Magrittevondsten openen ogen

Jean-Marie Binst
© Brussel Deze Week
31/05/2012
Bezoekers hebben al heftig gereageerd op de erotische prenten die sinds vorige week deel uitmaken van de kleine appetizer-tentoonstelling Magritte herontdekt in het Magritte Museum. De onthullende intro tot de Magrittezalen kwam er naar aanleiding van Newly discovered works, een zesde addendum op Magrittes Catalogue raisonné, uitgegeven door het Mercatorfonds.

H et Magritte Museum bestaat drie jaar, en kent na anderhalf jaar megasucces een kleine terugval (cijfers op www.brusselnieuws.be). Ter ondersteuning van de overheids- en privécollectie die er gegroepeerd wordt, heeft het Comité Magritte heel wat studie- en onderzoekswerk verricht. Het Comité Magritte is in 2000 opgericht rond Sarah Whitfield, coauteur van Magrittes oeuvrecatalogus, Gisèle Ollinger-Zinque, erecurator van het Museum voor Moderne Kunst, en Richard Calvocoressi, directeur van de Henry Moore Foundation. Opzet van hun 'collectioneursclub', zoals Whitfield haar Comité zelf noemt, is eigenaars van werk van Magritte uit de kast halen. De jongste tien jaar is dat aardig gelukt, bewijst Newly discovered works. Dertien olieverfschilderijen, dertig gouaches en 101 tekeningen en schetsen op brieven - ja, zelfs met balpen op een blaadje - zijn (her)ontdekt.

Verwacht geen zwaar wetenschappelijke presentatie: het werd een kijkboek voor nerds, zo omschrijft Sarah Whitfield de toegankelijke publicatie, die uiteraard grondig onderbouwd is.

Madame Edwarda
Het Comité schakelde heel wat kenners in om Magrittes werk dat (opnieuw) boven water kwam, te 'identificeren'. Doorgaans gebeurde dat bij ontdekkingen bij (of na) veilingen van Sotheby's en Christie's in Europa en Amerika. Het Comité stelt wel duidelijk dat echtheidsbepalingen te allen tijde voor correctie vatbaar zijn. Met andere woorden: missen is menselijk.

Dat missen gebeurde alvast in een van de vorige bijlagen van de Catalogue raisonné, deel II, zo vonden we. En precies voor een wel bijzondere reeks van zes pikante tekeningen uit 1946, ter illustratie van een heruitgave van de erotische novelle Madame Edwarda van Georges Bataille. Ja, we vallen meteen met de deur in huis (tekeningen rechtsboven). De opdracht hiertoe werd aan Magritte gegeven door Gabriel Brissaud (Parijs). Precies door de geheimdoenerij rond de uitgave zou Magritte de prenten niet gesigneerd hebben, beweerde Marcel Mariën. Later verkocht Brissaud de 'schunnige opdrachtjes' aan de Brusselse boekhandelaar Albert van Loock. Foutief werd in Deel II vermeld dat Van Loock de opdrachtgever van Magrittes erotische reeks was, bekent de nieuwe bijlage nu. Kan het u deren wie eigenlijk de tekeningen bestelde? De hand van de meester, daar gaat het om.

Museumdirecteur Michel Draguet liet alleszins weten dat de reacties in de tentoonstellingszaal meteen violentes ('heftig') waren. Besjes krijgen er een masturberende Christus en andere fantasieën van Magritte, voortbordurend op hetzelfde thema te zien. "Deze opvallende reeks opent de deur voor meer onderzoekswerk rond het onderwerp," werd in het museum geopperd. "En mogelijk gaan bezoekers nu in de zalen op zoek naar meer herkenbaars van dit soort in Magrittes oeuvre." Een zoveelste surrealistische twist.

Zegt Georgette
Het twintigtal recente vondsten op de expositie, waaronder zelfs een blauw-zwart kamerscherm toegeschreven aan Magritte, is maar een smaakmaker voor het verrassend lijvige 'vondstenboek' van het Mercatorfonds.

De olieverfdoeken, de gouaches en de tekeningen - veelal in groot formaat gedrukt, zodat ook de teksten te lezen zijn - krijgen evenwaardige aandacht: alleen dat al is uniek.

Over de gouache 'Par une belle fin d'après-midi', twee rustende doodskisten op een muurtje (1964), die een verzamelaar in 1965 van Alexandre Iolas kocht, en die pas in 2005 eerst bij Sotheby's New York en in 2008 alweer bij Sotheby's Londen werd verkocht, schreef Magritte gewoon dat hij het onderwerp voor een expositie in Parijs herwerkt had en een nieuwe titel had gegeven.

Ook 'La leçon de musique' (1963, titel van 1965), waarover Magritte correspondeerde in 1963, weten we dat het al een andere naam had gehad: 'La sonnette d'Achille' (links boven).

Verder zijn heel wat 'Brusselse verhalen' te ontdekken, zoals over een Christus met doornenkroon. Magritte schilderde dit naar een prentkaartje met werk van Gabriel Max (1840-1917), opgedist uit een prentkaartenverkoopstalletje in de stad. Het oorspronkelijke werk werd geschonken aan Prosper Van de Weghe, de koster van de Schaarbeekse Sint-Mariakerk, als dank voor bewezen diensten.

Voorts is ook wel wat werk terug te vinden afkomstig van Georgette Magritte-Berger (artikel rechts onder) en haar zus Léontine. Opvallend is wel dat ze in de jaren 1970 wat tekenwerk zelf expliciet toeschrijft aan haar man: "Je certifie que ce dessin a été fait par mon mari René Magritte." En wie zou Georgette durven tegen te spreken?

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Expo

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni