Praat achteraf: Naar de wet van de letter

Michaël Bellon
© Brussel Deze Week
01/04/2012
Toegegeven, ik lees eerder boeken dan dat ik ernaar kijk. Meestal gaat het snel naar bladzijde 7, waar in de meeste gevallen de doorlopende tekst begint. Het gebeurt zelfs vrij dikwijls dat ik de titel oversla en me dat pas op bladzijde 76 realiseer.

Een en ander heeft natuurlijk te maken met het feit dat de vormgeving van fictieboeken, zeker romans, niet zoveel voorstelt - een bekend euvel waarover al veel is gezeurd. Ook bij gerespecteerde uitgevers van goede romans komt het meer en meer voor dat er op de kaft het een of ander vrouwmens afgebeeld staat dat verder niets met de roman te maken heeft. Anderzijds wekken te mooie boeken dan weer het vermoeden dat ze alleen als object interessant zijn en niet zozeer om de inhoud. En boeken met een uitgesproken conceptuele vormgeving zijn zeker een twijfelgeval. Want als de opmaak van de bladspiegel de leesbaarheid fnuikt, rest alleen perplexiteit, frustratie en irritatie.

Als medium verdraagt schrift geen uitbundige vormgeving. Daarom zijn typografie en boekverzorging een delicate en ongewone kunst. Bij kinderboeken, kunstboeken, architectuurboeken, tentoonstellingscatalogi, bepaalde monografieën en stripverhalen kan het al minder kwaad dat de creatieve inhoud de vormgever tot opmerkelijke ingrepen aanzet. Het zal dan ook niet verbazen dat voor de Fernand Baudin Prijs, die vernoemd is naar de vermaarde typograaf en boekverzorger (1918-2005) die onder meer aan La Cambre lesgaf, en die in het leven werd geroepen om de 'best verzorgde boeken' van het afgelopen jaar te ondersteunen, weinig fictie werd ingezonden.

Als pendant van de Plantin-Moretusprijs in Vlaanderen bekroont de Fernand Baudin Prijs boeken waarvan minstens een van de samenstellers (vormgever, auteur, drukker, binder, kunstenaar die zelf een boek vormgeeft) in Brussel of Wallonië woont.

Voor de vierde jaargang lag het aantal inzendingen op 109, wat niet zo veel is. De negenkoppige jury onder leiding van de Zwitserse vormgever Urs Lehni bestond uit negen Belgische en buitenlandse leden uit het boekenvak. Op dag 1 scheidden ze het kaf van het koren, op dag 2 bespraken ze de 27 boeken die door minstens één jurylid waren geselecteerd, en die nu ook te zien, te betasten en te lezen zijn op de tentoonstelling in Wiels. Van de zeven laureaten kregen alle makers (vormgever, drukker/binder en uitgever) een erediploma. De laureaat van vorig jaar, Philippe Koeune, mocht de catalogus van dit jaar vormgeven, waarin ook transcripties van de juryberaadslaging staan: een nuttig en eerlijk document dat interessant om te lezen is.

Ik moet zeggen dat ik tussen de kenners een iets technischer discussie had verwacht over fonts, papier en druktechnieken. De uiteenlopende competenties van de juryleden verhinderden dat wellicht. Hier en daar gaat het wel over de schaal van de afbeeldingen, de redactie en montage van het materiaal. Of zelfs over vernaculaire (genre­specifieke/plaatsgebonden) esthetiek - dit in verband met de winnaar Louie Louie van Coline Sunier en Charles Mazé, die een lezingenreeks vormgaven in een reeks uitgaven die naar de solfègeboekjes van de notenleer verwezen.

Maar daarnaast heeft de jury het, zoals een gewone lezer, over boeken die 'te flapperig', 'te zwaar' of 'te modieus' zouden zijn. Men is het niet eens of het papier van het overzichtsboek Double or nothing van het architectenbureau 51N4E nu te dun of te dik is; of men leesbaarheid en degelijkheid moet prijzen of juist het feit dat een boek niet meteen alles prijsgeeft en zo het fenomeen boek zelf in vraag stelt, en of de commentaarloze nevenplaatsing van een hoop beeldmateriaal nu een zwaktebod is of juist een weergave van de niet-kwalificeerbare werkelijkheid. Dat de jury er geen blijk van gaf de boeken ook gelezen te hebben, hielp ook niet om hun oordeel over de nochtans belangrijke verhouding tussen vorm en inhoud doorslaggevend te maken. Niet makkelijk allemaal.

Zelf hielden we wel van de consequente blokken marmer en tekst in Carrara van Roger Willems en Aglaia Konrad en van het speels-intelligente Moments d'espace van Thomas Desmet en Joëlle Tuerlinckx. Maar wellicht gaat u beter zelf eens kijken.

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Expo

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni