Dichter des Vaderlands Mustafa Kör: ‘Poëzie is een echo van onze hartslag’

Kurt Snoekx
© BRUZZ
22/09/2022
© Bert Potvliege | Mustafa Kör: “Vandaag is poëzie een kunst die alle lagen van de samenleving kan bereiken.”

Er wordt de laatste jaren flink gemorreld aan de piëdestal van de poëzie. Een meerstemmig, superdivers koor eist zijn plek op en blaast de ooit haast sacrale dichtkunst nieuw leven, urgentie en gevaar in. Aan de vooravond van Poetik Bazar en het World Poetry Slam Championship gingen wij op audiëntie bij Dichter des Vaderlands Mustafa Kör voor een staat van de poëzie.

Hoe futiel, nietig of secundair je leven ook lijkt, je doet ertoe. In je kern ben je fantastisch, gevaarlijk, sterker nog: je bent een godenkind. Als je daarvan overtuigd bent, zijn de mogelijkheden onbeperkt. Dan word je je eigen koning.” Mustafa Kör wordt lyrisch als hij spreekt over de poëzie en de reddingsboei die ze hem toewierp. “Toen ik, een mooie, naïeve, 22-jarige jongen, een dromer die was opgegroeid als mijnwerkerskind in het Limburgse Opgrimbie en dacht de wereld te veroveren, in een rolstoel terechtkwam na een auto-ongeluk, en de aarde onder mijn voeten verdween, heeft die van hierboven me een life jacket toegeworpen: de taal. En nog voor ik het besefte, vertrouwde ik kribbels toe aan het papier en gehoorzaamde ik dat oerinstinct dat je toestaat uiting te geven aan het lijden dat je binnenste verschroeit.”

“Het essentiële, het fundamentele, de kwintessens van ons zijn is dat we poëtische dieren zijn. Als we die kern verloochenen, wee dan ons, arme mensenkinderen”

Mustafa Kör, dichter des Vaderlands

Dichter des Vaderlands Mustafa Kör

De in tragiek ontvlamde amour fou leidde ertoe dat er een zaadje werd geplant in de man die tot zijn 25e amper een boek aanraakte, maar vandaag de titel Dichter des Vaderlands draagt en in die hoedanigheid mee Poetik Bazar mag opluisteren. “Het zaadje is een hof van Eden geworden waarin ik aan elke bloem wil snuffelen,” zingt Mustafa Kör. En hij is niet de enige. Want er is iets aan de hand met de poëzie. De dichtkunst die lang oogde als een onneembare vesting, een geheime taal voor enkelingen, zo sacraal dat ze soms op doodbloeden leek te staan, is de voorbije jaren door een groeiend meerstemmig en superdivers koor omarmd. De nieuwe godenkinderen vinden er een bedding voor hun verhalen van onderdrukking, strijd, vrijheid en identiteit. Een plek, dé plek, waar ze hun stem kunnen verheffen. Hoe gesmoord die tot dan ook was, hoe 'ongehoord' ook de inhoud van de woorden, hoe ongebruikelijk ook de taal.

Denk, in Brussel, aan Astrid Haerens, die met Oerhert de taal naar haar overschreden lichaam zet. Of aan Lisette Ma Neza, die de poëzie belijdt in een collectieve wirwar van lichamen, instrumenten en woorden. Aan de adembenemende poëzie op de huid van Marie Darah, die straks meedingt naar de wereldtitel op het World Poetry Slam Championship. Aan de bakens die Uschi Cop verzet met haar collectief voor womxn writers Hyster-x. Of, verder van huis, aan Amanda Gorman, die op de inauguratie van Joe Biden tot president van de VS een verwonde natie probeerde te helen, of aan Warsan Shire, hofdichter van Beyoncé die haar poëzie­debuut voorstelt op Poetik Bazar. Om kort te gaan: de poëzie zoals we die kenden, wankelt mooier dan ooit tevoren. Met alle leven, urgentie en gevaar van dien.

Dichter des Vaderlands Mustafa Kör
© Bert Potvliege | Mustafa Kör: "Woorden doen ertoe en symboliek werkt. Het woord 'laaggeschoold' schrappen, geeft aan dat je niet neerbuigend kijkt naar die jongeren in technische of beroepsrichtingen."

C. Buddingh'-prijswinnaar Maxime Garcia Diaz verwerkte in haar debuut Het is warm in de hivemind taartemoji's, andere talen en URL's en kreeg te horen: “Als dit poëzie kan zijn, wat mag er dan nog allemaal?” Word jij ook zo vrolijk van die openheid?
Mustafa Kör: Ja. De tijden van het hermetische, bijna didactische verstoppertje spelen van de naoorlogse dichters – die prachtige dingen hebben gemaakt – zijn voorbij, denk ik. Tegenover die ontzag inboezemende, sacraal bejegende poëzie zie je vandaag een veel lijfelijker, haast tactiel soort poëzie. Een poëzie die op de huid van de tijdgeest enorm toegankelijk is. Vroeger schreef je iets, stuurde dat naar een uitgeverij, die het in 150 exemplaren uitbracht, waarmee je dan vijf man en een paardenkop bereikte. Nu kom je in een klik tot bij een tien- of honderdvoud van dat aantal, en als je geluk hebt, raak je een gevoelige snaar bij Stromae of Beyoncé, zoals bij Warsan Shire, en ontstaat er iets magisch. Daardoor krijg je ook een kentering in hoe we poëzie beleven. Het is een veel meer gedemocratiseerde, veel billijkere kunst geworden en dat valt alleen maar toe te juichen, want de noodzaak is er duidelijk. Bovendien ontstaat er in een wereld waarin je in 24 uur van Tokio naar Timboektoe reist een enorme kruisbestuiving. In de plaats van de sacrale puurheid zie je nu cross-overs en een inhoud die alle kanten op schiet. Dat is een mooie evolutie.

Maar waarom is net de poëzie, zo lang haast ontastbaar, het uitdrukkingsmiddel bij uitstek geworden?
Kör: Al lezende merk je: ik ben niet alleen. In dit leven lopen duizenden andere mensen rond met dezelfde gedachten en gevoelens en worstelingen. Dat biedt troost, connectie. Je schrijft en je wordt gehoord, zoals die oermens die in grotten tekende. Poëzie is daarin gevaarlijker, urgenter, misschien noodzakelijker dan proza. Poëzie is een echo van onze hartslag, de dubbele 'doek-doek' die de maat van het leven zelf is. Het is een poging om die hartslag te capteren, om uit te drukken wie we zijn en hoe we leven op dit moment, in dit universum. Zo loopt er een lijntje van die grottekeningen naar al die versplinterde poëtische vormen die je nu ziet. Poëzie is leven.

1813 Mustafa Kör
© Bert Potvliege | Mustafa Kör: "Vandaag is poëzie een kunst die alle lagen van de samenleving bereikt en ook zo wordt omarmd."

En met de verbreding van het publiek komen we tegemoet aan dat volle leven?
Kör: Kijk naar een Rupi Kaur (immens populaire Indiaas-Canadese 'Instapoet', red.). Je kan het hebben over hoe naïef en 'simpel' haar gedichten zijn, maar ze heeft wel miljoenen mensen aan de poëzie gebracht. We zijn ver verwijderd van dat selecte clubje, waarvan de leden onder elkaar wedstrijdjes 'zie eens wat ik nu uit mijn pen heb getoverd' hielden. Vandaag is poëzie een kunst die alle lagen van de samenleving bereikt en ook zo wordt omarmd.
Paradoxaal genoeg schrijdt de ontlezing voort en moet poëzie nog de duimen leggen voor de Netflixen en Amazons van deze wereld. Dat is niet overal zo. In het Midden-­Oosten zie je bijvoorbeeld hoe Prince of poets, een soort van X-factor voor de poëzie, massaal wordt bekeken en een aanzienlijke prijzenpot genereert. In het Westen moeten we waakzaam zijn voor het overleven van die orale verhaaltraditie. Ook daarom is het belangrijk om de Kae Tempests en Amanda Gormans van deze wereld te omarmen, zij veroorzaken een kettingreactie.

Een Dichter des Vaderlands doet dat ook.
Kör: Eerlijk: ik vond die vraag heel lief en eervol, maar ik stond eerst niet te springen om de titel te aanvaarden. Pas toen me duidelijk werd dat ze ook echt de jongeren wilden meekrijgen, dat ze zochten naar een profiel dat die toegankelijkheid kan bevorderen, en dat ik trouw kon blijven aan de lyrische zwarte romanticus die ik ben, ben ik overstag gegaan. Blijkbaar ben ik geëngageerder dan ik dacht. (Lacht)

In het verleden was je ook al Stadsdichter van Genk. In hoeverre is dat soort rollen nodig? Brussel ontbeert een stadsdichter.
Kör: Ik die nog nooit een gedicht had geschreven, werd Stadsdichter van Genk! (Lacht) En vandaag ben ik Dichter des Vaderlands, met dat woordje “des”, dat er bijna iets hoffelijks van maakt. Allemaal ontsprongen aan dat zaadje, dat ene gedicht 'Nog maar eens een dag', met als eerste zin “Een dode mus lag op straat”, dat ik naar een organisatie in Brussel stuurde om kans te maken op een workshop. Op aangeven van het diensthoofd van de instelling waar ik vrijwilligerswerk deed, omdat “ocharme die lieve, leuke jongen anders hele dagen thuis zit.” Dat is het mooie aan het parcours dat ik nog steeds afleg: mij overkomen de dingen altijd, ik zoek nooit iets op. Is dat karma? Ik weet het niet. Maar op een of andere manier ben ik in een Disney-verhaal beland.
Maar het mooie aan dat soort titels is dat je veel meer aandacht krijgt en een sneeuwbaleffect kan veroorzaken. Door de getormenteerde dichter uit te hangen op je zolderkamer veroorzaak je misschien niet de deining die je denkt te veroorzaken. Dan kan dit soort gemediatiseerde titels wel een tool zijn om echt zaken aan de kaak te stellen.

Zoals Ruth Lasters, die ontslag nam als Stadsdichter van Antwerpen, nadat het bestuur haar gedicht over het onderwijssysteem, dat leerlingen met A en B labelt, had geweigerd. Jij pleitte er ook al voor om het woord 'laaggeschoold' te schrappen.
Kör: Woorden doen ertoe en symboliek werkt. Dat woord schrappen, geeft aan dat je niet neerbuigend kijkt naar die jongeren in technische of beroepsrichtingen. Wat Ruth Lasters overkomt, toont hoe bepaalde politieke strekkingen willen voorkomen dat iets naar buiten komt wanneer het hun niet uitkomt. Als er iets is aan poëzie wat ertoe doet, dan is het dat aankaarten van zaken die dreigen vergeten of weggestoken te worden. De kloven in de samenleving worden hoe langer hoe dieper, de poëzie kan een vislijn zijn die je naar de overzijde uitwerpt, zodat op zijn minst de connectie bewaard blijft.

Poëzie is een noodzaak? Een antwoord op iets wat we en cours de route verloren zijn?
Kör: Absoluut! Wij zijn, voor zover we weten, de enige zoogdiersoort die poëzie in zijn ziel draagt. Die kern moeten we in welke vorm dan ook blijven uiten, koesteren, omarmen en altijd doorgeven. Het is wat ons onderscheidt. Vergeet die door multinationals opgedrongen zever over hoe instagrammable en rijk en succesvol we moeten willen zijn. Dat is larie! Het essentiële, het fundamentele, de kwintessens van ons zijn is dat we poëtische dieren zijn. De poëzie is de sterkste uiting van onze menselijkheid. Als we die kern verliezen of verloochenen, dan verliezen we onze raison d'être. Wee dan ons, arme mensenkinderen.

Poetik Bazar: 23 > 25/9, Be-Here, poetikbazar.be
World Poetry Slam Championship: 26 > 30/9, Kinepolis, www.worldpoetryslam.org

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Brussel, Events & Festivals, mustafa kor, dichter des vaderlands, World Poetry Slam Championship, Poetik Bazar, poëzie, Literatuur

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni