Praat achteraf: Rue du croissant

Michaël Bellon
© Brussel Deze Week
23/02/2011
Gezien: Rue du Croissant van Philippe Blasband, David Strosberg en Mohamed Ouachen, nog tot en met 27 februari te zien in de KVS (02-210.11.12, www.kvs.be).

We schetsten de voorbije vier weken in deze krant portretjes van evenveel families uit de Rue du Croissant of Halvemaanstraat, die Vorst met Sint-Gillis verbindt. De aanleiding was het toneelstuk Rue du Croissant, dat de Belgisch-Iraanse film- en thea­terauteur Philippe Blasband (Une liaison pornographique, Honnête commerçant) schreef. Naar dat stuk zijn we dus ook maar eens gaan kijken.

Rue du Croissant is een seriële monoloog: een paar tientallen fictieve bewoners van (en voorbijgangers in) de straat komen aan het woord om commentaar te geven bij een geheimzinnig incident dat daar heeft plaatsgevonden. De meesten hebben een kreet gehoord van een vrouw (een jong meisje of een oude vrouw?), sommigen hebben ook gezien dat ze op de grond lag en door een man door elkaar werd geschud. Met het oog op de reconstructie van de feiten komt iedereen aan het woord die ook maar iets heeft gemerkt. Van de kat Tjoepie over de Zorro-fan André en de potdove Augustine tot de mislukte zelfmoordenaar Feridun. Dit vluchtige groepsportret laat regisseur David Strosberg (Théâtre Les Tanneurs) vertolken door één acteur, seul en scène: Mohamed Ouachen (bij de KVS bekend van onder meer Boumkoeur en Djurdjurassique Bled). Hij staat op een klein verlicht speelvlak met twee kamerplanten en verder niets.

De onderhoudende en kameleontische vertolking van Ouachen verdient alle lof. Zowat om de twee minuten, soms al na een halve minuut, kruipt hij weer in een nieuw personage dat van wal steekt met een verhaal dat niet noodzakelijk veel met het incident op straat te maken heeft. Ouachen draait er zijn hand niet voor om. Het kost hem geen enkele moeite om de zaal de hele tijd bij de les te houden. Of hij nu een Griekse bouwvakker neerzet die met zijn Slovaakse maat een poutre steekt, of een oud vrouwtje met den track dat nog erg onder de indruk is: Ouachen vindt telkens wel een tic of tongval om de karakters en nationaliteiten die de Halvemaanstraat in het echt ook rijk is, te incarneren.

Wel geeft zijn aanpak het geheel iets karikaturaals, wat Blasband met zijn dwarsdoorsnede van de Brusselse bevolking misschien niet per se zo bedoeld heeft. Natuurlijk is dit een komedie, maar we schatten de humor van Blasband iets droger in dan hij geserveerd wordt. Zo heeft hij het over een Louis die door iedereen Rudy wordt genoemd, over een type dat aan technotango doet, iemand die net het woord horticultuur aan het schrijven was toen de kreet weerklonk, en over een man die een moord beraamt op een Zweed genaamd Sven, met de vermelding dat hij dat niet doet uit racistische motieven. Dat soort absurde terzijdes zijn het zout en de peper in de tekst, die toch eerder een aaneenschakeling van tranches de vie is dan een whodunit.

Maatschappijkritiek ontdekten we ook niet echt. Natuurlijk getuigden de praatjes van de buurtbewoners wel van vooroordelen, onverschilligheid, laffe afzijdigheid, geniepige bemoeizucht, gebrek aan solidariteit en een moedwillig verdraaien van de feiten. Zij maakten van de ongebruikelijke aandacht voor hun persoon vooral gebruik om zich van hun interessantste kant te laten zien. Zo kwamen we wel te weten welke uppers ze slikten om hun downers te counteren, maar dus niet veel over dat geheimzinnige incident. Dat laatste bleek, nu mogen we het wel verklappen, ook niet zo'n dramatische aangelegenheid, maar een soort geluk bij een ongeluk. Het meisje op de grond, zo getuigde ze zelf, had een epilepsieaanval. De man die haar door elkaar schudde, ging ervan uit dat ze een junkie was en werkte zijn agressie op haar uit, maar kwam meteen tot inkeer. Daardoor werd ze uit haar aanval gehaald, en besloot hij zijn drugshandeltje over te dragen aan zijn onbetrouwbare compagnon, Sven de Zweed, in plaats van hem te vermoorden. Goed gevonden, op een lichtvoetige manier indringend, maar ook braafjes en weinig wereldschokkend. Het leven in de rue du Croissant kon verder zijn gangetje gaan.

Rue du Croissant

De Halvemaanstraat of rue du Croissant loopt op de grens van Sint-Gillis en Vorst. Haar bewoners vormen een doorsnede van het bonte Brussel. De Brusselse schrijver Philippe Blasband, die in de wijk woont, schreef een toneelstuk waarin fictieve bewoners van de rue du Croissant de hoofdrol spelen. We bezoeken vier weken na elkaar enkele echte bewoners.

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Brussel-Stad , Cultuurnieuws , Rue du Croissant

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni