Kunstenfestivaldesarts laat ons praten met elkaar

Michaël Bellon
© BRUZZ
08/05/2019

Het Kunstenfestivaldesarts gaat dit jaar van start onder een nieuw elan. Met een nieuw artistiek directeurstrio, een festivalcentrum bij Recyclart, een heuse Free School in Molenbeek en natuurlijk een veertigtal performances op dertig verschillende locaties. Een rode draad door het programma is die van het gesprek. Te midden van de overdaad aan opinies en de informatiebubbels streven het festival en heel wat kunstenaars naar open conversaties. Over grenzen heen, tussen talen en generaties, zonder woorden, een-op-een, tussen mens en machine... We geven alvast het goede voorbeeld door ons oor te luisteren te leggen bij vier artiesten.

1661 BRUZZ binnenwerk kunsten

We hechten veel belang aan woorden, maar er is veel meer dat een gesprek tot een gesprek maakt

Lotte van den Berg

1661 KFDA Lotte VDB BW

Lotte van den Berg

De Nederlandse theatermaker Lotte van den Berg laat toeschouwers graag met speciale aandacht kijken naar de publieke ruimte en de manier waarop de mens zich daarin beweegt en tot elkaar verhoudt. Dit keer komt ze als vertegenwoordiger van het internationale collectief Building Conversation naar het Kunstenfestivaldesarts om mensen naar elkaar te laten kijken tijdens een gesprek zonder woorden.

“Building Conversation is een project van Stichting Third Space, dat probeert groepen met elkaar in gesprek te laten gaan op verschillende manieren en in verschillende vormen. De goede manier bestaat niet, wij zien creative speaking als een gezamenlijke creatie, als een kunstwerk, iets wat je met elkaar maakt en dus ook met elkaar oefent, zoals in een jamsessie of improvisatie. Vorige zomer hebben we in Duitsland onze vormen overgedragen aan een groep jongeren, waarna die op een conferentie over democratie de gesprekken tussen jongeren over heel Europa hebben begeleid. Momenteel organiseren we met het Tropenmuseum in Amsterdam een serie ongemakkelijke gesprekken over onderwerpen als white privilege, cultural appropriation en alledaags racisme.”
Op het Kunstenfestivaldesarts vraagt Building Conversation om te zwijgen tijdens een Conversation without words. “Dat is een van de eerste gespreksvormen die we ontwikkeld hebben en ik vind het zelf ook altijd heerlijk en spannend om te doen. Het uitgangspunt is eenvoudig: mensen die elkaar niet kennen, zitten bij elkaar, zonder te spreken of gebarentaal te gebruiken. De woorden worden uit het gesprek gehaald zodat alleen de ogen en de fysieke aanwezigheid overblijven. Je kan kijken naar wat er op die manier gecommuniceerd wordt, naar wat je op elkaar projecteert en wat anderen hopen te laten zien van zichzelf. Doorgaans hechten we veel belang aan woorden, maar er is veel meer dat een gesprek tot een gesprek maakt. Onderzoek zegt dat zestig tot tachtig procent van onze communicatie non-verbaal verloopt. Je kan kiezen om weg te kijken, alleen maar kort te kijken of naar de grond of je handen te kijken. Je kan recht in iemands ogen kijken, maar ook naar mensen die naar iemand anders kijken. Alles is interactie, dus elke keer leveren deze woordloze gesprekken bijzondere momenten op. In Brussel organiseren we drie gesprekken per avond en omdat het ramadan is, wordt er afgesloten met een iftar.”

Building Conversation: Conversation without words 10 > 30/5, Recyclart

Meestal praat je niet met iemand van een andere generatie die je niet kent. En al zeker niet over liefde

Anna Rispoli

1661 KFDA Anna Rispoli bwc Bea Borgers

Anna Rispoli

Met Your word in my mouth presenteerde Anna Rispoli vorig jaar op het festival al een stuk waarin de toeschouwers zelf getranscribeerde conversaties met een priester, een parlementslid, een transgender enzovoort in de mond namen. Deze keer ging de Brusselse met Italiaanse roots in gesprek met een klas van het Atheneum GO! For Business en het Institut Dominique Pire in Molenbeek.

“Het is ook tot een echte samenwerking met de twee klassen gekomen. Uiteindelijk kozen de leerlingen voor het thema liefde, wat aansluit bij mijn onderzoek naar een begrip van liefde dat breder gaat dan romantiek en intimiteit, maar ook raakt aan aspecten van politiek en macht, en het type van caring society dat we als samenleving al dan niet mogelijk willen maken. De mening van jongeren daarover is interessant, omdat zij in tegenstelling tot wat je zou kunnen denken soms nogal conservatieve ideeën hebben over liefde. Maar het is wel een onderwerp dat hen passioneert en dat ze willen confronteren met andere meningen.”
In die confrontatie zit dus een link met het festivalthema. “We creëren een conversatie tussen verschillende generaties, en zo eigenlijk ook tussen verschillende machtsniveaus. In de tussenruimten van De Munt gaat elke leerling-performer in gesprek met iemand uit het publiek, die waarschijnlijk ouder is dan hij of zijzelf. Dat is spannend voor beiden, omdat je meestal niet praat met iemand van een andere generatie die je niet kent. En al zeker niet over liefde.” Toch moet het publiek zich niet al te veel zorgen maken voor te veel intimiteit. “Eigenlijk gaat het om de re-enactment van een gesprek dat al heeft plaatsgehad tussen twee studenten, en dat je via oortjes zal kunnen horen. Maar er zit wel een echte jongere voor je.”
Net als in Your word in my mouth speelt de letterlijk gereproduceerde gesproken taal, met de accenten, vergissingen, fouten en herhalingen, weer een belangrijke rol. “Een van de studenten zei op een gegeven moment ‘Wanneer ik lees, wordt alles troebel.’ Terwijl veel mensen misschien juist vinden dat de geschreven taal, zwart op wit, juist voor duidelijkheid en stabiliteit zorgt. Het is interessant om te beseffen dat voor andere mensen en zeker voor jonge mensen de geschreven, literaire taal, de taal is van de norm, een taal die hen soms uitsluit en in de zwakke positie duwt waarin ze moeten luisteren en leren.”

> Anna Rispoli/The Class: Close Encounters. 18 & 25/5, De Munt

De artificiële stem fascineert door het feit dat ze zowel veel potentieel als een aantal gevaren inhoudt

Begüm Erciyas

1661 KFDA begum BW

Begüm Erciyas

Begüm Erciyas studeerde moleculaire biologie en genetica in Ankara maar evenzeer aan de Experimentele Dansacademie Salzburg. Ze opereert ook vanuit België en was vorig jaar op het Kunstenfestivaldesarts te zien met Voicing pieces, dat ook het TheaterFestival haalde, en waarin het publiek toeschouwer werd van zijn eigen stem. Ook Pillow talk wordt immersief theater met de stem in een hoofdrol.

“In Voicing pieces hoorde het publiek door koptelefoons zijn eigen stem, die versterkt maar ook licht vervormd werd. Deze keer wilde ik opnieuw met de stem werken, maar een dialoog creëren. Daarbij ben ik nog altijd geïnteresseerd in de bevreemdende ervaringen die we kunnen hebben als we met ons eigen vertrouwde ik worden geconfronteerd, en in de moedige stap om intiem te worden met iets wat echt vreemd aan ons is. In Pillow talk is het publiek opnieuw zowel acteur als toeschouwer, maar wordt het uitgenodigd tot een intiem moment met een niet-menselijke stem. Toen ik vorig jaar een residentie deed in Japan, heb ik labo’s bezocht waar onderzoek werd gedaan naar robotica. De houding tegenover artificiële intelligentie en spraaktechnologie is in het Westen anders dan daar, waar robots worden gezien als vriendelijke metgezellen.”
Samen met scenografie Elodie Dauguet en lichtkunstenaar Jan Maertens maakte Erciyas van de KVS BOL een buitenaards decor. Voor het technische aspect werkte ze samen met interface-ontwikkelaar Ruben van de Ven. “We werken met een klein publiek dat op de scène in een soort heuvelachtig landschap kan gaan liggen op een hoofdkussen waarmee het in dialoog kan treden. Er worden indrukken gedeeld, spelletjes gespeeld, je kan ook even indutten. Het kussen lijkt te luisteren en zelfs te begrijpen wat je zegt, zodat er een band ontstaat en de toeschouwer in de verleiding komt om met een niet-menselijke partner in relatie te treden. In dit digitale tijdperk wordt het sowieso moeilijker en moeilijker te zeggen of het een echte persoon is die je hoort spreken. Dat zorgt ervoor dat je tijdens de voorstelling voortdurend twijfelt of je nu tegen een echte persoon, tegen een machine of tegen jezelf zit te praten. De artificiële stem fascineert door het feit dat ze zowel veel potentieel als een aantal gevaren inhoudt. Ondanks onze ambigue houding tegenover dit soort intelligente technologie, is ze in dit geval zo zacht en aaibaar als een hoofdkussen.”

Begüm Erciyas: Pillow talk 15 > 20/5, KVS BOL

Met deze performance willen we testen in welke mate een mens empathie kan voelen voor een ding

Stefan Kaegi

1661 KFDA bw  Stefan Kaegi

Rimini Protokoll

Het Berlijnse theatergezelschap Rimini Protokoll stelde tijdens het Kunstenfestivaldesarts 2014 het project 100% Brussels, een soort theatraal statistisch onderzoek naar de aard van onze stadsbevolking. De vaandeldragers van het documentaire theater, die vaak ‘echte’ mensen op scène zetten als experts van het dagelijkse leven, werken voor het eerst met een toneelauteur, Thomas Melle, en een robot.

“Wij worden meer en meer bediend en behandeld door bots. Je zou waarschijnlijk zelfs een algoritme kunnen ontwikkelen dat in mijn plaats dit interview doet. Met deze performance willen we testen in welke mate een mens empathie kan voelen voor een ding, zoals hij die empathie op het toneel normaal voelt voor een acteur. Daarom hebben we een ‘animatronic’ gebouwd, een robotpop die kan bewegen en die een dubbelganger is van de auteur Thomas Melle. Door de mechaniek, de make-up en de aankleding is die robot een performer geworden waarvan de taal en de gebaren empathie kunnen opwekken.”
“De vraag is alleen: met wie? Met Melle, die eigenlijk niet meer aanwezig is? Of met de robot? Wat kan de ene van de andere leren, en op welke manier breidt de ene de persoonlijkheid van de andere uit? De Japanse robotspecialist Masahiro Mori heeft onderzocht dat onze acceptatie van een robot niet zomaar groeit naarmate hij meer op een mens gelijkt, maar daardoor juist snel afneemt omdat we het blijkbaar moeilijk hebben met die ‘concurrentie’. Pas op het moment dat de robot bijna niet meer van een mens te onderscheiden valt, is er wel weer meer acceptatie. De zone daartussen – tussen duidelijk artificieel en ‘net echt’ – noemt Masahiro Mori de ‘uncanny valley’ (de griezelvallei, mb).”
In het gelijknamige stuk zal de artificiële auteur een monoloog houden, die de echte auteur samen met de andere leden van Rimini Protokoll schreef terwijl hij werd ‘gekloond’. “Die tekst gaat over de verwachtingen die we in het theater hebben over authenticiteit, maar ook over in hoeverre we binnenkort beslissingen gaan overlaten aan machines, en in hoeverre humanoïde robots zullen tegemoetkomen aan onze nood aan gezelschap. De mens streeft ernaar om meer efficiënt en minder kwetsbaar te zijn. Om minder te vergeten en langer te leven. De vraag is of daar ook limieten aan zijn.”

> Rimini Protokoll & Thomas Melle: Uncanny valley. 30/5 > 1/6, Kaaistudio’s

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Podium, Festival

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni