten gewoon in de wagen bleef zitten.

De rechtbank doet uitspraak op 6 oktober.