Archief Paul Vankueken: het geheugen van de Vismarkt

Jean-Marie Binst
© BRUZZ
30/08/2019

| Het folklore-archief van Paul Vankueken.

De recent overleden folklorefiguur Paul Vankueken laat een enorm archief na. Wat valt daaruit te leren? “Is het niet spijtig dat er een museum over Lange Jojo ver weg in Wallonië opengaat? Het is tijd voor een folkloremuseum in Brussel,” tipt dochter Marie-France, die de erfenis sorteert.

Wie was Paul Vankueken (1927-2019)?

  • Goudsmid-juweelontwerper, na zijn tweede middelbaar
  • Eigen atelier vanaf 1954 in de Hopstraat
  • Vooral befaamd als autodidact artiest, schilder van naïeve kunst en karikaturen, toneelschrijver en -speler, componist en zanger, beeldhouwer, scenarist, reuzenmaker, initiator en animator van wijkfeesten, levensgenieter en grapjas
  • Voorzitter van de handelaars van de Vismet

Honderden prenten, tekeningen en schilderijen, de hoge traphal vol. En rekken vol fotoboeken, mappen en classeurs volgekleefd met memorabilia van haar ‘papa-zwanzeur’. Daar zit dochter Vankueken, bekend van Les bijoux de Marie-France, thuis en in haar goudsmederij mee opgescheept. BRUZZ neusde enkele dagen in het archief, dat vooral vaders handgeschreven dagboeken telt van evenementen die plaatsvonden in Brussel. Ook zijn theaterkluchten, sketches en monologen met veel Brusselse authenticiteit.

Of correspondentie met artiesten als Toots, Jean d’Osta, José Geal (Toone), Charles Aznavour, Georges Brassens, Adamo, en vooral veel kaartjes met ‘bizous’ van Annie Cordy. Maar ook brieven naar en van het koningshuis, kardinaal Danneels, ministers en andere ‘hoge pieten’, omdat Vankueken iets belangrijks over mistoestanden of prachtige realisaties in Brussel te delen had.

"Beste Paul. Dat idee om een reus te maken van mijn postuur vind ik natuurlijk heel tof. Ik heb de foto's bekeken en dat ziet er wel plezant uit"

Urbanus in een brief aan Paul Vankueken

Urbanus in 1983

Allemaal ingeplakt in fardes, eigenhandig geïllustreerd met karikaturen en met zijn striptekenaarstalent. Hij correspondeerde trouwens over zijn eigen versies van Kuifje met tekenaar Hergé zelf, die ze gul onthaalde. Alledaagse anekdotes werden rijkelijk ‘voor echt verklaard’ met fotomateriaal en krantenartikels. “Tant qu’il y aura des castards dans ton genre, il fera bon vivre à Bruxelles,” staat op een sympathisantenkaartje te lezen.

Zwanzeur-artiest Vankueken heeft een leven lang voor amusement rond hem gezorgd en was een eloquente entertainer in hartje stad. Als goudsmid van de Hopstraat, nabij het huis van de dominee Andras Pandy - over wie hij veel documentatie bijhield - nam hij tijd voor het volkse leven van Brusselse wijkbewoners.

archief Vankueken BRUZZ ACTUA 1673

| Als inventieve en actieve voorzitter van de handelaars van de Vismet bracht Paul Vankueken nieuwe zuurstof in de wijk. Dat valt te ontdekken in zijn plakboeken.

Van zijn compositie ‘En route les gars’ voor de politie van Sabena, werden drieduizend platen verkocht. Maar ook voor theaterstukken werd hij gevraagd, nadat hij met jeugdkameraden van op stroet een toneelkring had gevormd, waarmee hij twee eerste prijzen haalde op een Europees concours in Duitsland.

“Als tiener had ik twee schriftjes met een vijftigtal chansons. Die zong ik altijd als tijdverdrijf,” zo schrijft hij in een van zijn dagboeken, die naast tristesse uit de volksbuurten ook frappante verhalen vereeuwigen. Zo schrijft hij lokale anekdotes neer over de ‘Héritage de madame Prudence’, die een likeurenfabriek had in de Scheutlaan, over de kaarsenfabriek ‘Bougies de la Cour’ in Anderlecht (met krantenknipsels over de brand), maar ook verhalen rond oude foto’s van de Brusselse brandweer en politie. En stelt hij de voor- en tussenoorlogse sfeer van de Duivelshoek - achter de Dansaertstraat - voor.

archief Marie Francoise Vankueken BRUZZ ACTUA 1673

| Marie-France Vankueken houdt het folklore-archief van haar vader voorlopig thuis in Jette bij.

Duivelshoek

In een van zijn dagboeken lezen we: “Het feest van den Duvelshoek. Het begon met een grote stoet waarin de duivel gedragen werd door de wijk (O.L.V.-van-Vaakstraat, Hopstraat). De promenade eindigde bij een brandstapel, waar de pop achtergelaten werd, en de dragers en assistenten dansten en schreeuwden, terwijl de duivel verbrand werd.

De parochie hielp om het feest te organiseren en op een paneel stond ‘Hier komen geen socialisten’. Een oude man van de wijk vertelde me: ‘On s’en fiche de cet écriteau, want hier zijn we anarchist en daarbij nog communist. En het doet plezier aan de pastoor.’

Na de begrafenis van de duivel werd de kermis pas echt délirant: in alle straten werden pensen gebakken en bier geserveerd. Een nieuwe stoet arriveerde met mooie koetsen en een jong duivelskind, dat gedoopt moest worden. Na WO II werd de kapel van O.L.V.-van-Vaak afgebroken en in 1989 opnieuw gemonteerd in de Hopstraat. De wijk was heel populair en niet zelden zakten bendes van voyous uit Molenbeek en Sint-Gillis af om hier te vechten.”

Toots Thielemans en Jean Vankueken (rechts)

| Jean Vankueken (rechts) met Toots Thielemans. De brieven die ze elkaar schreven maken deel uit van het rijke archief van Vankueken.

Vismet

Op een dag vroeg een delegatie van restauranthouders van de Vismarkt en het Sint-Katelijneplein aan Vankueken of hij voorzitter van hun handelaarsvereniging wou worden. En zo was Vankueken vanaf de jaren 1980 betrokken in de relance van een vergeten buurt.

Foto’s van talloze gesloten handelszaken uit de jaren 1970-1980 duwde hij onder de neus van de politiek verantwoordelijken. Door parkeerplaatsen te schrappen, gaat de commercie dicht, was zijn strijdleuze.

Dankzij talloze evenementen kon hij de Vismarkt nieuw leven inblazen, staat te lezen in het tijdschrift Le petit conservatoire de l’humour de Bruxelles, met nieuws over de Vismarkt. Een brocante, een kermis, een kaatsbaltornooi, een wijkfeest met nieuwe - eigenhandig gemaakte - reuzenpoppen als Katelijne, Toots, Lange Jojo, journalist Antoine Demol en een tiental andere populaire figuren ... Vankueken deed het allemaal zelf. Ook organiseerde hij jaren een kelnerloopwedstrijd, een concours van mooiste Zinneke (straathond), een hoedenstoet ...

“De pastoor wou de reuzenpop Sainte-Catherine niet dopen, maar de volkstoeloop trok de kerk in, en de pastoor kon niet anders, al mocht de pop enkel Catherine heten,” zo schrijft Vankueken. En de aartsbisschop werd schriftelijk bedankt, voor de goede pastoor. Nat van ‘t zwiet wedde van al die histoirekes.

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Brussel-Stad, culture, Paul Vankueken, Folklore, Vismet

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni