Boek: Luc Tuymans, schilderen op ijs

Michaël Bellon
© Agenda Magazine
17/02/2011
Het is niet zo makkelijk om uit te leggen wat precies de kracht, het effect en de achtergrond is van het werk van de wereldberoemde hedendaagse schilder Luc Tuymans. Zeker niet als die uitleg voor kinderen bedoeld is. In dit ‘kinderkunstboek’ haalt Paul De Moor alles uit de kast.

Over Luc Tuymans en zijn werk is wereldwijd al heel veel geschreven, maar een kinderboek over zijn werk bestond nog niet. Omdat in het Paleis voor Schone Kunsten momenteel een uitgebreide retrospectieve van Tuymans' werk loopt, komt de invulling van deze leemte op een ideaal moment. Al is Luc Tuymans, schilderen op ijs zeker geen evident boek, het is een prijzenswaardig initiatief. Uiteraard werd het in belangrijke mate een prentenboek, rijkelijk geïllustreerd met reproducties uit het oeuvre van de schilder. Maar het is ook een intens leesboek, want jeugdauteur Paul De Moor zorgde voor een ambitieuze tekst die tegelijk biografisch, kunstkritisch en poëtisch is. In korte maar intense hoofdstukjes schetst hij in de ik-vorm het verhaal van een klein jongetje dat schilder wordt en langzaam zijn eigen visie en manier van werken ontwikkelt. In dat verhaal zijn verschillende elementen uit Tuymans' biografie en evolutie als schilder herkenbaar, zoals het oorlogsverleden van zijn ouders, zijn problematische schooltijd, zijn eerste tentoonstelling waarvoor maar een handvol mensen kwam opdagen, zijn painter's block begin jaren 1980, en ten slotte zijn leven als succesvol schilder die openingen moet bijwonen en interviews moet geven.

Soms zijn de teksten geïnspireerd op concrete schilderijen ('Hands', 'Gaskamer'). Maar het is vooral knap hoe De Moor - met andere schilderijen als treffende maar ongeforceerde getuigen - motiefjes, kenmerken en drijfveren duidt van deze schilder, die zo op Tuymans lijkt. Het begint al op de eerste bladzijden als hij het picturale geheugen van de jonge schilder reconstrueert aan de hand van een vage herinnering aan diens grootvader in het park. Voorts getuigt de ik-verteller hoe hij zijn beelden op voorhand al in zijn hoofd vormt en vervormt, hoe hij licht maakt, waarom hij kiest voor die vale kleuren en die portretten van mensen zonder gezicht, hoe hij altijd mikt op de argwaan die de toeschouwer bij zijn beelden zou moeten koesteren, en hoe hij blijft zoeken naar wat nog nooit eerder geschilderd was: "Wist ik veel welke kleur de achterzijde van mooi heeft?" De Moor schildert hierbij zelf met woorden, en gaat daarin soms zo ver dat je ook als volwassene moeite moet doen om betekenis niet met abstractie te verwarren. Simpele eenduidigheid zou in dezen echter sowieso een leugen zijn, en nog een veel lelijkere ook.

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Cultuurnieuws, Shop

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni