Interview

Invasie in het MIMA: streetartlegende Invader toont zich van zijn Rubikcubistische kant

Kurt Snoekx
© BRUZZ
23/06/2022

Sinds 1998 verovert Invader de wereld met zijn Space Invaders, zijn iconische, op populaire 8-bit videogames gebaseerde keramische tegelmozaïeken. Bij het MIMA stelt de anonieme Franse streetartlegende een ander, even speels aspect van zijn praktijk tentoon: Rubikcubism.

Hoe worden mythes geboren? Vanuit de nood aan verhalen die de wereld verklaren? Vanuit de behoefte om zin te geven aan waar we als mensheid onophoudelijk en onontkoombaar in lijken te sukkelen? Ter lering en vermaak? Urban legend Invader houdt het op “een gelukkig ongelukje”, ergens in het gezegende jaar 1998. “In die tijd had ik totaal geen connectie met de graffitibeweging, die voor mij veel te Amerikaans aanvoelde en gelinkt was aan de hiphopcultuur, terwijl ik zelf veel meer voeling had met de rockscene. Daardoor heb ik niet onmiddellijk het belang van die geste ingezien toen ik mijn eerste mozaïek op straat installeerde. Het was gewoon een van de vele dingen die ik uitprobeerde aan het eind van de jaren 1990, mijn experimenten gingen toen zowat alle kanten op. Ik zocht nog naar mijn weg en mijn stijl, en was getuige van de opkomst van de digitale wereld, met de eerste pc’s die opdoken.”

“Dat eerste werk in de publieke ruimte heeft dan ook maandenlang een eenzaam bestaan gekend, tot ik op een dag besefte dat die geste wel degelijk gewicht had, dat ik een nieuw soort stedelijke uitdrukkingsvorm had gevonden en dat – aangezien het om een Space Invader (uit het populaire 8-bit videogame, red.) ging – wat erop zou volgen al voor mij was uitgestippeld: ik kon niet anders dan me nu wijden aan de totale invasie van de stedelijke ruimte met die gepixelde, keramische tegelmozaïeken.”

INVADER WAS HERE
De mythe was geboren, de missie gekend. Bijna een kwarteeuw later staat de teller op precies 4.056 Space Invaders in 80 wereldsteden: van Brussel tot Melbourne, van Bangkok tot Miami en van Mombasa tot Potosi. In Cancun Bay in Mexico verwijlen er enkele hun tijd op de bodem van de oceaan, en in 2015 werd Space2 ‘terug naar huis’ gestuurd aan boord van het ISS (International Space Station). “Af en toe krijg ik weleens de vraag of ik op een dag geen mensen in dienst zou nemen om mijn mozaïeken in mijn plaats in de straten te installeren, maar het antwoord op die vraag kan alleen maar ‘neen’ zijn. Tot hier toe heb ik ze allemaal eigenhandig geplaatst. Het maakt gewoon deel uit van mijn geschiedenis, van het proces dat ik doormaak. Als je ergens op een straathoek een van mijn mozaïeken ontwaart, betekent dat: ‘Invader was here’.”

1805 INVADER 2

“Maar het is waar dat ik houd van dat idee om nieuwe gebieden binnen te dringen, en van het bedenken van nieuwe manieren om dat te doen,” vervolgt Invader. In die veroveringsdrang kiemde bijvoorbeeld ook het idee voor een discobol die honderden Space Invaders van licht projecteert of een wafelijzer dat de beruchte gepixelde aliens in een verteerbare vorm giet. “Van bij het begin leek het me coherent en impactvol om dit project zo ver mogelijk door te drijven en te werken op planetaire schaal. Zo ben ik in afgelegen gebieden van de wereld verzeild, plekken ver buiten de gebruikelijke artistieke circuits (Afrika, India, Nepal…), waar voor mij geen kunstenaar kwam. Reizen vormt je, het is een van de mooiste dingen die je kan meemaken: nieuwe gebieden verkennen, nieuwe culturen leren kennen. Dat heeft er mee voor gezorgd dat ik dit nooit beu ben geraakt. Dit is een project zonder einde, ik zal meerdere levens nodig hebben om het te voltooien. Tja, ik houd nogal van het gezegde: ‘blijf klein maar zie het groot’.”

ELEMENTAIRE DEELTJES
‘Blijf klein’ slaat niet alleen op de intimiteit van Invaders praktijk. Het universum van de Fransman stoelt ook op een nostalgische hang naar de tijd dat kleine momenten van verwondering groot deden dromen. “Onze kindertijd tekent ons voor het leven,” bevestigt hij. “In die jonge jaren word je gevormd, ontdek je de wereld, en heel wat herinneringen voeren ons terug naar die tijd. In mijn praktijk als kunstenaar komt die band met de kindertijd heel natuurlijk aan de oppervlakte. Ik denk dat het Picasso was die zei: ‘Alle kinderen zijn kunstenaars, het probleem is kunstenaar te blijven eenmaal je volwassen bent’.”

Dit is een project zonder einde, ik zal meerdere levens nodig hebben om het te voltooien. Tja, ik houd nogal van het gezegde: ‘blijf klein maar zie het groot’

Invader

Uit die jeugd put Invader gretig. Hij was negen toen het Japanse Taito in 1978 het 8-bit videogame Space Invaders lanceerde en naast de tastbare werkelijkheid een gepixelde variant optrok. Die pixels vormen voor Invader nog steeds de elementaire deeltjes, het fundamentele alfabet van een eindeloos uitdijend vocabularium – dat reikt van de kleurrijke personages uit videogames als Space Invaders, Pac-Man, Sonic en Mario Bros. tot een waaier aan culturele iconen als Andy Warhol, CCTV, Star Wars, Manneken Pis, The Ramones of The Dude uit The Big Lebowski. “Een kunstenaar is noodgedwongen verbonden met zijn tijd, als een spons die de wereld die hem omringt absorbeert en op zijn eigen manier herinterpreteert,” vertelt hij. En dat slaat ook op die universele bouwsteentjes die hij hanteert. “De wereld waarin we vandaag leven is onlosmakelijk verbonden met de komst van het digitale, en het is duidelijk dat de pixel, de Space Invaders of de Rubik’s Cubes dat vertalen. In die zin is mijn kunst intiem verbonden met het leven, met dat knooppunt, die revolutie in de geschiedenis van de mensheid die ons nieuwe technologieën, smartphones, computers, sociale media… heeft gegeven. Mijn mozaïeken geven een lichaam aan die pixels en zijn dus vanzelfsprekend verwant met dat alles.”

Invader X Magritte

In onze ultra-high definition tijden zijn die pixels ook een anachronisme, een opzettelijke ruptuur in de gladde beeldenstorm die onze ogen dagelijks teistert. De werken die Invader in alle hoeken van onze werkelijkheid cementeert, zijn weerhaakjes die de blik vasthouden en zowel de ruimte als onze perceptie daarvan openscheuren. Enerzijds enteren ze de analoge wereld met het digitale beeld, anderzijds ballen ze dat digitale beeld samen tot zijn meest basale bestanddeel. Om zo artificiële grenzen tussen het scherm en de publieke ruimte, technologie en de werkelijkheid, droom en daad, en ultiem ook kunst en leven met gretigheid te overschrijden.

WORK HARD, PLAY HARD
Dat grensoverschrijdende aspect is tegelijk een zachtaardige democratiserende reflex en een rebelse, politieke act. “Ja, absoluut!” reageert Invader. “Ook al is mijn kunst op het eerste gezicht niet politiek, streetart is in wezen een subversieve daad en dus onontkoombaar politiek van aard. En dat is zonder enige twijfel wat me onbewust heeft gestimuleerd om te doen wat ik doe, om de kunst te bevrijden uit die ietwat snobistische, elitaire dwangbuis die de wereld van galeries en musea kan zijn. Werken in de publieke ruimte staat toe om je kunst toegankelijk te maken voor iedereen, wie je ook bent, clochard of president. Keith Haring verwoordde dat idee ook toen hij het had over de tekeningen die hij maakte in de metro van New York: ‘Mijn creaties zien meer bezoekers op een dag dan de Mona Lisa in een jaar.’”

Wat ik doe, mag in de ogen van sommigen dan triviaal lijken, voor mij is het een spel van een extreme diepgang en ernst

Invader

Er staat dus wat op het spel. Ook persoonlijk. En daar is Invader – die zich als achttienjarige zelf fotografie en tekenen had aangeleerd en zich, zonder precies idee over welke richting zijn leven uit moest, aan de faculteit beeldende kunsten inschreef – zich ten volle van bewust. “Kunst heeft mijn leven gered. Het is een ware obsessie en een reden van bestaan voor mij. En ik wijd er me aan met mijn lichaam en mijn ziel! Als ik de kunst niet had gehad, zou ik ongetwijfeld existentiële problemen hebben gehad. Je raakt met kunst aan iets metafysisch, je schrijft je in in een traditie en een geschiedenis. In het begin was het kunstenaarschap een lastige knoop voor mij, want je treedt in de voetsporen van al die genieën uit vervlogen tijden. Maar ik heb mijn kans gewaagd en ik heb me erin vastgebeten. Wat ik doe, mag in de ogen van sommigen dan triviaal lijken, voor mij is het een spel van een extreme diepgang en ernst. ‘Make it special or don’t make it’: die uitspraak komt niet van mij, maar ik kan me er helemaal in terugvinden.”

DE RUBIKCUBIST
Speciaal is ook die andere, net zo speelse, net zo waanzinnige praktijk, die Invader al bijna twintig jaar in zijn atelier beoefent en die in het MIMA volop in de schijnwerpers komt te staan – in reeksen die onder meer verwijzen naar bekende schurken (Rubik Bad Men) of meesterwerken uit de kunstgeschiedenis (Rubik Masterpieces). “Net als Space Invaders is de Rubik’s Cube van oorsprong een spel, dat bovendien gelinkt is aan mijn generatie, omdat het werd uitgevonden in 1974, toen ik een kind was. Ik vind dat object ronduit fascinerend, eenvoudig en complex tegelijk, en van een ongelofelijke schoonheid. Het was voor mij dan ook volkomen natuurlijk om het te omarmen en het zo te manipuleren dat ik het kon integreren in mijn werk.”

1805 INVADER 3

“Ik zie geen tweedeling tussen mijn mozaïeken op straat en mijn Rubikcubistische atelierpraktijk,” vertelt Invader. “Ze vloeien voort uit dezelfde bron. Het gaat om hetzelfde idee van ontdekking, avontuur en zelfs adrenaline. Om dezelfde nood om dingen te delen en het beste van mezelf te geven.”

De sculpturen en schilderijen/objecten die Invader eigenhandig uit de wereldberoemde breinbrekers tevoorschijn tovert en die hij vat onder de noemer Rubikcubisme – een term die hij in 2005 muntte – staan voortdurend op het punt te verdwijnen en te verschijnen. Nabijheid ontneemt je het zicht, afstand (of de tussenkomst van je smartphonecamera) onthult waar je precies naar kijkt. Het is een mooie metafoor voor dat gebied tussen kijken en zien, tussen werkelijkheid en visioen, tussen pixel en beeld waar Invader zich zo thuis voelt, én waar hij altijd op ontsnappen staat. Klaar voor de invasie van de ruimte, één pixel na de andere. Of dat nu met zijn mozaïeken op straat is of met zijn Rubikcubistische avonturen in zijn atelier.

“Ik zie geen tweedeling tussen die twee aspecten van mijn praktijk,” vertelt hij. “Ik heb ze altijd allebei tegelijk aangepakt. Het is belangrijk én moeilijk om even pertinent en inventief te zijn op beide vlakken, maar voor mij vloeien ze voort uit dezelfde bron. Het gaat om hetzelfde idee van ontdekking, avontuur en zelfs adrenaline. Onderliggend is er dezelfde nood om dingen te delen en het beste van mezelf te geven.”

INVADER RUBIKCUBIST
24/6 > 8/1, MIMA, www.mimamuseum.eu

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni