Voorbij de mythe van het Chelsea Hotel: 'Patti Smith zou hier nu niet meer terechtkunnen'

Niels Ruëll
© BRUZZ
07/11/2022

| Still uit Dreaming Walls, de documentaire film die de Brusselse Amélie van Elmbt maakte over het mythische Chelsea Hotel in New York.

Het Chelsea Hotel in New York. Patti Smith bloeide er open. Leonard Cohen en Janis Joplin proefden er van elkaar. En de Brusselse Amélie van Elmbt draaide er met de steun van Martin Scorsese Dreaming walls, een mooie documentaire die voorbij de mythe kijkt. “Dit is een verdwijnende wereld, helaas. Moeten we echt alles en iedereen offeren op het altaar van het kapitalisme?”

Arthur Miller verwerkte er zijn breuk met Marilyn Monroe. Poète maudit Dylan Thomas belandde er na het achteroverslaan van achttien whisky’s in een fatale coma. Bob Dylan schreef er ‘Sad-eyed lady of the Lowlands’, Arthur C. Clarke 2001: a space odyssey en William S. Burroughs Naked lunch. Andy Warhol filmde er Chelsea girls. En Nancy Spungen bloedde er dood in de badkamer die ze met Sex Pistol Sid Vicious deelde. Het is maar een greep uit de vele verhalen die van het Chelsea Hotel in Manhattan een mythe maken en die de Belgische regisseurs Amélie van Elmbt en Maya Duverdier naar het hotel lokten.

Maar in Dreaming walls kijken ze voorbij die mythe. Ze filmen de huidige bewoners die zich niet hebben laten wegpesten door zij die er een luxehotel van willen maken. Ze zijn de laatste getuigen van het tijdperk waarin het Chelsea Hotel een kunstenaarskolonie en tempel van de tegencultuur was. En zo ook New York. De documentaire die in wereldpremière ging op het Festival van Berlijn, eindigt dan ook met de opdracht: “To all those who once stayed at the Chelsea Hotel. And to their dreams.”

“Er zijn genoeg werken over de geesten van het hotel. Wij verkennen de dode hoek van de geschiedenis. Wij werken aan een collectief archief van vergeten personen”

Amélie van Elmbt, regisseur Dreaming walls

Amelie van Elmbt, regisseur van de documentaire Dreaming walls over het legendarische Chelsea Hotel in New York

“Ik vind dat hyperbelangrijk,” vertelt de Brusselse Amélie van Elmbt, die tien jaar geleden debuteerde met de speelfilm La tête la première. “Dreaming walls is een hommage aan iederéén die in het hotel verbleef. Ja, dat zijn veel mensen. Maar ze maken allemaal deel uit van de geschiedenis van het hotel.”

Het Chelsea Hotel spreekt tot de verbeelding. Welk verhaal bezorgde het hotel een plaats in jouw verbeelding?
Amélie Van Elmbt:
Ik heb Dreaming walls met mijn vriendin Maya Duverdier geregisseerd. Toen we twintig waren, deed ze me Just kids cadeau. In die biografie vertelt Patti Smith over haar relatie met de fotograaf Robert Mapplethorpe en over hoe hun verblijf in het Chelsea Hotel een cruciale opstap was naar hun artiestenbestaan. Dat deed ons dromen. Dat er een plek bestaat in New York waar je zelfs zonder geld naartoe kan en waar je kan creëren en contact hebben met vele ongelofelijke kunstenaars.

Bleef de mythe overeind toen je voor het eerst voor het neogotische gebouw stond?
Van Elmbt:
Goeie vraag. Schrijfster Sherill Tippins licht het hotel door in Inside the dream palace: the life and times of New York’s legendary Chelsea Hotel. In de aanhef stelt ze dat het Chelsea Hotel meer in de verbeelding van de mensen bestaat dan in de werkelijkheid. Dat is niet onwaar. We hebben er allen een beeld van dat totaal niet klopt met wat je ziet als je ervoor staat.

Hoe ging het voor jullie?
Van Elmbt:
De façade was verstopt achter stellingen. Ik was er bijna voorbijgelopen. Via een achterdeur raakten we binnen. Langs alle kanten vielen er kabels en zo naar beneden. We werden snel buitengesmeten, maar hadden het geluk choreografe Merle Lister-Levine te ontmoeten. Ik nodigde haar uit voor een vertoning van mijn tweede langspeelfilm, Drôle de père, in een filmzaal wat verderop in de straat. Na afloop nodigde ze ons uit in haar kamer in het Chelsea Hotel. We zagen de hal, de trappen en de gangen en hoe beroerd het gebouw eraan toe was. Het was een grote werf. Tegelijk viel het op dat er nog best veel kunstenaars wonen, ondanks de verbouwingen die al tien jaar aanslepen. Het hotel zat duidelijk in een transitie. ‘Laat het ons filmen, nu het nog kan,’ dachten we.

Waarom slepen de werken al tien jaar aan?
Van Elmbt:
Sinds het gedwongen vertrek van de legendarische manager Stanley hebben verschillende grote ondernemers geprobeerd om het gebouw tot een luxehotel te transformeren. Maar ze gingen failliet of verloren de processen. Hun praktijken waren niet zo katholiek. Ze pestten actief bewoners weg. Van de ene op de andere dag brak men muren af in bewoonde appartementen. Bewoners en huurders, beschermd door de rent stabilisation-wet, gingen in het verzet.

Vandaag is het nog steeds het plan om er een luxehotel van te maken. Sommige bewoners zijn het beu dat ze al tien jaar in een bouwwerf leven en willen dat het vooruitgaat. Anderen staken hun verzet niet, omdat ze gehecht zijn aan de geschiedenis, de sociale diversiteit en het idee van het hotel als een toevluchtsoord voor kunstenaars. De jonge Patti Smith of de berooide Leonard Cohen zouden er vandaag niet meer terechtkunnen. Straks is het Chelsea Hotel er enkel nog voor rijke mensen en toeristen.

Dreaming Walls, de documentaire film die de Brusselse Amélie van Elmbt maakte over het mythische Chelsea Hotel in New York. Dit is een still met Merle Lister

| Dreaming Walls, de documentaire film die de Brusselse Amélie van Elmbt maakte over het mythische Chelsea Hotel in New York. Dit is een still met Merle Lister.

Gentrificatie is soms een bitch.
Van Elmbt:
Er bestaat geen hotel meer waar je voor driehonderd dollar per maand kan leven. Zelfs niet in Brooklyn of Harlem. De mengelmoes van gewone mensen is bijna volledig uit Manhattan verdreven. Sommigen werken er wel nog, maar alleen de heel rijken wonen er nog. Het Chelsea Hotel bood lang weerstand en bleef een broedplaats voor gewone mensen en kunstenaars. Gentrificatie is een belangrijk thema. Waarom sterft die wereld? Waarom is er geen plaats meer voor jonge kunstenaars? Of voor de oude kunstenaars die er al hun hele leven wonen? Wat moet er van hen worden? Wat met de nalatenschap? Moet je alles en iedereen offeren op het altaar van het kapitalisme?

Bob Dylan en Jack Kerouac lopen er niet meer rond. Maar jij toont dat er wel nog gewoond, geleefd, gekust, gestorven en gecreëerd wordt in het hotel?
Van Elmbt:
Dreaming walls toont een verdwijnende wereld. Straks is het definitief gedaan. Wat blijft er over? Wie vertelt de geschiedenis? Voor ons gaat die over meer dan de grote namen. Patti Smith is al jaren een icoon. Maar de jonge Patti Smith die er arriveerde, had geen rooie cent en zocht nog naar wat ze wilde doen. Ze maakte nog rommel en wist niet altijd hoe ze aan voedsel zou raken. Het is vaak keihard voor jonge kunstenaars en zij die nooit doorbreken.

Je film eindigt niet toevallig met de inmiddels overleden Bettina Grossman.
Van Elmbt:
Bettina Grossman is een ongelofelijke kunstenares. Maar net als Louise Bourgeois kreeg ze niet de erkenning die ze verdiende. Deels omdat ze niet over een goede persattaché beschikte, deels omdat het voor een vrouw die karaktervolle, monumentale werken maakte destijds niet gemakkelijk was. Ze heeft geen plek aan de dis gekregen, zoals zoveel andere goede kunstenaars. Grossman is een feministe die geen kinderen wilde om zich volledig aan de kunst te wijden. Het is belangrijk om ook dat verhaal te vertellen. Zo geven we haar en andere grote persoonlijkheden een plaats in het collectieve archief. Het gaat ons niet om de geldelijke waarde van kunst, maar om de noodzaak om te creëren.

Is het Chelsea Hotel meer Bettina Grossman dan Andy Warhol of Nancy Spungen?
Van Elmbt:
Er zijn genoeg werken over de geesten van het hotel. Wij verkennen de dode hoek van de geschiedenis. Wij werken aan een collectief archief van vergeten personen. Voor ons is het Chelsea Hotel een anti-institutionele plek.

Dreaming Walls, de documentaire film die de Brusselse Amélie van Elmbt maakte over het mythische Chelsea Hotel in New York: hier een still met Bettina Grossman

| Een still met de inmiddels overleden kunstenares Bettina Grossman.

New York is intens. Heb je er graag gefilmd?
Van Elmbt:
New York is hallucinant intens. Als je wilt, slaap je er nooit. Je kan er elke minuut van de dag voortwerken. We draaiden op 16mm, zoals ik eerder ook in Brussel en Parijs deed. Maar daar moet je er niet aan denken om om middernacht nog naar een studio te gaan en tot vijf uur ’s ochtends door te werken. In New York kan dat wel. Sterker nog, we deden het met honderden tegelijk. Het is bijna dwangmatig: I have to make it, I have to live it. Een ongelofelijk gevoel, maar ook een beetje onmenselijk. Het is de American dream: je moet slagen, je moet je dubbel plooien om je plaats te verwerven. Gelukkig konden we vaak terug naar Brussel om met de nodige afstand, weg van de intensiteit en de waanzin van het Chelsea Hotel, te werken.

Welke plaats neemt Brussel in je leven in?
Van Elmbt:
Brussel is mijn ankerpunt. Ik kom uit Namen, maar voelde vrij snel dat ik moest bewegen. Ik hou van deze stad, ze is kosmopolitisch, levendig en permanent in beweging. Het is geen stad van rijkaards, al kampen we ook met gentrificatie.

Hier leven sterk verschillende mensen nog door elkaar. Ik vind dat verrijkend. Hier voel ik me thuis en dat is belangrijk. Brussel is de plek waar ik me ben beginnen in te beelden wat voor mens ik wilde zijn en wat ik met mijn leven wilde doen. Hier heeft mijn persoonlijkheid zich gevormd. Dat is niet los te zien van de mensen en plekken, zoals Cinematek, die me gevormd hebben.

Still uit Dreaming Walls, de documentaire film die de Brusselse Amélie van Elmbt maakte over het mythische Chelsea Hotel in New York

| Het Chelsea Hotel in New York vandaag.

Martin Scorsese is executive producer van Dreaming walls. Hoe heb je hem ontmoet?
Van Elmbt:
Ik viel met La tête la première in de prijzen op First Time Fest, een New Yorks festival waar Scorsese peter van was. Ik stuurde hem mijn film op en kreeg enkele maanden later een bericht. Hij had van de film genoten en wilde me ontmoeten. Ik heb een halfjaar nodig gehad om het te geloven. Ik was amper 25, het ontbrak me nog aan zelfvertrouwen. Ik kon er niet bij dat zo’n grote cineast interesse toonde in mijn werk. Ik antwoordde laat en kort. Maar vlak voor de opnames van Drôle de père dook een financieringsprobleem op. Waarom Scorsese niet aanschrijven, dacht ik, ik heb toch niets te verliezen. Hij werd executive producer en dat hielp me erdoor.

Heb je hem uiteindelijk ook echt ontmoet?
Van Elmbt:
Ja, en sindsdien zijn we vrienden. Hij is ongelofelijk. Hij is een iconische regisseur die een massa volk op de been kan brengen én een echte auteur die overloopt van liefde voor de cinema. Zulke mensen zijn uiterst zeldzaam. Ik ben al zoveel verwaande mensen in het filmmilieu tegengekomen. En Scorsese is de eenvoud en bescheidenheid zelve. We delen dezelfde passie voor cinema, zei hij, en dus is er niets wat ons scheidt.

Mijn parcours is allesbehalve klassiek. Ik heb de platgetreden paden niet bewandeld. Als jonge vrouw was het moeilijk om overeind te blijven. Scorsese’s erkenning deed enorm deugd, die heeft me als cineaste in het zadel gehouden.

Op 7/11 (19.00u) gaat Dreaming walls in avant-première bij Palace, release: 9/11

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Film, Chelsea Hotel, New York, Amélie van Elmbt, Dreaming walls, documentaire, Martin Scorsese, Bettina Grossman, Maya Duverdier

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni