Nele Marian, vergeten Belgisch-Congolese schrijfster: 'Ze werd bewust uitgewist'

Tom Zonderman
© BRUZZ
07/12/2023

| Schrijfster Nadia Nsayi: “Als we de maatschappij van vandaag willen begrijpen, moeten we ook verhalen als dat van Mathilde Huysmans kennen.”

Ze was een vrouw, een persoon van kleur én ze had een relatie met een veroordeelde collaborateur: geen wonder dat Nele Marian aan de zijlijn van de geschiedenis is gezet, zegt politicologe en auteur Nadia Nsayi. Met haar boek Congolina. De erfenis van Nele Marian reconstrueert ze het leven van een van de eerste Belgisch-Congolese schrijfsters.

Wie is Nadia Nsayi?

  • Nadia Nsayi wordt in 1984 geboren in Kinshasa. Als vijfjarige reist ze met haar moeder naar België
  • Ze studeert politieke wetenschappen in Leuven en werkt tien jaar lang als beleidsmedewerker Congo bij de ngo Broederlijk Delen en de vredesbeweging Pax Christi Vlaanderen
  • Eind 2019 wordt ze curator beeldvorming in het MAS en cocurator van de tentoonstelling 100 x Congo. Een eeuw Congolese kunst in Antwerpen
  • Sinds 2021 coördineert ze de culturele programmatie van het AfricaMuseum
  • In 2020 debuteert ze als schrijfster met Dochter van de dekolonisatie. Congolina. De erfenis van Nele Marian is haar tweede boek

Dit is inderdaad een symbolische plek,” zegt Nadia Nsayi in de Afrikaanse boekenwinkel Pépite Blues, waar ze deze week haar nieuwe werk Congolina. De erfenis van Nele Marian voorstelt. Symbolisch, omdat Afrikaanse literatuur weinig zichtbaar is in de reguliere boekhandel. Maar ook omdat Mathilde Idalie Huysmans alias Nele Marian, een van de eerste Belgisch-Congolese schrijfsters, in deze straat, rue Anoul in de Matongewijk in Elsene, heeft gewoond.

“Aanvankelijk wilde ik ijveren voor een straatnaambord of standbeeld van Nele Marian, maar daar ben ik op teruggekomen”

Nadia Nsayi, politicologe en auteur

1869 CULTUUR Nadia Nsayi en portret Nele Marian 2

In die periode, na de Tweede Wereldoorlog, wist niemand nog dat Mathilde Huysmans een literaire carrière had gehad. Ze leefde een anoniem leven, tot ze in 2005 op 98-jarige leeftijd overleed. Ook Nadia Nsayi, die drie jaar geleden debuteerde met Dochter van de dekolonisatie, had nog nooit van haar gehoord toen ze begin vorig jaar van uitgeverij De Geus de vraag kreeg om haar leven in boekvorm te gieten. “Wat ik opmerkelijk vond, want ik ben toch al goed tien jaar bezig met het napluizen van de Belgisch-Congolese geschiedenis.”

De vraag kwam voor de Vlaamse politicologe en opiniemaker op een moeilijk moment. Nsayi had net haar zus Mimi verloren, ze zat volop in een rouwproces. Maar ze raakte geïntrigeerd door het bijzondere verhaal van Mathilde Huysmans en besefte dat dit boek ook kon helpen bij de verwerking. “Ik ontdekte heel wat parallellen met mijn eigen leven. Mathilde Huysmans' vader was een Belgische koloniaal, mijn grootvader ook. We verloren allebei onze vaders op jonge leeftijd en we zaten op een internaat in Wallonië.”
In het zog van de dekolonisatie en de aandacht voor vergeten personen van Afrikaanse afkomst, in de eerste plaats vrouwen, wilde Nsayi dat onbekende leven van Mathilde Huysmans onder de aandacht brengen. “Hoe meer boeken ik lees in deze shop, hoe meer mij duidelijk wordt dat vrouwen als Mathilde bewust worden uitgewist. Dat heeft te maken met de tekortkomingen van de geschiedschrijving, die doorgaans door mannen gedaan werd. Ik wilde Mathilde wél een plek geven, en zo kon ik ook mijn zus in herinnering brengen. Het boek is aan Mimi opgedragen.”

Intens verdriet

Nsayi ging op zoek naar de plekken waar Mathilde Huysmans gewoond had en ploos de archieven uit. Veel vond ze niet. “Straf, voor iemand die bijna honderd is geworden en heeft opgetreden in het Paleis voor Schone Kunsten. En die intussen opgenomen is in de Congolese literaire canon. In het Archief- en Onderzoekscentrum voor Vrouwengeschiedenis in Sint-Joost-ten-Node is haar leven samengevat in twee dozen.”

Dat leven begon in 1906 in Congo, toen haar vader, een officier uit Brugge, een kind verwekte bij een Congolese vrouw, Ojala. Metiskinderen kwamen vaak in tehuizen terecht, maar Jules Huysmans erkende zijn dochter en nam haar als tweejarige mee naar België. Ze groeide op bij zusters in een internaat in Casteau. Toen haar vader stierf, kregen haar Belgische tantes de voogdij over haar. “Maar met hen had ze geen goede relatie,” zegt Nsayi. “Metiskinderen werden doorgaans als bastaarden beschouwd. Haar tantes behandelden haar als huishoudhulp.”

In het boek staat een hartverscheurend briefje van de jonge Mathilde die op een dag niet afgehaald wordt van het station. “Bid alsjeblieft voor me, want als ik me niet in zou houden, zou ik mijn ogen uithuilen,” schrijft ze. Mathilde Huysmans kende moeilijke jaren na de Eerste Wereldoorlog. Op een bepaald moment zong ze om den brode op straat. Uiteindelijk kreeg ze steun uit koloniale hoek. In 1924 ontving ze een lening van 1.000 Belgische frank van het Ministerie van Koloniën, na lobbywerk van Alphonse Cruyen, een ex-missionaris die begaan was met het lot van metiskinderen.

Hij was niet de enige die haar steunde. Ook de vrouw van een prof aan de Koloniale Hogeschool in Antwerpen, Jeanne Van der Kerken, die mee de Association pour la Protection des Mulâtres oprichtte en een vereniging van koloniale auteurs leidde, gaf haar een duwtje in de rug. “Wellicht was Mathilde beginnen te schrijven als een vorm van troost,” zegt Nadia Nsayi over de genese van Huysmans' schrijftalent. “Haar jeugdjaren waren getekend door intens verdriet.”

Rubberbelasting

In de jaren 1930 liet Mathilde Huysmans voor het eerst van zich horen als dichteres, onder het pseudoniem Nele Marian. In haar archief vond Nadia Nsayi een uitgave van De legende van Uilenspiegel van de Belgische schrijver Charles De Coster. “De vriendin van de Vlaamse vrijheidsstrijder heette Nele,” zegt Nadia Nsayi. “Marian zou kunnen verwijzen naar de Congolees-Franse schrijver René Maran, die in 1921 als eerste zwarte auteur een belangrijke prijs had gekregen voor zijn roman Batouala, véritable roman nègre. Dat boek zat ook in haar archief.” (Lees verder onder de foto)

Nadia Nsayi met het portret van Nele Marian

| Schrijfster Nadia Nsayi met een foto van Nele Marian.

Dat Mathilde Huysmans dat boek had gelezen, bleek ook uit een lezing die ze destijds in het Paleis voor Schone Kunsten gaf over zwarte schrijvers en waarin ze René Maran aanhaalde. Zijn invloed op haar eigen werk is onmiskenbaar, hij wakkerde een verlangen naar haar geboorteland bij haar aan. In haar dichtbundel Poèmes et chansons, die ze publiceerde in 1935, viert ze haar liefde voor een geïdealiseerd Congo vanuit een Afrikaans wij-perspectief.

“Mathilde had Congo al op tweejarige leeftijd verlaten en kon er dus geen herinneringen meer aan hebben. Maar ik herken dat. Ik ben in Landen opgegroeid bij een Vlaams gastgezin, omdat mijn moeder het als jonge weduwe in Sint-Joost-ten-Node niet alleen kon rooien. Dat heeft mij vooruitgeholpen, in de armste gemeente van België had ik nooit dezelfde kansen gekregen. Maar op een bepaald moment ben ik me ook vragen beginnen te stellen over mijn geboorteland en ben ik boeken beginnen te lezen. Ik woon hier al meer dan dertig jaar, maar ik voel nog altijd een heel sterke emotionele verbondenheid met Congo. Dat ik zo vaak in deze boekenwinkel kom, is ook een manier om die leegte op te vullen. Dit voelt als thuiskomen.”

Net als René Maran liet Mathilde Huysmans zich kritisch uit over de kolonisator. “Vandaag is er een groot maatschappelijk debat rond kolonialisme en dekolonisatie,” benadrukt Nadia Nsayi. “En er waren de protesten rond Black Lives Matter. Maar toen Mathilde begon te schrijven, beleefden we de hoogdagen van het kolonialisme. Onder Albert I werden veel monumenten opgericht voor zij die hun leven gegeven hadden voor de kolonies. Leopold II werd gezien als de man die beschaving bracht. Dat Mathilde kritiek uit als vrouw van kleur, op een moment dat vrouwen sowieso heel weinig rechten hadden, is heel bijzonder.”

“Gezien we een meester moeten dienen / Willen wij liever / Eindeloos roeien, vrij / Dan een dienaar in zijn huis zijn,” schrijft Mathilde Huysmans in haar gedicht 'Lied van de peddelaars', dat is opgenomen in de bundel Poèmes et chansons. In 'Congolina', het gedicht waarnaar Nadia Nsayi haar boek vernoemd heeft, beschrijft ze hoe iedereen wegvlucht wanneer de kolonialen komen. “Ze heeft het ook over de rubberbelasting die hun werd opgelegd, en de terreur die daarbij kwam kijken,” zegt Nadia Nsayi.

Schrijven voor de Duitse bezetter

Mathilde Huysmans' bundel verscheen uitgerekend bij de uitgeverij Éditions de l'Expansion Coloniale, en bleef niet onopgemerkt. In haar archief zit een artikel uit Le Soir over de Mardis des lettres belges, een literair event dat in 1937 plaatsvond in het Paleis voor Schone Kunsten. Ze zong er enkele liedjes en werd uitzinnig onthaald. In 1938 trad ze op voor de Nationale Loterij en deed ze een interview voor het NIR (Nationaal Instituut voor de Radio-omroep) in Flagey. “Op de foto waarbij ze poseert op de trappen van het Paleis voor Schone Kunsten zie je een stralende vrouw, die aan het begin staat van een mooie carrière.”

1869 CULTUUR Nadia Nsayi en portret Nele Marian 1

| In Ganshoren kreeg Nele Marian een symbolisch naambordje en ze pronkte op de affiche van de Matrimoniumdagen. Daar wordt enkel vermeld dat ze een van de eerste schrijfsters was van Afrikaanse afkomst. "Maar ook van een niet-witte vrouw moet er een correct beeld worden geschetst,” zegt Nadia Nsayi.

Die beloftevolle literaire toekomst krijgt helaas een flinke knauw. Toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak en Duitsland België bezette, ruilde Mathilde Huysmans Brussel in voor Luik. Ze begon er te schrijven voor Terre wallonne en Cassandre, twee kranten die Duitse steun kregen in ruil voor propaganda. “Mijn teleurstelling was héél groot toen ik dat ontdekte,” zucht Nadia Nsayi. Mathilde Huysmans schreef toen enkel fictieverhalen, en bracht in die jaren ook twee boeken uit, waarin ze niet meer repte over Congo.

Ze begon bovendien een relatie met René Franssen, die commercieel directeur was van de krantengroep en via advertenties vrijwilligers rekruteerde om te gaan vechten aan het front. Na de oorlog werd hij als collaborateur ter dood veroordeeld. In 1951 kwam hij vrij. Mathilde Huysmans en René Franssen waren beiden getrouwd, maar ze verlieten hun partner om samen in Brussel te gaan wonen, weg van hun bezoedelde leven in Luik. Mathilde Huysmans borg haar schrijversambities op, en runde een meubelwinkel op het Zaterdagplein in het centrum van Brussel. Ze schreef nog gedichten, maar ze publiceerde niet meer.

Nadia Nsayi met het portret van Nele Marian

| Schrijfster Nadia Nsayi: “Als we de maatschappij van vandaag willen begrijpen, moeten we ook verhalen als dat van Mathilde Huysmans kennen.”

Het is een smet op de erfenis die ze achterlaat, zegt Nadia Nsayi. “Aanvankelijk vond ik dat Mathilde in ere moest worden hersteld met een straatnaambord of een standbeeld, maar daar ben ik van teruggekomen. In Ganshoren kreeg ze een symbolisch naambordje en ze pronkte op de affiche van de Matrimoniumdagen. Daar wordt enkel vermeld dat ze een van de eerste schrijfsters was van Afrikaanse afkomst. Maar ook van een niet-witte vrouw moet er een correct beeld worden geschetst.” Tegelijk ziet Nadia Nsayi ook verzachtende omstandigheden. “Mathilde heeft zichzelf beschermd als alleenstaande vrouw van kleur in een land dat door een racistisch regime bezet was. En ondanks zijn collaboratie hield ze echt van René Franssen. In een epitaaf over hem schrijft ze: 'Aan René Franssen, die mij zoveel heeft gegeven en zo weinig heeft gekregen.' Wellicht was die man in die oorlogscontext ook haar beschermengel.”

Congolina, de erfenis van Nele Marian.

| Congolina, de erfenis van Nele Marian

Congolina. De erfenis van Nele Marian, waarin Huysmans' gedichten voor het eerst naar het Nederlands vertaald zijn door Grâce Ndjako, schetst zo ook een uitzonderlijk verhaal waarin de lijnen van collaboratie en kolonisatie elkaar kruisen. “Twee dingen die heel bepalend zijn geweest in de manier waarop we vandaag met elkaar samenleven,” zegt Nadia Nsayi. “Mathildes verhaal is een unieke kans om het gesprek aan te gaan over de complexiteit van collaboratie en kolonisatie. Haar geschiedenis toont het belang van nuance als het over complexe historische gebeurtenissen gaat. Er zijn heel veel boeken geschreven vanuit een Europees, mannelijk perspectief, maar weinig vanuit het perspectief van een vrouw van kleur. Als we de maatschappij van vandaag willen begrijpen, moeten we ook die verhalen kennen.”

Nadia Nsayi stelt haar boek Congolina. De erfenis van Nele Marian (De Geus) voor op 8/12 (19.30) in Pépite Blues, www.pepiteblues.be. Inschrijven via inge@lmbooks.be

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Brussel, Expo, Literatuur, Congolina, Nele Marian, nadia nsayi

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni