Je kop koffie smaakt beter in Brussel dan in thuisland Colombia

Specialty coffee is hip. Dat weten Brusselse koffiehuizen maar al te goed. En als men het heeft over de beste bonen, heeft iedereen de mond vol van exportland Colombia. Ook in Brussel valt Colombiaanse koffie in de smaak. 'Ik krijg vaak kritiek van andere koffiehuizen omdat ik enkel Colombiaanse koffie aanbied. Ik zie dat als een troef', zegt Ilse Geyskens van Velvet Peck.

De gemiddelde Belg is een stevige koffiedrinker. Met net geen zeven kilogram koffie per jaar plaatst de Britse krant The Telegraph ons land in de top tien wereldwijd. Dat hoeft niet te verbazen, want ook wat de import van verse koffiebonen betreft scheert België hoge toppen: enkel Duitsland en Italië importeren in Europa meer dan België. En om al dat zwart goud te stockeren beschikt België over een belangrijke troef: de grootste opslagruimte voor koffie ter wereld, in de haven van Antwerpen. De imposante opslagplaats is maar liefst 1 miljoen vierkante meter groot. Van daaruit worden iedere dag tonnen verse koffiebonen verder geëxporteerd, ook richting Brussel.

Een van de plekken waar die verse bonen belanden is Velvet Peck, het vroegere Café Velvet dat onlangs in zee ging met brunchrestaurant Peck, op het Sint-Katelijneplein. Daar wordt de fijnste selectie vers geïmporteerde Colombiaanse bonen, na een eigenhandige branding, geschonken aan de veeleisende Brusselaar. De grote broer van Velvet Peck bevindt zich in Medellín, na Bogota de grootste stad van Colombia. “De twee steden hebben veel met elkaar gemeen”, zegt uitbaatster Ilse Geyskens.

Bonen wel, koffie niet

“In 2012 kwam ik in de Colombiaanse stad Medellín terecht. Dat was eerder toevallig, ik ben daar oorspronkelijk naartoe gegaan om voor een ngo te werken dat niks te maken had met koffie”, vertelt Geyskens. “Ik was onmiddellijk onder de indruk van de sfeer die in de stad heerst. Vooral het ondernemerschap heeft me getekend, het is er erg vergelijkbaar met Brussel: een bruisende stad met oneindig veel mogelijkheden.”

“Ik ben met koffie begonnen omdat ik merkte dat er in die tijd nog geen volwaardige koffiecultuur was. Ik vond het jammer dat een land dat voornamelijk bekend staat om haar koffiebonen en met zo veel potentieel, niet in staat was om die kansen te grijpen. Daarom besloot ik Café Velvet daar te openen, toen een van de eerste specialty coffee’s in de stad."

Ondertussen is de situatie sterk geëvolueerd. Na het succes van Café Velvet in Medellín kwam Geyskens op het idee om een tweede zaak te openen, deze keer in Brussel. Velvet Peck is het ondertussen geworden.

“Ik krijg vaak kritiek van andere koffiehuizen in Brussel omdat ik enkel Colombiaanse koffie aanbied. Maar dat zie ik net als een troef. Colombia biedt zo veel variëteit: momenteel bieden wij vijf verschillende soorten koffies aan, allemaal uit Colombia. Streken die vroeger moeilijk toegankelijk waren door de conflicten die het land teisterden worden toegankelijker. We hebben momenteel zelfs bonen uit de regio van La Sierra bijvoorbeeld. Tien jaar geleden was dat ondenkbaar.”

Booming business

In Medellín zijn specialty coffee’s een booming business geworden: wat in Brussel al stevig ingeburgerd lijkt, begint pas sinds enkele jaren ook in ’s werelds derde exporteur weerklank te krijgen. Toch is de koffiecultuur er anders. “Colombianen gaan doorgaans niet voor perfectie, ze lijken er sneller tevreden”, zegt uitbater Shaun, een jonge Nieuw-Zeelander die vier jaar geleden een koffiebar opende in El Poblado, de hipste wijk van de stad.

“De koffiecultuur in Colombia heeft in zekere zin veel weg van die van de cocaïne: de beste koffiebonen worden te vaak zorgvuldig verhandeld en geëxporteerd naar Noord-Amerika of Europa, waar mensen veeleisender zijn en de hoogste kwaliteit eisen. Hetzelfde gebeurt met cocaïne: hier blijven meestal de minder goede oogsten over."