"Kunstenaars botsen op heel wat praktische en administratieve grenzen. Om er zeker van te zijn dat het Brusselse perspectief meegenomen wordt in de federale oefening, doen we met de werkgroep voorbereidend werk om nadien gebundeld advies door te geven", zegt regisseur Lotte Stoops (Groen), voorzitter van de werkgroep en van de commissie Cultuur in het Brussels Parlement. Stoops nam samen met Els Rochette (one.brussels) het initiatief voor de werkgroep over de gemeenschappen heen.
Zo'n werkgroep is uitzonderlijk. Gemeenschapsbevoegdheden worden gewoonlijk door de Cocof en de VGC behandeld. Maar taal mag geen rol spelen. "Alle kunstenaars verdienen een beter statuut", vindt Stoops. Intussen vond al een eerste vergadering plaats. De agenda daarvan werd bepaald op basis van een bevraging door het Brussels Kunstenoverleg naar de voornaamste uitdagingen in de sector.
Onzichtbaar werk
Eén van de concrete aanbevelingen die daaruit voortvloeide, was om het voorbereidend werk van kunstenaars te valideren. "Bij leerkrachten is het vanzelfsprekend dat lesvoorbereiding deel uitmaakt van hun takenpakket. Voor kunstenaars is dat niet anders. Aan een dansvoorstelling bijvoorbeeld gaan ook uren training vooraf. Kunstenaar of leerkracht, allebei verdienen ze validatie voor dat onzichtbare werk", zegt Stoops.
De sector pleitte ook voor een gegevensdatabank over de verschillende overheden heen om in kaart te brengen hoe kunstenaars hun werk organiseren. Doen ze dat als zelfstandige, met een kunstenaarsvergoeding of onder contract met een cultuurhuis? Daar bestaan geen cijfers van. Door dat in kaart te brengen, kan men nadien aangepast beleid voeren.