Interview

Horrorregisseur Jonas Govaerts: 'Werken met Nicolas Cage: zo zot'

Niels Ruëll
© BRUZZ
09/03/2022

Dit jaar verdiept het cultfilmfestival Offscreen zich in kosmische horror. Zo kwam het uit bij Color out of space, een ultraviolette H.P. Lovecraft-verfilming met Nicolas Cage, geregisseerd door de esoterische kluizenaar Richard Stanley... én zijn Belgische rechterhand Jonas Govaerts, wiens kortfilm Transfer ook wordt vertoond.

In het grotere geheel der dingen, de kosmos dus, is de mens maar een mier. Die nietigheid beschreef de Amerikaan Howard Phillips Lovecraft (1890-1937) in talloze macabere verhalen vol occulte geheimen, sinistere goden, buitenaardse monsters en kosmische krachten. Pas na zijn ellendige leven zag de wereld in hoe geniaal hij de verbeelding tartte. Schrijvers Stephen King en Michel Houellebecq zijn grote bewonderaars. Metallica noemde de song 'The call of Ktulu' naar zijn bekendste creatuur. Zijn verhalen, mythologie of ideeën over kosmische horror inspireerden ook honderden films. Offscreen, het sympathiekste festival voor iedereen die niet-alledaagse en non-conformistische cinema waardeert, hangt er een programma aan op. De blikvanger van dat H.P. Lovecraft & kosmischehorrorluik is Color out of space.

Nicolas Cage, al enkele jaren meer een performancekunstenaar dan een acteur, speelt een gezinshoofd dat met alpaca's geld wil verdienen. Na de inslag van een meteoriet is niemand nog zichzelf, de alpaca's niet, de planten niet, het gezin niet. De tijd doet raar. Het zou zonde zijn om te verklappen hoe het ultraviolette, excentrieke curiosum precies ontspoort. De regie was in handen van Richard Stanley, een esoterische kluizenaar die zich na het fiasco van de Marlon Brando-film The island of Dr. Moreau (1996) had teruggetrokken uit de filmwereld. Onvoorzien werd een Belgische regisseur zijn rechterhand: Jonas Govaerts, bekend van zijn uitstekende horrordebuut Welp.

Een aardse vraag voor we de vreemde wereld van cosmic horror induiken. Hoe belandde je op een filmset van cultregisseur Richard Stanley? Tussen alpaca's en Nicolas Cage bovendien.
JONAS GOVAERTS:
Een samenloop van omstandigheden. De carrière van Nicolas Cage kent veel ups en downs. Op dit moment is Pig een up. Daarvoor was Mandy van Panos Cosmatos er een. Die culthit is deels in de Ardennen gedraaid. Ik was een dag op de set en ontmoette er Nicolas Cage. Mandy was een productie van SpectreVision, het filmbedrijf van Elijah Wood, dat van Color out of space een soortgelijke culthit wilde maken.
De zotte, intense Richard Stanley heb ik dan weer leren kennen op een festival dat zowel Welp vertoonde als de documentaire Lost soul: the doomed journey of Richard Stanley's Island of Dr. Moreau. Toen we samen in de jury van het BIFFF zetelden, vertelde hij over zijn Lovecraft-project. Ik had al enkele making-ofs gedraaid van Belgische films zoals De Patrick en Hellhole, en vroeg of ik de making-of van Color out of space mocht maken. Die taak was al toegewezen aan David Gregory, de regisseur van Lost soul, die voor Severin werkt, een heel coole verdeler van cultfilms op dvd en Blu-ray. Maar hij viel af.

Maar je hebt toch meer gedaan dan alleen die making-of?
GOVAERTS:
Op de set heb ik de assistent van Richard Stanley moeten vervangen. Op zijn voorstel werd ik ook second unit-regisseur. Hij had Welp graag gezien en ging ervan uit dat ik met dieren en kinderen overweg kon. En zo werd het een zalige zomer voor mij. Richard wist uiteraard alles over alle bovennatuurlijke dingen in Sintra, de wonderschone streek in Portugal waar we draaiden. Bijvoorbeeld dat de Amerikaanse satanist Anton LaVey er had gezeten, of dat J.K. Rowling er de inspiratie vond voor haar Harry Potter-boeken. Soit, de openingsbeelden van Color out of space heb ik gedraaid: met een kleine ploeg, 's ochtends vroeg in de nog mistige bossen. Ik vond het ook een kick – spoileralert – toen ik de alpaca-abominatie mocht bedienen, een miniatuur geïnspireerd door The thing van John Carpenter. De second unit doet vooral niet spectaculaire dingen zoals sfeerbeelden of een close-up van een hand die het deksel van een pot haalt. Maar ik filmde ook de alpaca's en het tv-interview waarin Cage over de meteoriet vertelt.

1790-coloroutofspace-54b3b9d9

Nicolas Cage in 'Color out of space'. Jonas Govaerts: "Hij mocht helemaal loosgaan."

Was het makkelijk samenwerken met Nicolas Cage?
GOVAERTS:
Laat ik het hierop houden: er zijn periodes in zijn leven geweest dat hij beter gezind was. Het is een zalige acteur, maar in Sintra was hij niet altijd aangenaam in de omgang. Ik herinner me een producer die lijkbleek was omdat Cage de volgende scène op zijn hoofd wou spelen terwijl niemand daarop was voorbereid. Hij vertoonde constant van dat soort Cage-gedrag. Dat is grappig en dat levert soms geweldige scènes op. Maar niet altijd. Hij houdt weinig rekening met zijn medespelers, het is de Nicolas Cage-show. Hij is professioneel maar nukkig. Ik snap dat wel. Hij doet drie, vier van dat soort films per jaar zonder te weten of er écht talent achter zit. Hij speelt waanzin op automatische piloot. “Betaal mij een miljoen en ik kom af. We zien wel of ik mijn best zal doen.” Gelukkig was Color out of space een film waarin hij loos mocht gaan. Dat waren zotte momenten.

Als ik het goed begrijp is regisseur Richard Stanley nauwelijks minder excentriek?
GOVAERTS:
Richard Stanley is een cultregisseur. Op jonge leeftijd heeft hij voor een habbekrats twee cultfilms gedraaid. Hardware was een heel toffe, rare, spirituele versie van The Terminator, geïnspireerd door de Judge Dredd-comics. Daarna kwam Dust Devil. De shots met het rode zand uit de tv-serie Tabula rasa zijn van die film afgekeken. Hij was op weg om een grote regisseur te worden, maar op het derde project, een studiofilm met Marlon Brando en Val Kilmer, liep het slecht af. Na een paar dagen werd hij al weggestuurd van de set van The island of Dr. Moreau. De documentaire Lost soul legt uit wat daar zoal is misgelopen. Sindsdien (1996, nvdr.) draaide hij geen films meer en trok hij zich terug in de bergen van het Franse Montségur. Ik ken hem als een heel vreemde maar lieve mens. Hij verbreekt geen oogcontact en heeft geen filter. Het gaat meteen over esoterie. Hij lult je de oren van het lijf. Hij is niet 'zot zot', maar er ontbreekt wel een vijs. Ik kon niet altijd volgen toen het over nazi's, ufo's en ketters in Montségur ging. Helaas zal het waarschijnlijk bij die ene film blijven. Er dook een onfris verhaal op en SpectreVision verbrak alle banden met hem. Ik vrees dat hij, zoals vroeger, weer op zijn berg zit.

Ik ken regisseur Richard Stanley als een heel vreemde, maar lieve mens. Hij verbreekt geen oogcontact en heeft geen filter. Het gaat meteen over esoterie

Jonas Govaerts

1790-jonas-govaertscsaskiavanderstichele-bf0fa76e

Color out of space fonkelt.
GOVAERTS:
Er is een reden waarom lovecraftiaanse horror zelden hoge toppen scheert. Bij Lovecraft gaat het over kosmische krachten, de gekste creaturen en universa die elkaar aanvallen. Met een klein budget kan je dat niet verfilmen. Color out of space is een verdienstelijke poging om Lovecraft toch te visualiseren.
Richard is een grote fan van Lovecraft, maar wist dat het ook een problematische man was met racistische neigingen. Zo kan je zijn kortverhaal Dagon lezen als een pleidooi om rassen apart te houden. Waar het kon, gaf Richard een draai aan Color out of space. Zo wordt de grote held door een zwarte acteur gespeeld. Er zijn ook scènes gesneuveld. Nicolas Cage was Donald Trump aan het channelen en SpectreVision kreeg koudwatervrees.
Richard voorspelde een Lovecraft-revival. “De wereld dreigt weer eens helemaal naar de kloten te gaan en dan is Lovecraft aan de beurt,” zei hij. Naast Color out of space er is ook de HBO-reeks Lovecraft country, een ode aan zijn universum, Guillermo del Toro heeft plannen voor een verfilming van een Lovecraft-verhaal, en in het onderwatermonsterspektakel Underwater (2020) maakt Cthulhu zijn opwachting. Ineens duikt Lovecraft overal op. De cynische reden: zijn verhalen zijn publiek domein geworden, je kan er nu gratis mee aan de slag.

Lovecraft benadrukt de nietigheid van de mens. In de kosmos stellen we niet veel voor.
GOVAERTS:
Exact. Heel lovecraftiaans, recent én big budget was Annihilation van Alex Garland. Geen kwaadaardige alien maakt de mens het leven zuur. Het gaat om natuurkrachten waar we niet tegen opgewassen zijn. Lopen we toevallig in de weg, dan gaan we eraan. Voor die krachten zijn we amper mieren. Je kan daar niet van winnen. Daar kan je interessante verhalen aan ophangen. Ik heb dat ook in mijn kortfilm Transfer gestoken.
Populaire horrorregisseurs pikken veel van Lovecraft. De meest geslaagde Lovecraft-film is The thing van John Carpenter, hoewel de film niet op een verhaal van Lovecraft is gebaseerd. Ook de kortverhalen van Stephen King gaan vaak Lovecrafts richting uit. Crouch end is zijn zéér griezelige ode aan Lovecraft.

Jouw kortfilm, Transfer, wordt tijdens Offscreen voor Color out of space vertoond.
GOVAERTS:
Daar ben ik héél blij mee. Tijdens het begin van de pandemie kwamen twee Belgische productiehuizen, De Wereldvrede en Lecter Media, op het idee om de bezoekersruimte van een gevangenis na te bouwen en vervolgens scenaristen en regisseurs te vragen om er in één dag een kortfilm te draaien. De VRT heeft die lockdownfilms uitgezonden.
Ik zat na Color out of space nog in de Lovecraft-­sfeer. Lovecraft gaat over mythische dingen. Hoe rijm je dat met de zware beperkingen? Ik legde het voor aan Dan Martin, een Britse special-effects-expert uit de jaren dat SFX-mannen als Tom Savini, Rob Bottin en Screaming Mad George nog rocksterren waren. Hij had ook op Color out of space gewerkt. Volgens hem kon 'Garbage bag-monster' me redden. Hij heeft me de constructie – vuilniszakken met een draad in, gevuld met vloeistof zodat de bewegingen grillig en natuurlijk zijn – opgestuurd. De tentakels in Transfer zijn de goedkoopste manier om kosmische horror te filmen.

1790-re-animator-1c474322

'Re-animator' van Stuart Gordon. Govaerts: “Een van de ultieme 'splatter'-films van de eighties.”

Hoe ver sta je met je nieuwe langspeelfilm, Hazard?
GOVAERTS:
Ik heb net een laatste aanvullende draaidag achter de rug. Ik denk dat we de montage binnen een week of twee kunnen afsluiten. Hazard zou deze zomer nog moeten uitkomen. De hoofdrollen zijn voor Dimitri Vegas, Jeroen Perceval en Jennifer Heylen. De camera verlaat de auto, een gouden Lexus, nooit.
Ik sleutelde met Trent Haaga, een scenarist, acteur en regisseur uit de Troma-stal van Lloyd Kaufman, aan een Amerikaanse film toen de pandemie uitbrak. Ik vroeg of hij geen scenario had liggen dat ik snel kon draaien. Hij kwam met een first draft op de proppen. De eerste zin was: de camera verlaat de auto nooit. Dat vond ik heel hitchcockiaans. Ik nam vooral het high concept-­skelet over en herschreef de helft van het scenario.
Voor een Cujo-achtige scène heeft die Dan Martin me trouwens een wolvenkop opgestuurd die hij ooit had gemaakt voor Peter Strickland, nog zo'n regisseur die Offscreen koestert.

Offscreen toont een hele reeks Lovecraft- of lovecraftiaanse films. The thing is er niet bij, maar ze vertonen wel In the mouth of madness van horrormaestro John Carpenter.
GOVAERTS:
Dat is de laatste volledig geslaagde, zalige film van John Carpenter. Hij gaat over een vermiste horrorschrijver, overduidelijk een mix van Stephen King en Lovecraft. De film zit dan ook vol tentakels. Op het einde gaat er een hellepoort open en vang je een glimp op van lovecraftiaanse wezens. Budget voor meer dan een glimp was er niet. Lovecraft past vaak een soortgelijke truc toe. In plaats van de wezens te beschrijven, zegt hij dat ze zo schrikwekkend zijn dat je gek wordt als je ernaar kijkt. Een filmregisseur kan zich er niet zo makkelijk van afmaken.

Van Stuart Gordon wordt zowel de klassieker Re-animator getoond als From beyond.
GOVAERTS:
Naar Re-animator kijken is een jaarlijkse traditie. Het is een van de ultieme splatter-films van de eighties. Op de set was een recordaantal liters bloed aanwezig. Het verhaal is op Lovecraft gebaseerd, maar de toon is niet Lovecraft. Lovecraft heeft geen greintje humor, Stuart Gordon maakt er een zwarte komedie van. Een geniale zet. Jeffrey Combs is geniaal als Herbert West, want tegelijk campy én geloofwaardig.
In mijn favoriete scène wordt scream queen Barbara Crampton oraal bevredigd door een afgehakt hoofd. Ik fotoshopte ooit iemands hoofd tussen haar benen en toen heeft ze me op Facebook geblockt. Ik had er niet bij stilgestaan dat zij dat misschien niet zo leuk zou vinden. Toen ik haar op een festival ontmoette, heb ik mijn excuses aangeboden.
From beyond vind ik iets minder geslaagd. Dat gaat over wezens uit andere dimensies, en Gordon moest met kleine budgetten werken. Maar de humor is sterk en de film deelt DNA met Hellraiser. Hij is heel seksueel geladen, absoluut niet evident in een Amerikaanse film. Pleasure en pain worden wel erg plastisch uitgedrukt. Barbara Cramptons sm-outfit tart de verbeelding.

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni