Boterhammen: Roy Aernouts verandert van toon

Tom Peeters
© Agenda Magazine
21/08/2013
In 2007 won de Antwerpse zanger, toneelspeler en woordkunstenaar Roy Aernouts het Leids Cabaret Festival, het begin van een lange tournee langs vooral Nederlandse cultuurhuizen. “Ik was haast verplicht om de mensen aan het lachen te brengen en daar wil ik nu vanaf.” Te beginnen op Boterhammen in het Park.

Vorig jaar bracht Roy Aernouts zijn debuut De basis is weg uit. Wat voor de meeste artiesten het begin is van iets nieuws, noemt hij het einde van een tijdperk. "Al de liedjes waren geschreven in de context van een voorstelling (De parabel van het probleem en Alles altijd en overal, red.) zaten ingebed in een verhaal. Je kon ze moeilijk loskoppelen, en bovendien waren veel nummers al zes jaar oud. Het gevoel was weg."

Om toch een opname te hebben, blikte hij ze twee jaar geleden in met voormalig dEUS-gitarist Craig Ward als producer, maar dat klonk ontoegankelijk en iets te heftig. Dan maar Tom Pintens opgetrommeld, die eerst een singleversie maakte van 'Ik ben een meisje' - de videoclip werd een bescheiden internethype - en daarna de hele cd onder handen nam. "Sinds de plaat uit is, kan ik mentaal verder," zegt Aernouts opgelucht. "Ik word wakker met een fris hoofd en kan met liedjes bezig zijn die op zich staan en waarvan ik hoop al een voorproefje te kunnen laten horen op Boterhammen."

Maar blijf je tussen de nummers grappen vertellen?
Roy Aernouts:
Ik ga gewoon mijn liedjes spelen, ik wil met een schone lei beginnen. De toon van de liedjes is veranderd. De muzikale ironie is weg. We hebben de oudere nummers ondertussen ook op een andere manier gearrangeerd: op de plaat heeft Tom Pintens zich op zijn computer laten gaan, live speel ik ze met een violist, een contrabassist en een celliste-pianiste. Liedjes als 'Ik zoek een hobby' komen alleen daardoor al minder ironisch over. Nu zing ik gewoon over iemand die een hobby zoekt zonder daarop commentaar te geven. Ik heb vastgesteld dat als je afstand creëert tussen jezelf en je publiek, de mensen zich bekeken voelen. Alsof ik commentaar geef op hoe zij leven, terwijl het natuurlijk over mezelf gaat. Op mijn volgende plaat zullen ze de echte Roy Aernouts te horen krijgen.

Heeft dat ook te maken met het feit dat je vader bent geworden?
Aernouts:
Ja. Observeren was vroeger een manier om echtheid uit de weg te gaan. Een paar leuke zinnen verzinnen die alles relativeerden, was toen belangrijker. Als iemand me in een vakje probeerde te stoppen, sprong ik daar meteen uit en begon ik precies het tegenovergestelde te doen, waardoor ik uiteindelijk nergens thuishoorde.

Klopt het dat het cabaretwereldje ook niet echt je ding was?
Aernouts:
Ja, zeker in Nederland staat auteurstoneel mijlenver van cabaret. Eigenlijk paste ik niet in dat wereldje. Ik vond het heel vreemd dat, als je opkwam, iedereen echt klaarzat om te beginnen lachen. Ik werd daar zelfs een beetje ongemakkelijk van, want zo werkt het bij mij niet. Ik wil liever verrast worden. Ik zie me nog onbegrijpend naar mijn contrabassist kijken toen die het openingslied van onze voorstelling inzette. Wat een grap, zo'n fout begin van een cabaretvoorstelling,' dachten ze daar dan, voldoende om in en lachkramp te schieten. Ik was ook te koppig om daar intelligent mee om te gaan. Zeker in provinciestadjes liepen mensen dan weleens weg. Die wisten echt niet waar ze naar zaten te kijken, in dat is voor niemand leuk. Ze kwamen voor "de winnaar van het Cabaret Festival" en niet voor mij. Toen heb ik beseft dat ik eerst mijn publiek moest vinden. Zelfs al komen er maar veertig mensen kijken, dan nog kan het een geweldige avond worden, maar 300 mensen in de zaal die niet voor jou komen, dat kan ontaarden in pure horror.

Maar de twintiger die niet wist wat hij wou, is een meer relaxte dertiger geworden?
Aernouts:
Ja, ik vond het vermoeiend om altijd context te geven. In een restaurant moet de kok toch ook niet constant uitleggen welke ingrediënten hij heeft gebruikt? Die zegt gewoon: "Eet op en zeg me wat je ervan vindt." Hetzelfde geldt voor het liedjesambacht. Het is zoveel relaxter als je alles in de song kunt stoppen. Neil Young gaat toch ook niet even knipogen om duidelijk te maken wat serieus is en wat niet?

Ik ben erachter gekomen dat ik al mijn creatieve impulsen niet in één project moet stoppen. Zo ben ik nu een surrealistisch scenario aan het schrijven voor een tv-serie, gebaseerd op een toneelstuk dat ik ooit voor HETPALEIS speelde, en binnenkort voer ik op Theater Aan Zee in Oostende een absurdistische voorstelling op met de acteur Bert Haelvoet. Humor en toneel kan ik daarin kwijt, zodat ik mijn muziek gewoon muziek kan laten zijn. Ik hoef ook daar niet nog eens de grappigste te zijn. Dat brengt rust. Zo pik ik het leven weer op dat ik leidde voor ik het Leids Cabaret Festival won. Het enige nadeel is dat ik de mensen die vroeger zagen "dat ik goed bezig was" minder duidelijkheid kan bieden. De zekerheid is weggevallen.

Is de enige zekerheid die je in het leven hebt niet leren om te gaan met die onzekerheid?
Aernouts:
Inderdaad, daar heb je zowat de definitie van het beroep geschetst. Met hetzelfde materiaal kun je de ene dag denken dat je ontzettend goed bezig bent, en de volgende dag voel je je de grootste onnozelaar van allemaal. Anderzijds: het meest trieste is om in de ogen van de buitenwereld goed bezig te zijn en tegelijk te beseffen dat je jezelf in de maling aan het nemen bent, want dan voel je je nog.

Het volledige programma van Boterhammen in het Park vindt u in een eerdere bijdrage en op de AB-website.

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Muziek

Lees ook

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni