Samy Wallens beleefde de eerste editie van Couleur Café in de buik van zijn moeder. Sinds 2023 organiseert hij zelf het festival dat zijn vader 33 jaar eerder uit de grond stampte. In een wereld die almaar strakker lijkt te spannen, zoekt hij naar zuurstof, menselijkheid en ... kleur. “Je kan niet zomaar met een concept naar Brussel afzakken en dan hopen dat het werkt.”
©
Ivan Put
| Samy Wallens erfde twee jaar geleden de sleutels van Couleur Café over van zijn vader Patrick Wallens.
Twee jaar geleden overhandigde Patrick Wallens de sleutels van Couleur Café aan zijn zoon Samy. 33 jaar lang was vader Wallens het hart en de ziel van het Brusselse stadsfestival, maar nu lonkte het pensioen. “Zo'n festival beheerst je hele leven, je bent er dag en nacht mee bezig,” zegt Samy Wallens. “Nu herademt mijn pa. Hij is de wereld aan het rondreizen.”
Wallens junior rolde langzaam in het vak. Hij stond lang aan de andere kant van de lijn. Als muzikant beroerde hij de drumvellen bij onder meer het retrofuturistische jazzcombo Commander Spoon, dat intussen in een winterslaap sukkelde. En hij tourde veelvuldig met Roméo Elvis. Met die laatste stond hij twee jaar terug nog op Couleur Café, terwijl hij ook voor het eerst zonder zijn vader de uit de kluiten gewassen driedaagse moest dragen.
"Ik zou in de toekomst graag een écht Couleur Café openen, waar mensen ook tijdens het jaar iets kunnen komen drinken"
“We speelden als allerlaatste op dag één van het festival. Het was hectisch,” lacht Wallens. Dat is ook de reden waarom hij dit jaar niet in de liveband van Niveau4 zal zitten, het project dat hij in 2016 eigenhandig introduceerde en dat is uitgegroeid tot de snelkookpan van hoofdstedelijk en ander vaderlands hiphoptalent.
“Als Commander Spoon ooit langs de kassa passeert, begin ik een dierentuin,” vertelde je me vijf jaar geleden. Is die droom samen met de groep opgeborgen?
Samy Wallens: Haha, ik kan me niet herinneren dat ik dat heb gezegd. Alleszins, aan Couleur Café heb ik genoeg, daar kan geen beestenboel meer bij. (Grijnst)
Helpt het je als festivalorganisator dat je ook als muzikant het klappen van de zweep kent?
Wallens: Tuurlijk. Ik weet hoe het leven van een muzikant eruitziet, hoe hij zich voelt wanneer hij op een festival aankomt, wat zijn verlangens en verwachtingen zijn. Ik heb zelf ondervonden hoe moeilijk het is om het financieel te rooien als artiest. Door muzikant te zijn heb ik ook technische bagage, ik weet wat er nodig is qua geluid, licht, podium. Dat zijn extra wapens om zo'n groots evenement te organiseren.
Couleur Café vond de eerste keer plaats in 1990. Was je toen al geboren?
Wallens: Ik zat in de buik van mijn moeder. Ik heb alle edities meegemaakt. (Lacht) Als kind vond ik Couleur Café fantastisch, het was het moment waarop mijn ouders weinig tijd hadden om zich over mij te bekommeren. Ik voelde me zo vrij als een vogel, liep overal rond om te kijken hoe het er toeging, voor en achter de schermen. Als tiener werd Couleur Café de plek waar ik met vrienden ging feesten.
Was het een logische stap om in de voetstappen van je vader te treden?
Wallens: Ja en nee. Ik heb er heel lang naar gestreefd om muzikant te worden. Dat heeft me veel energie en tijd gekost, en weinig geld opgeleverd. Maar ik kon ervan leven, en dat was mijn droom. Mijn vader pushte mij om Couleur Café op mij te nemen, maar aanvankelijk hield ik de boot af, want ik had mijn muziek. Langzaamaan ben ik toch van gedacht veranderd. Op een bepaald moment was ik het milieu ook een beetje moe. Muzikanten hebben de neiging nogal navelstaarderig te zijn, alles draait rond hen. Precies het tegenovergestelde van het team waarmee ik Couleur Café organiseer. Hun blik is veel opener. Het is twee keer muziek, maar het zijn heel andere energieën. Als muzikant vond ik het fantastisch om iets te creëren met vier of vijf mensen, te touren en na elke show een moment met elkaar te delen waarin je je trots toont over wat je hebt gerealiseerd. Maar als festivalorganisator beleef ik dat nog veel intenser, met veel meer mensen.

©
Ivan Put
| Samy Wallens: "Je kan het organiseren van een festival zien als het openen van een restaurant dat je na drie dagen weer sluit."
Het publiek van Couleur Café wordt alleen maar jonger en diverser. Wat maakt het festival zo speciaal?
Wallens: Couleur Café neemt een unieke plek in in het Belgische festivallandschap. Menselijke waarden staan voor mij centraal. Van het organiserende team over de artiesten tot het publiek, overal zetten we menselijkheid voorop. Wij trekken doelbewust niet de commerciële kaart, geld is voor Couleur Café, een vzw, niet de motivator. Iemand die een ticket koopt voor je festival geeft jou het vertrouwen. Met dat vertrouwen moet je zorgvuldig omgaan. We zorgen voor comfort, proberen de files bij de bar en de toiletten in te perken, houden de prijzen zo laag mogelijk. Een pintje kost 2,80 euro, geen 4,20 euro, de ticketprijzen zijn redelijk. We gaan zoveel mogelijk artiesten op voorhand live checken, zodat we een goede show kunnen garanderen. Multiculturaliteit is nog altijd een pijler, ook al associeer ik dat soort woorden eerder met de jaren 1990. Mijn generatie is opgegroeid in een diverse samenleving, voor haar is een veelheid aan culturen, nationaliteiten, religies, geaardheden ... een evidentie. Tenminste, toch in Brussel. We willen gewoon benadrukken dat de poort van het festival openstaat voor iedereen.
Met het monster van de polarisatie dat ons in de nek hijgt, is dat een moedige, al dan niet naïeve visie.
Wallens: Ik zie die polarisatie vooral leven in de media en op sociale media, waar mensen het nodig vinden om de ander constant af te zeiken en hun mening te ventileren. Een goede raad aan iedereen: dump die apps, ga op café, spreek mensen aan, wandel door een park, ga op bezoek bij je familie. Het zou veel van die verdeeldheid wegnemen.
De voorbije jaren gooiden enkele festivals de handdoek in de ring, niet geholpen door de coronacrisis, een opeenstapeling van regels en uit de pan swingende gages van artiesten. Hoe houdt Couleur Café het vol?
Wallens: Makkelijk is het niet. Net zoals bij de Carrefour wordt alles elk jaar duurder. Wij hebben de laatste jaren onze prijzen ook verhoogd, we kunnen niet anders. We hebben twee heel goede edities achter de rug, die allebei uitverkocht waren. Het is dankzij dat succes dat we de ticketprijzen relatief laag kunnen houden. Daarom soigneren we ons publiek, opdat het zou blijven komen. Het is dankzij hen dat we als festival democratisch kunnen blijven. Maar het kan altijd fout lopen. De editie van 2016, net na de aanslagen, en die van het jaar erna waren moeilijk, net als de periode van de coronacrisis (de edities van 2020 en 2021 werden afgelast, red.). Het is een mirakel dat we dat overleefd hebben.

©
Ivan Put
| Samy Wallens: "Ik zie polarisatie vooral leven in de media en op sociale media, waar mensen het nodig vinden om de ander constant af te zeiken en hun mening te ventileren."
Zijn festivals nu moeilijker te organiseren?
Wallens: Ik denk niet dat je kan vergelijken met vroeger, het ene jaar is altijd makkelijker of moeilijker dan het andere. Je kan zo'n festival zien alsof je een nieuw restaurant opent voor drie dagen, en dan sluit je het weer. We werken een heel jaar voor iets waarvan we de uitkomst pas zien wanneer het plaatsvindt. Er is geen testperiode. Wanneer we de deuren openen, moet alles klaar zijn. Je kan zoveel expertise hebben als je wilt, het blijft een enorme uitdaging. Het is zeker zo dat er meer regelgeving is. Wanneer ik het met mijn vader heb over edities van 1998 of 2000 lijkt dat een andere wereld. Er was meer plaats voor creativiteit, voor uitstapjes, voor plezier. België is een land van regels, dat is soms verstikkend.
Festivals zoals Reggae Geel en Gent Jazz verbreden qua stijlen. Kan je overleven zonder pop en rock te programmeren?
Wallens: Net omdat veel andere festivals dat al doen, houden wij ons daarvan weg. Er zijn zoveel interessante dingen in de latin, de afrobeats, de hiphop ... Daar is een publiek voor, en daar willen wij op focussen.
Ben je opgelucht dat het CORE-festival er na twee edities de brui aan gegeven heeft?
Wallens: Niet per se. Als kleine vzw moeten we ons staande houden naast grote spelers. Dat zijn niet zelden multinationals die zowel organisator als booker zijn, wat artiesten strikken als onafhankelijke niet makkelijker maakt. Maar je moet niet tegen de Live Nations van deze wereld willen opboksen, want dat gevecht verlies je toch. De muziekwereld is bizar. Je hebt aan de ene kant die kleine bandjes en artiesten in de stad die proberen te overleven, en aan de andere kant heb je Coca-Cola-artiesten. Wij proberen de wereld niet te veranderen, maar boetseren drie dagen lang ons eigen universum, zoals wij het willen. Het klopt dat het qua logistiek niet handig was dat CORE een goede maand voor ons in hetzelfde park plaatsvond. Brussel is een bijzondere stad, je kan niet gewoon met een concept naar hier komen en verwachten dat dat werkt. Iedereen in ons team is hier opgegroeid, wij begrijpen de stad, kennen haar eigenheden en kantjes.
Die stad wordt deze zomer overspoeld door mega-events die niet per se op Brusselaars mikken, zoals de concerten van Jean-Michel Jarre en Neil Young, of de events van Hangar.
Wallens: Mijn grootmoeder zei altijd: regarde ta soupe. (Lacht) Ik focus me op Couleur Café. Het is goed dat er dingen plaatsvinden in Brussel, maar ik weet niet zeker of dat is wat Brussel nodig heeft.
Heeft Brussel Couleur Café nodig?
Wallens: Dat moet je aan de stad vragen. (Lacht) Ik denk dat we heel representatief zijn voor de ambiance van deze stad. Couleur Café is een mooie vitrine.
Hoe ga je die vitrine de komende jaren inrichten?
Wallens: Ik hoop dat we de vinger aan de pols kunnen houden en geen oude radiozender worden die enkel muziek voor 55-plussers uitzendt. We willen dat het festival het hele jaar door leeft, met Niveau4, maar ook door samen te werken met initiatieven als Les Oiseaux Rares, dat jonge rappers de knepen van het vak leert. Samen met The Wings of Healing zetten we ons in voor Palestina, onder meer met de aankoop van een 3D-printer om in Gaza protheses te printen voor kinderen die slachtoffer geworden zijn van de oorlog. En ik wil een écht Couleur Café, waar je tijdens het jaar iets kan gaan drinken. (Lacht)
Het festival op zich is al een fulltime job, die zijstapjes vragen extra veel energie. Maar het belangrijkste is dat Couleur Café zelf overleeft. De komende twintig jaar zal cultuur wellicht niet de prioriteit zijn van de beleidsmakers, als je ziet hoe de politiek en de maatschappij gericht zijn op individualisme en nu ook op defensie. Makkelijker zal het dus niet worden.
Wie wil je dit jaar absoluut zelf zien?
Wallens: Werrason, een van de peetvaders van de Congolese rumba. En Etuk Ubong, een trompettist uit Lagos die we net als laatste aan de Green Stage hebben toegevoegd. Little Simz wil ik natuurlijk niet missen. Haar nieuwe plaat draai ik grijs. Bij sommige van die grote namen verloopt de communicatie heel chaotisch, maar Little Simz was superprofessioneel. Dat mag ook weleens.
Couleur Café vindt plaats in het Ossegempark van 27 tot 29/6, couleurcafe.be
Lees meer over: Laken , Events & Festivals , Muziek , Couleur Café 2025 , Samy Wallens , Patrick Wallens , Couleur Café , Ossegempark , Festival