Sinds de hervorming van het kunstenaarsstatuut naar het kunstwerkattest is er een "exponentiële stijging" van het aantal begunstigden en het uitgekeerde bedrag genoteerd. Dat zei minister van Werk David Clarinval (MR) dinsdag in de Kamer. Volgens de minister ging het in 2024 om 136 miljoen euro, terwijl er eigenlijk maar 11 miljoen euro voor was uitgetrokken.

© Photonews
| David Clarinval (MR), federaal vicepremier en minister van Werk, Economie en Landbouw.
Clarinval: 'Kostprijs kunstwerkattest vorig jaar vertienvoudigd tot 136 miljoen euro'
Kunstenaars kunnen in ons land tussen opdrachten door al ruim twintig jaar een werkloosheidsuitkering krijgen dankzij het kunstenaarsstatuut. De vorige federale regering vormde dat systeem om tot het bredere kunstwerkattest, waardoor niet alleen artiesten, maar ook technici, podiumbouwers en andere ondersteunende beroepen kunnen terugvallen op dat financiële vangnet.
Bovendien oordeelt de Kunstwerkcommissie nu over de aanvragen. De erkende kunstenfederaties kunnen daarin de helft van de leden benoemen.
Die Kunstwerkcommissie is sinds begin vorig jaar aan de slag. Sindsdien is er volgens minister van Werk Clarinval een "exponentiële stijging" geweest van zowel het aantal mensen met een kunstwerkattest, als van het uitgekeerde bedrag.
8.560 artiesten
Het ging in 2024 om 8.560 artiesten, die voor 136 miljoen euro aan toelagen kregen, antwoordde de MR-vicepremier dinsdag in de Kamer op een vraag van Sarah Schlitz (Ecolo).
Eigenlijk was er maar 11 miljoen euro uitgetrokken, aldus Clarinval, en dat was al veel meer dan de 5 miljoen euro die voor de hervorming elk jaar gemiddeld werd uitbetaald. Bovendien was de helft van de betrokken kunstwerkers al meer dan vijf jaar werkloos, en waren ze gemiddeld slechts 65 dagen per jaar aan de slag, benadrukte hij.
Clarinval werkt aan een beperking van de algemene werkloosheidsuitkering tot twee jaar en wil daar alle werklozen onder de 55 jaar - ook kunstenaars - in meenemen. Dat zou neerkomen op een forse uitholling van het statuut, dat nu om de vijf jaar geherevalueerd wordt. Het regeerakkoord bepaalt bovendien dat de kunstwerkuitkering behouden blijft.
Vijf jaar
De Kunstwerkcommissie is sinds 1 januari 2024 bevoegd voor de uitreiking van kunstwerkattesten, die elke kunstwerker volledige toegang biedt tot de sociale zekerheid. Het attest is vijf jaar geldig en geldt voor zowel kunstenaars, als voor wie technische of ondersteunende activiteiten met artistieke impact uitoefent. Daarbij werd in 2024 ook het digitale platform voor de aanvraag van een kunstwerkattest gelanceerd.
De commissie bestaat voor de helft uit vertegenwoordigers van de kunstensector en voor de andere helft uit experten sociale zekerheid van de administraties en sociale partners. Ze krijgen ondersteuning van een expertisecentrum.
'Ongelijke behandeling'
Minister Clarinval wilde dinsdag niet vooruitlopen op de discussie binnen de regering, maar benadrukte wel dat het behoud van het huidige stelsel voor kunstenaars "kan leiden tot de ongelijke behandeling van verschillende categorieën werknemers, die niet te verklaren valt".
Volgens Schlitz maken de cijfers van de minister net duidelijk dat het kunstwerkattest "het eindelijk mogelijk heeft gemaakt om kunstenaars waardige bestaansmiddelen te bieden". Ze noemde de hervormingsplannen van de minister zorgwekkend. "Ik hoop dat het niet de bedoeling is om mensen die een andere visie op de maatschappij hebben dan de uwe het zwijgen op te leggen."
PS-fractieleider in de Kamer en de vorige federale minister van Werk, Pierre-Yves Dermagne, ontkende dinsdag dat de kosten van het kunstenaarsstatuut explosief zijn gestegen. De bedragen die de nieuwe minister noemt, kunnen verklaard worden door een technische correctie, zo verzekerde hij.
'75 miljoen meer'
"De bedragen die Clarinval heeft genoemd, zijn onjuist," zo zegt Dermagne. "In het vorige regeerakkoord was vastgelegd dat de hervorming 75 miljoen euro meer zou kosten dan wat al voorzien was. Maar de hervorming liep vertraging op, met name de oprichting van de Kunstwerkcommissie. Daardoor was een technische correctie van de begrotingstabellen gepland, gekoppeld aan een onderrapportering voor de jaren 2023-2024. De 11 miljoen werd uitgegeven in afwachting van de hervorming om op kruissnelheid te komen. Dit is nog lang geen misstap," zo legde hij uit in de Kamer.
Ook de verhoging van het aantal uitkeringsgerechtigden was gepland, aldus de socialist. "Het doel van de hervorming was om het aantal begunstigden te vergroten en een betere compensatie te bieden. We wilden categorieën werknemers opnemen die voorheen niet in aanmerking kwamen. Deze hervorming moest genereuzer zijn," voegde hij toe aan zijn repliek.
Ook het argument van de 'ongelijke behandeling' kon Dermagne niet overtuigen. "Vanaf het begin was de kunstenaarsstatuut een uitzonderlijke werkloosheidsregeling en dat heeft de toetsing door de Raad van State doorstaan," aldus de ex-minister.
Het eventuele inperken in de tijd van het kunstenaarsstatuut zou een grote impact hebben op de culturele sector in Brussel. Zo waren er van de 2.247 kunstwerkattesten, die van 1 januari 2024 tot 28 februari 2025 door de Kunstwerkcommissie werden uitgereikt, 1.219 voor Brusselaars (54,25 procent). Nergens in ons land kregen zoveel mensen het attest, blijkt uit cijfers van de FOD Sociale Zekerheid.
Lees meer over: Brussel , Samenleving , Cultuurnieuws , david clarinval , Sarah Schlitz , Kamer van Volksvertegenwoordigers , arbeidersstatuut kunstenaars , Brusselse kunstenaar , kunstwerkattest