Interview

Kevin Van Doorslaer: 'In New York sprak ik meer Brussels dan Engels'

Laurent Vermeersch
© BRUZZ
22/11/2018
© Saskia Vanderstichele | Kevin Van Doorslaer, tussen foor en film, tussen Brussel en Amerika.

Kevin Van Doorslaer stamt uit een echte Brusselse foorkramersfamilie, maar trok naar de VS om werk te maken van een filmcarrière. Behalve acteur en komiek, is hij tegenwoordig ook scenarist en regisseur. Met succes, want zijn eerste kortfilm ‘Rendez-vous mè Dieu’ viel in de prijzen op enkele festivals.

Zondagavond was Rendez-Vous mè Dieu op het Filmfestival van Brussel. Eerder op de dag raakte bekend dat de prent de prijs voor beste buitenlandse kortfilm kreeg op een festival in filmmekka Los Angeles. “Het was emotioneel om terug te zijn in LA,” vertelt Van Doorslaer nog voor hij wist van de nieuwe prijs. “Ik was er nu als gast in het Sunset Tower Hotel, waar ik vroeger de auto’s van Jack Nicholson en Sean Penn heb geparkeerd. Dat was al onwaarschijnlijk voor een ket van de kermis, maar nu was ik daar met mijn eigen kortfilm. In de bar heb ik enkel een thee gedronken. Dat was al duur genoeg (lacht).

Bij jullie thuis was het altijd kermis. Vanwaar de filmmicrobe?
Kevin Van Doorslaer: In de jaren tachtig was er nog veel show op de kermis, de weerwolfman bijvoorbeeld. Als kind was ik daardoor gefascineerd. In mijn tienerjaren bestond dat niet meer, maar dat moet sporen hebben nagelaten.
Als jonge gast was ik fan van acteurs zoals Marlon Brando, Al Pacino en Robert De Niro. Toch kwam het niet in mij op dat ik zelf acteur zou kunnen worden. Ik wist niet dat er zoiets bestond als toneelschool. In mijn wereld kon je niets anders doen dan kermis. Ik stelde daar geen vragen bij. Op mijn dertiende stopte ik met school en ging ik mijn vader helpen. Pas toen ik op mijn negentiende in New York was, ging een wereld voor mij open. Ik had een breuk nodig.

"In Amerika beleefde ik mijn droom, maar tegelijk was het een nachtmerrie"

Kevin Van Doorslaer, filmmaker

Kevin Van Doorslaer

Hoe kwam je in New York terecht?
Van Doorslaer: We werden uitgenodigd door een Amerikaanse vriend van mijn vader om daar de marathon te lopen. Zij hadden elkaar leren kennen op vakantie. Ze verstonden elkaar amper, maar hadden een klik bij het lopen. Ik mocht mee en voelde meteen een coup de foudre voor die stad. Toen mijn vaders vriend me voorstelde om te komen werken in zijn bakkerij heb ik niet getwijfeld. Het kermisseizoen was net gedaan. Ik had een vakantie in Thailand geboekt met vrienden, maar die heb ik laten vallen. In de plaats daarvan ben ik in volle winter gaan werken in die bakkerij.

Enkele jaren later studeerde je als eerste Belg af aan de Neighborhood Playhouse, een gerenommeerde acteerschool. Hoe ging dat?
Van Doorslaer: Met Kerstmis vroeg mijn vaders vriend vlakaf: waarom ben je hier? Je kan de zaak van je ouders over nemen, bent getrouwd en hebt een kind. Toen heb ik voor het eerst gezegd: ik wil acteur worden. Hij werd mijn mentor. We schreven verschillende scholen aan, maar ik werd overal geweigerd. Terug in België heb ik dan Engels geleerd en theaterlessen gevolgd en twee jaar later werd ik overal toegelaten.

Kevin Van Doorslaer BRUZZ ACTUA 1639
© Saskia Vanderstichele | Kevin Van Doorslaer.


Waarom trok je daarna naar Los Angeles?
Van Doorslaer: In New York vinden ze LA maar niets, maar ik wilde me daar toeleggen op het schrijven. Iedereen heeft er iets te maken met de filmindustrie, en voor mij was dat verfrissend. Ik kom van een wereld waarin ik met niemand kon spreken over mijn passie.

Hoe ging de familie daarmee om?
Van Doorslaer: Het was niet evident, zeker voor de oudere generaties, maar ik liet ze geen keuze. Ik maakte duidelijk dat ik er wilde voor gaan, of ze me steunden of niet. Ondertussen zijn ze mijn eerste fans en komen ze naar al mijn voorstellingen, maar het blijft toch moeilijk voor hen om wat ik doe serieus te nemen.

Na enkele jaren volgde een terugkeer naar Brussel. Waarom?
Van Doorslaer: Ik wilde dichter bij mijn dochter zijn. Ik beleefde ginder mijn droom, maar tegelijk was het een nachtmerrie. Ik ging soms kapot van melancholie. Om de drie à vier maanden keerde ik terug naar Brussel voor een week of twee om haar te zien, maar elk vertrek viel heel zwaar. Als ik niet was teruggekeerd, was ik haar misschien verloren. Ze weet wel dat ik vroeg of laat terugga, als ze wat ouder is.

Je timmert al lang aan de weg. Heb je nooit aan opgeven gedacht?
Van Doorslaer: Vaak. Elke keer als ik terugkwam, zag ik hoe vrienden vooruitgingen in het leven, terwijl ik nog studeerde en daarnaast nog allerlei jobkes moest aanvaarden om rond te komen. Ik heb eerlijk gezegd dikwijls geprobeerd om te stoppen. Soms was ik het echt beu, al de pijn en onzekerheid. Maar het is me nooit gelukt om ermee te kappen. Plots is er dan toch weer een nieuwe opdracht of een nieuw idee en ben je opnieuw vertrokken. Sinds enkele jaren kan ik leven van mijn opdrachten, dus ik kan niet klagen, maar het blijft moeilijk.

Kevin Van Doorslaer
© Saskia Vanderstichele | Kevin Van Doorslaer.

De meeste mensen kennen je ondertussen als Kevin Le Forain, je komische alter ego. Hoe ben je daarmee begonnen?
Van Doorslaer: Dat was op aanraden van Marka (muzikant, en vader van Roméo Elvis en Angèle, red.). Zijn vrouw Laurence Bibot is comédienne en ik ben begonnen als opwarmer voor haar. Ondertussen is het mijn belangrijkste bron van inkomsten. Fantastisch ook dat hun kinderen nu doorbreken. Ik ken hen van in New York, waar ik host was van het Belgische feest voor 21 juli. De organisator daarvan was een vriend van Marka.

Zowel je sketches als je kortfilm zijn in het Brussels. Een bewuste keuze?
Van Doorslaer: Ik draai ondertussen enkele jaren mee bij het Brussels Volkstejoêter en daar heb ik gezien dat je ook iets goed kan doen in het Brussels. Een deel van het publiek komt voor het dialect, maar uiteindelijk gaat het de mensen om het verhaal. Dat zie ik nu ook met mijn kortfilm. Ik heb heel wat festivals gedaan en mensen zijn mee zonder te beseffen dat ze naar iets Brussels kijken. Dat vind ik fantastisch. Het probleem is dat Brussels vaak niet serieus genomen wordt of slecht gebracht. Zeker in het Frans bots je vaak op het cliché van de zatlap. Terwijl er wel goede fictie in het West-Vlaams of Limburgs bestaat, zoals Eigen Kweek of Rundskop.

"Ik voel dat mijn films altijd Brussels zullen zijn"

Kevin Van Doorslaer, filmmaker

Kevin Van Doorslaer

Was je het in Amerika niet verleerd om Brussels te praten?
Van Doorslaer: Nee jong. In New York heb ik meer Brussels gesproken dan Engels (lacht). Ik werkte er in Belgische cafés en speelde er voetbal in een ploeg met bijna allemaal Brusselaars. Na school nam ik Engelse lessen, maar dat volstond niet. Pas toen ik naar LA verhuisde, heb ik mijn Engels geperfectioneerd. Daarvoor heb ik dure lessen gevolgd met de speach coach van Al Pacino.

Je bent een echte ambassadeur van Brussel en het Brussels.
Van Doorslaer: Zeker. Ik voel dat mijn films altijd Brussels zullen zijn. Misschien niet altijd Brussels gesproken, maar altijd met een Brusselse feel. Ik kan dat moeilijk uitleggen. Ik heb een Colombiaanse vriend, die zal altijd Colombiaanse films maken. Een andere vriend is van New Jersey en zijn films ademen New Jersey, ook al speelt het verhaal zich elders af. Jacques Brel heeft het grootste deel van zijn carrière gemaakt in Frankrijk, maar zijn liedjes hebben meestal toch iets Belgisch.

Kevin Van Doorslaer
© Saskia Vanderstichele | Kevin Van Doorslaer.

In ‘Rendez-vous mè Dieu’ speel je zelf ook een rol en je zus in de film is ook je zus in het echt.
Van Doorslaer: Ja, Chloe heeft mijn voorbeeld gevolgd en is twee jaar na mij ook gaan studeren aan de Neighborhood Playhouse. Ze heeft ginder ook een tijdje als actrice gewerkt. Het toeval wil dat ze rond de dezelfde tijd als ik is teruggekeerd naar Brussel. Ze is opnieuw op de kermis beland, is daar op iemand gevallen en heeft ondertussen twee kinderen. Ik wilde Brusselse acteurs in mijn film en heb haar kunnen overtuigen om toch een rol te spelen. Nu ze heeft ze de smaak opnieuw te pakken en ze speelt ook mee in Chez Charlotteke, een toneelstuk dat ik geschreven heb op vraag van Theatre Le Fou Rire.

Je bent zelf Anderlechtsupporter, maar in je film wordt verwezen naar RWDM. Hoe kwam dat?
Van Doorslaer: Toen ik de film aan het maken was, maakte RWDM net zijn comeback. Mijn bobonne was 100 procent van Meulebeik. De verwijzing is een hommage aan haar en aan Molenbeek dat heel negatief in het nieuws is gekomen met de aanslagen.
In de familie supporteren we voor alle Brusselse ploegen door elkaar. Mijn bompa was voor Union, mijn pa voor Anderlecht. Ik heb mijn pa gevolgd, maar ik heb ook veel sympathie voor de buren.

Smaakt het succes van je kortfilm naar meer?
Van Doorslaer: Zeker. Ik heb ervan genoten, zowel van het schrijven als van het regisseren en het promoten. Mijn belangrijkste uitdaging voor 2019 is prioriteiten kiezen. Als ik een nieuwe film wil maken en een scenario wil schrijven, moet ik tijd maken, maar dat is niet gemakkelijk nu ik steeds meer rollen krijg.

----------------------------

"Rendez-vous mè dieu" is te zien op 3 december in het Cultureel Centrum van Oudergem. Op 6 december brengt van Doorslaer zijn onemanshow Kevin De Forain in Experience Brussels (het vroegere BIP) aan het Koningsplein in het kader van de Weik van 't Brussels.

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Brussel, Film, kevin van doorslaer, foorkramer, Zuidfoor, New York, Brussels dialect, acteur, regisseur, Weik van 't Brussels

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni