Kogelhulzen op de stoep, verzegelde cafés of verdwaalde kogels op weg naar school of werk. Voor veel Brusselaars zijn de schietpartijen geen ver-van-mijn-bedshow meer. Dat leidt tot stress, slaaptekort, vermijdingsdrang en zelfs verhuizingen. “Waar kan ik naartoe? Mijn leven is in Molenbeek.”
©
Saskia Vanderstichele
“Ik slaap al de hele maand met het licht aan in de woonkamer. Zo lijkt het niet of hier niemand thuis is. Mijn boodschappen doe ik snel-snel in de ochtend, vanaf 9 uur, en alleen nog via een omweg langs het kanaal. Op dat uur slapen de dealers nog. Daarna kom ik mijn huis niet meer uit.”
De 63-jarige Nadia * uit Molenbeek zag en hoorde deze maand meerdere schoten vlak bij huis. Ze woont in een sociaal woonblok aan het Fonderiepark. In de Ransfortstraat en Paalstraat om haar hoek waren er deze zomer schietpartijen, net als verderop in het centrum van de gemeente.
“Eén keer kwam ik van de bakker, waar ik mijn pannenkoeken haal, en zag ik de politie alles afsluiten,” vertelt ze. Nadia wil in geen geval met naam of foto in de krant. “Ik durf niet. Te veel jongeren uit de buurt kennen mij,” zegt ze.
©
Saskia vanderstichele
| Bij een schietpartij eind juli in het Bonneviepark in Sint-Jans-Molenbeek raakte een man levensgevaarlijk gewond.
Haar angst manifesteert zich ook op straat. Ze kijkt vaker links en rechts van zich, mijdt bepaalde straten en checkt of niemand rond haar een wapen draagt, zegt ze. “Mijn dochter woont in Sint-Pieters-Woluwe en vindt dat ik moet verhuizen, maar mijn sociale leven is hier. Waar zou ik naartoe gaan?” De vrouw woont al haar hele leven in Molenbeek en veertien jaar in dit blok.
Verhuisd naar Schepdaal
Haar gevoel van machteloosheid leeft wel breder in Brussel. Wie een schietpartij meemaakt voor de eigen dorpel, lijkt voor een keuze gezet: verwerken, incasseren of verhuizen. “Ik ben jarenlang judoka geweest. Ik was nooit bang van ruzie op straat. Alleen, op mijn 67e vind ik het toch wat riskant om nog tussenbeide te komen. Jongeren die ik niet ken uit de wijk, spreek ik niet aan,” vertelt Nadia's buurvrouw Martine Martin.
Zij woont al dertig jaar in het woonblok. “Ik sluit me niet op, maar ga soms wel een week uitblazen bij mijn dochter in Namen,” vertelt ze. “Wij hebben hier al genoeg schietpartijen meegemaakt en zelfs Salah Abdeslam is om onze hoek opgepakt (in de Vierwindenstraat in 2016, red.). Dat draag je mee. Een verdwaalde kogel kan altijd.”
©
Saskia Vanderstichele
| Martine Martin woont al dertig jaar in Molenbeek: “Ik sluit me niet op, maar ga soms een weekje uitblazen bij mijn dochter in Namen.”
Net diezelfde boodschap gaf Brussels procureur des Konings Julien Moinil deze maand tijdens een fel bewaakte persconferentie over het oplaaiende drugsgeweld in de hoofdstad. “Iedereen kan beschoten worden,” benadrukte hij. Moinil wou er de politiek mee wakker schudden. Alleen al de voorbije zomer werd in Brussel meer dan twintig keer geschoten. Voor dit jaar is de kaap van zestig schietpartijen gerond en vielen er al zeven doden – weliswaar niet allemaal gelinkt aan drugs. Op het aantal indirecte slachtoffers, van getuigen tot buurtbewoners, is veel minder zicht.
“Ik schiet vaak wakker als ik een luide knal hoor, zelfs als het maar een uitlaat is,” zegt buurtbewoner Tim van het Anderlechtse Raadsplein. Hij maakte in maart een schietpartij van dichtbij mee.
“Wij zijn intussen verhuisd,” vertelt een vrouw uit de Aumale-wijk dan weer. Ook zij wil anoniem blijven. Ze zag vorig jaar een doodgeschoten man voor haar deur en moest meermaals weglopen van schoten. “Ik ben zelf psychologe, ik spring echt niet lichtzinnig om met het begrip trauma. Toch is dat echt wat ik ervaarde. Bij het minste geluid reageert mijn lijf alsof ik moet weglopen en ik mijd groepen mensen op straat. Natuurlijk mis ik Brussel, maar in Schepdaal kan ik weer slapen,” zegt ze over haar nieuwe thuis.
Zorgwekkende symptomen
Is die angst terecht, en hoe ver kan die reiken? “De vraag naar veiligheid is reëel. Brussel zit met een veiligheidsprobleem. Dan is het normaal dat mensen naar oplossingen zoeken om die veiligheid voor zichzelf te verhogen. Anderzijds komt me regelmatig ter ore dat mensen bepaalde wijken of tijdstippen vermijden. Dat wijst echt op een probleem,” zegt psychologe Charlotte Viaene. Ze woont zelf aan de Anderlechtsepoort, ziet de openlijke straatdeals daar zelf toenemen, en ontvangt cliënten in het therapeutisch centrum De Vijfhoek aan de Grasmarkt. Ze werkt onder meer rond traumaverwerking en angsten.
“Ik verwacht meer vragen over drugsgeweld vanaf dit najaar”
Psychologe bij therapeutisch centrum De Vijfhoek
“Voorlopig krijgen we nog geen specifieke vragen over schietpartijen, maar we verwachten die wel. Na de aanslagen van 2016 en de terreuraanslag op twee Zweedse voetbalsupporters duurde het ook even voor getuigen zich aanmeldden voor hulp. Mensen hebben zelf niet altijd door dat hun symptomen zorgwekkend zijn,” zegt ze.
Wie plots wordt opgeschrikt door een schietpartij, zegt Viaene, kan daarna prikkelbaar, sneller boos, angstig of neerslachtig zijn. “Dat is een normale, menselijke reactie op een abnormale, schokkende gebeurtenis,” benadrukt ze.
Behalve gepieker kan langdurige stress concentratie- en slaapproblemen in de hand werken en zelfs de immuniteit verstoren. Al hoeft lang niet iedereen daarvoor in therapie. “De meeste mensen kunnen dat soort klachten opvangen door er met hun eigen familie of vrienden over te praten. Pas wanneer de symptomen lang aanhouden, spreken we van een posttraumatisch stresssyndroom (PTTS),” zegt Viaene. Dat laat zich pas met vertraging voelen in therapeutische praktijken. “Meestal is het de omgeving die mensen daarop wijst,” zegt Viaene. “Ik verwacht meer vragen over drugsgeweld vanaf dit najaar.”
©
Saskia Vanderstichele
| Tim en Sylvia uit Anderlecht willen verhuizen. “Ik heb geen angst, maar wel een grote moedeloosheid,” zegt Tim.
Overigens komen er wél al vragen over drugsgebruik op haar af. “Steeds meer mensen kloppen bij ons aan omdat ze vinden dat hun gebruik uit de hand loopt,” zegt ze. “In zekere zin vind ik dat positief, omdat ze het willen aanpakken. Het toont wel hoe alomtegenwoordig drugs in Brussel zijn. Uiteindelijk zijn de dealers zelf vaak erg jong en voor mij ook een slachtoffer.”
Verhuizen
“Ik heb geen PTSS overgehouden aan de schietpartij voor mijn deur, zelfs geen angst, maar wel een grote moedeloosheid,” zegt Tim uit Kuregem. “Natuurlijk was ik in shock bij het horen van schoten in de lente. Ik stond aan de grond genageld, ik begreep eerst niet wat er gebeurde. Maar wij hebben ons leven nooit aangepast aan dat geweld: we blijven buitenkomen, werken, sporten en uit eten gaan. Dat zie ik ook bij de buren.”
Kinderen op het Raadsplein spelen wel minder laat buiten dan vroeger, ziet hij. “En zelf proberen we na een etentje toch voor 2 uur 's nachts thuis te zijn, wanneer de meeste schietpartijen plaatsvinden. Ik ben vooral gefrustreerd en ontgoocheld dat er na al die maanden niets is veranderd. Ik zie geen enkele zichtbare actie of daadkracht van de politiek.”
Tims vriendin Silvia wil nu verhuizen naar buiten Brussel. “Al zal ik het huis niet verkopen. Ik hoop nog altijd dat het over vijf jaar beter is en we kunnen terugkeren,” zegt Tim zelf.
©
Saskia Vanderstichele
| In de buurt van metrostation Aumale vonden in de herfst van vorig jaar twee dodelijke schietpartijen plaats.
Eenzelfde geluid is te horen bij het gezin uit de Aumale-wijk, dat naar Schepdaal in de Vlaamse rand verkaste. “Wij hebben ons huis in Brussel nog niet verkocht, we zouden er geen goede prijs voor krijgen in deze context. We verhuren het liever tot de situatie verbetert,” klinkt het. Hun voormalige buren aan Aumale zien wel dat het geweld, een klein jaar na twee dodelijke schietpartijen, is gaan liggen.
“Er zijn nog enkele kleine dealers, maar die verkopen alleen huis-tuin-en-keukendrugs,” zegt Pieter Buggenhout, die in de buurt woont. Een contrast met de drive-in die hij vorig jaar vanuit zijn raam zag opereren. Buggenhout woont al twaalf jaar aan Aumale. “Een klein dorp in de stad met winkels en veel groen, ideaal gelegen bij de metro en op fietsafstand van het stadscentrum. Ik ben altijd van het principe geweest: dit is mijn buurt, dus laat de dealers maar verhuizen. Niet ik,” zegt hij.
©
Saskia Vanderstichele
| Pieter Buggenhout is niet van plan om op te geven: “Ik ben altijd van het principe geweest: Aumale is mijn buurt, dus laat de dealers maar verhuizen. Niet ik.”
Buggenhout noemt zichzelf een rationeel iemand. Hij is trouwens schooldirecteur van het Unesco-atheneum in Koekelberg. “Ik heb die mannen altijd aangesproken. Ik zei hen goeiendag en soms zei ik hen dat ze me wakker hadden gemaakt om 2 of 4 uur 's nachts. Dan hadden we weleens discussie, maar op die manier is er ten minste gesprek,” zegt hij. “Ik weet dat niet iedereen dat durft. Maar uiteindelijk staan zij daar grâce à nous. Criminele bendes zoeken zwakke plekken in de stad op om van te profiteren. Je hoeft dat als buurt niet toe te laten. Bel naar de politie,” vindt Buggenhout.
In de Aumale-wijk heeft hun verhoogde aanwezigheid en de installatie van extra camera's alvast geholpen, zegt hij. Over de lokale politiek in Anderlecht is hij minder te spreken. “Ik heb de burgemeester nog nooit gezien in de wijk. Welke Brusselaar heeft vandaag nog vertrouwen in de politiek?” zegt hij.
Die moedeloosheid lijkt wel het meest voorkomende gevolg van de schietpartijen in de stad, veel meer dan angst. “In onze voortuin slapen tegenwoordig twee dakloze mensen. De huisvestingsmaatschappij zegt dat we de politie moeten bellen, maar de politie zegt dat het privéterrein is en verwijst ons terug naar hen,” zegt Martine Martin uit Molenbeek. “Het slot van onze voordeur is al dagen stuk, maar de woningmaatschappij komt het niet maken. Hoe wil je dat wij ons nog veilig voelen in ons eigen huis?”
Blijven praten
Volgens psychologe Charlotte Viaene is verhuizen in zo'n geval zeker geen vermijdingsgedrag, maar een keuze voor veiligheid en welzijn. “Het hoeft wel niet zo drastisch te worden. Preventief is het belangrijk om te blijven praten. Sluit je niet af, blijf naar buiten gaan en zoek naar bronnen van ontspanning en sport,” geeft ze als tip tegen gepieker. “En als je die ontspanning in je eigen buurt of huis niet vindt, kan je misschien toch een hoek of kamer vinden om je even terug te trekken.”
De dames uit Molenbeek proberen dat op hun opgefleurde balkon. “We moeten toch wat vrolijkheid brengen in de wijk?” zegt Nadia, die haar bloembakken vol geraniums heeft gezet. Bij Martine staat er nog meer decoratie klaar. Op hun beide koelkasten prijken magneten met positieve levenslessen. “We hebben nu dezelfde kerstlichtjes gekocht om aan onze balkons te hangen. Zo stralen we 's avonds wat leven uit,” zegt Martine.
(*) Nadia is een schuilnaam. Echte naam bekend bij de redactie.
Lees meer over: Anderlecht , Brussel , Sint-Jans-Molenbeek , Veiligheid , Wapengeweld in Brussel
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.