The Art of the Underground (17): Metro Hermann-Debroux

Drie belangrijke Vlaamse kunstenaars geven de eindhalte Herrmann-Debroux, op de grens met de Vlaamse rand, allure. Het station zelf meet zich, volledig bekleed in marmer, het niveau aan van een museumhal.

Vlak voor het punt waar de metro de eindtunnel induikt, hangt een reuzengroot muurpaneel van Cobra-aanhanger Jan Cox (1919-1980). Het stelt een doodshoofd voor met als titel De val van Troje, en komt uit de reeks 'Ilias' (1975-1976). De protestschildering toont verschroeiende vlammen en duidt op onheilsvoorspellingen.

Links en rechts hiervan staat op elk perron een metershoog beeldhouwwerk. Het ene is L'aviateur (1966-1967) van Roel D'Haese. Het andere is Ode aan een bergrivier (1985) van Rik Poot. D'Haese (1921-1996) schreef de naam van zijn 'vliegeniershommage' met eigen handschrift in de bronzen voetplaat. Zijn vliegenier draagt een eigenzinnig brilletje, twee stekelige vrouwenborsten met een bontkraag, één te korte arm en een reuzengrote, monsterachtige torso ondersteund door nog grotere voeten. Eén teen kreeg wat rode nagellak van een anonieme bewonderaar. Het fragmentarische werk stelt een vader voor die 'denkt te kunnen vliegen', althans voor de brullende snotaap van een zoon die op zijn rug zit. Humor was D'Haese niet vreemd, al schuilt hierachter meer dan één valse droom.

Van Rik Poot (1924-2006) bezit het station een drie meter hoog paard uit brons (in verloren wastechniek), vol van Poots typische uitsparingen. Hoe makkelijk de passant er ook bij kan, niets aan de beelden is beschadigd, wat getuigt van groot respect voor deze kunst in de openbare ruimte. Het paard tilt één poot hoog op. Mooi om zien van op de mezzanine die de perrons overkapt. Paard en ruiter willen in alle vitaliteit draven... naar het weidse, groene hinterland. Maar ze zitten vast in de stad, en de ondergrond.

:: Metro: Hermann-Debroux
Kunstwerk: Werk van Jan Cox, Roel D'Haese en Rik Poot