Smalltalk

Choreograaf Ugo Dehaes: ‘Je kan nieuwe technologieën niet tegenhouden’

Tom Peeters
© BRUZZ
26/10/2022
© Ivan Put

Elke week gaan we op café met een kunstenaar voor een portie Smalltalk. Choreograaf Ugo Dehaes koos voor coworkingspot La Fourmilière in Anderlecht, maar is niet alleen gekomen. Wil je zelf ook kennismaken met zijn dansende robots? Snel dan naar Pilar, de cultuurpoot van de VUB, waar ook de AI-labs ’s mans passie voor dans en robotica volop ondersteunen.

De voorbije maanden reisde Ugo Dehaes kriskras door Europa met de ‘dansvoorstelling’ Simple machines, die deze week nog twee keer te zien is bij Pilar. We schrijven wel “dansvoorstelling”, maar een danser van vlees en bloed komt er niet aan te pas. De voorbije jaren spitste de carrière van de choreograaf, die met Rats eerder al een voorstelling maakte waarin drones een hoofdrol opeisten, zich vooral toe op het bouwen en programmeren van robots. Die hebben in de lecture-performance Simple machines en zijn coronaproof installatie Arena de rol van levende dansers overgenomen. Op een grote uitklapbare tafel, die Dehaes overal mee naartoe zeult, laat hij ze via een klein toetsenbord bewegingen uitvoeren voor een nieuwsgierig publiek. Daarmee plaatst hij zich in het middelpunt van een discussie die niet alleen onze economie beroert, maar onze maatschappij ook voor belangrijke ethische kwesties zal stellen.

“Ik heb de job van danser en van choreograaf ingevoerd op de website willrobotstakemyjob.com,” klinkt het meteen to the point in La Fourmilière, een gezellig coworkingcafé waar hij weleens een cappuccino drinkt. De erg lage percentages die hij als antwoord kreeg, zijn vooralsnog geruststellend voor zijn werkveld. “Tijdens de eerste opvoeringen van de voorstelling, waarin ik als een soort verteller-performer optreed, zei ik nog dat ik dat actief probeerde op te krikken.(Lacht) Ondersteund door het AI Experience Centre van de VUB doet hij voor zijn robotchoreografieën wel een beroep op artificiële intelligentie, “maar ik denk niet dat die op termijn alle dansvoorstellingen zal overnemen.”

ETHISCHE VRAAGSTUKKEN
Dat neemt niet weg dat andere jobs wel bedreigd zijn door robots. “Je kan nieuwe technologieën niet tegenhouden, ook niet als ze controversieel zijn,” is Dehaes resoluut. “Het is ons niet met de atoombom gelukt. Het zal ons ook niet met de CRISPR-baby’s lukken. Er zullen altijd mensen zijn die willen dat hun kind blauwe ogen heeft of slimmer is dan een ander kind. De vraag is dus vooral hoe we ermee omgaan. Dat robots stomme jobs van mensen overnemen, hoeft ook geen groot probleem te zijn. Het aantal mensen dat de eigen job nutteloos vindt, is gigantisch.”

Wie kan er iets op tegen hebben dat we wat meer zouden luieren als robots onze jobs hebben overgenomen? Dat de winst van de robotisering slechts naar een handvol mensen zou gaan en de rest in armoede moet leven is wél erg discutabel

Ugo Dehaes

Of de oplossing die Dehaes voorstelt – al die robots belastingen laten betalen, zodat je de mensen die daardoor hun job verliezen een soort van basisinkomen kan geven – valabel is, is niet zozeer het punt. Ze willen zijn volwassen publiek vooral aanzetten tot denken. “Wie kan er iets op tegen hebben dat we wat meer zouden luieren als robots onze jobs hebben overgenomen? Dat de winst van de robotisering slechts naar een handvol mensen zou gaan en de rest in armoede moet leven, is wél erg discutabel.”

Het zijn zulke ethische vraagstukken, waar geen makkelijke oplossing voor te bedenken valt, ook niet op café, die zijn voorstelling een extra dimensie geven. Tot grote discussies laat hij het niet komen. “Die zijn voor achteraf, eventueel bij een pint. Ik stel me meer vragen dan dat ik een duidelijk standpunt inneem. Bijvoorbeeld: als we ooit dansers door robots moeten vervangen, willen we hier dan naartoe? Want ik ben zelf nog steeds meer geëmotioneerd door levende lijven. Maar anderzijds was het heel fascinerend om met robots aan de slag te gaan.”

AAIBAAR EN RUPSACHTIG
Dat vindt het publiek duidelijk ook. Nog nooit verkocht een dansvoorstelling van Dehaes zich zo makkelijk als Simple machines. De première was op het Ars Electronica Festival in het Oostenrijkse Linz, maar daarna vielen er ook uitnodigingen in de bus van de cc’s, van scholen en van de Europese poppentheaters. “Robotica intrigeert hen niet alleen, het schrikt hen ook af, precies omdat de rol van poppenspelers misschien ook komt te vervallen.”

Als Dehaes zijn robot, voordien nog veilig opgeborgen in een beschermende laag broekkousen in zijn rugzak, finaal op tafel heeft gelegd en in beweging zet, beseffen we snel waarom zowel jong als oud erdoor gebiologeerd is. “Als ik op café aan mijn tafelgenoten wil laten zien waar ik mee bezig ben, staat het hele café na een tijdje soms rond mijn tafeltje. Valt er een robot op de grond, volgt er altijd een reactie: van ‘Ocharme!’ tot ‘Hij kan het niet. Hoe zielig!’”

“Ik merkte al snel dat er heel veel emoties op geprojecteerd worden. Van zodra er iets beweegt dat er een beetje aaibaar uitziet, hebben we de neiging het te verdierlijken of te vermenselijken. Met de titel zeg ik dat het maar machines zijn: is er één kapot, dan maak ik een nieuwe. Toch blijft het dubbel. Als ik tijdens de voorstelling zeg dat er een nieuwe is geboren en ik ze vastpak als een baby’tje, dan is dat tegelijk vertederend.”

Omdat ik een beetje gefrustreerd was door hun houterigheid, ben ik mijn robots beginnen aankleden met siliconen en latex. Dat geeft hun soms een wat insect- of rupsachtiger uitzicht. Qua esthetiek is David Cronenberg duidelijk een voorbeeld, met zijn mix van vlees en mechaniek

Ugo Dehaes

De robots van Dehaes hebben niet speciaal een gezicht, maar mensen bedenken het er wel vaak bij. “Omdat ik een beetje gefrustreerd was door hun houterigheid, ben ik ze beginnen aankleden met siliconen en latex, zodat hun bewegingen natuurlijker zouden ogen. Dat geeft hun soms een wat insect- of rupsachtiger uitzicht. Ik plak er soms ook haren op. Qua esthetiek is (regisseur) David Cronenberg duidelijk een voorbeeld, met zijn mix van vlees en mechaniek.”

INGENIEUR IN DE DOP
Voor het zover is kunnen komen, moest Dehaes eerst een hele reeks YouTube-tutorials over robotica en programmeertalen doorworstelen, maar dat ging hem opvallend goed af. “De pandemie kwam me niet slecht uit. Het was de ideale periode om iets bij te leren en thuis op zolder en in de kelder wat te bricoleren.” Daar kwam bij dat Dehaes op die manier zijn passie voor wetenschap en technologie nieuw leven in kon blazen.

“Ik ben heel laat beginnen dansen, op mijn achttiende pas. Aanvankelijk wilde ik burgerlijk ingenieur worden, maar enkele proefdagen aan de universiteit waren zo’n ontgoocheling dat ik er alsnog van afzag. Ik kreeg te horen dat ik misschien wel directeur van IBM zou kunnen worden, maar dat leek me zo saai. Dan wilde ik bij P.A.R.T.S. liever mijn interesse in dans ontwikkelen. Dat was nog voor de opkomst van Silicon Valley.”

1818 Ugo Dehaes
© Ivan Put

Maar de fascinatie voor technologie is altijd gebleven. “Concreet herinner ik me een voorstelling van de Japanse choreograaf Saburo Teshigawara en de Italiaanse danser Emio Greco, waarin een zwarte doos het podium over kwam rijden. De drang om daarna ook in eigen stukken dingen te animeren is daar zeker door beïnvloed. Ik heb ook meteen mijn eigen websites gebouwd, en later die van collega’s.”

REALITEIT EN FICTIE
De specifieke uitwerking van Simple machines is geïnspireerd door een reeks blikken speelgoedjes in het Mechelse Speelgoedmuseum. “Het was charmant om die te zien bewegen, en ook toen zaten we als bezoekers rond een tafel. Niet veel later stond ik zelf rond een tafel mijn verhaal te doen over AI en robots, die we zouden moeten gaan kweken om mensen te vervangen … ergens tussen realiteit en fictie in dus.” Na enkele testen met schoolklassen bleken kinderen misschien nog het meest enthousiast.

Toen de theaters na de lockdown dichtbleven, maakte Dehaes met Arena eerst een installatie met acht interactieve robots. Die mochten toen per bubbel bezocht worden en hij neemt ze nu nog steeds mee naar de locaties waar ook Simple machines geprogrammeerd is. De mix tussen feiten en fictie zorgt vooral bij jonge kinderen weleens voor verwarring. “Toen ik een klasje ooit begon uit te leggen dat ik robots kweek, zei een jongetje beteuterd dat hij al vijf jaar twee robots had, maar ze nog altijd geen kindjes hadden gemaakt.”

Toen ik een klasje ooit begon uit te leggen dat ik robots kweek, zei een jongetje beteuterd dat hij al vijf jaar twee robots had, maar dat ze nog altijd geen kindjes hadden gemaakt

Ugo Dehaes

Die wisselwerking met het meest onbevangen publiek wil Dehaes in de toekomst nog verder uitdiepen. Onder de vleugels van Theater De Spiegel, dat kunst aanbiedt aan de allerkleinsten, werkt hij momenteel aan een project dat robots wil lanceren in kinderdagverblijven.

IN DE MIX
Al blijft Dehaes nog even ‘choreograaf van dingen’, straks duiken er opnieuw echte dansers in zijn universum op. In samenwerking met de VUB spin-off Axiles Bionics, dat gerobotiseerde voetprotheses maakt, zal hij volgend jaar zijn passie voor robotica koppelen aan een danser, die hij na een zwaar moto-ongeluk en een amputatie opnieuw wil laten dansen met een robotvoet en met de hulp van artificiële intelligentie. Première in januari 2024. “Ik merk constant hoe mensen fysiek reageren op robots, ze soms zelfs beginnen nadoen. Dat inspireert me om ze aan elkaar vast te maken en na te gaan hoe ze samen kunnen bewegen.” Om het resultaat daarvan te zien, is het nog wachten tot in 2025.

SIMPLE MACHINES
26/10, 16.00 & 19.30, Pilar, www.pilar.brussels

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni