De wetenschappelijke onderzoeksinstelling Sciensano in Ukkel voert testen uit naar het coronavirus. De ziekte covid-19 wordt veroorzaakt door het virus SARS-CoV-2
© PhotoNews | Archiefbeeld

Wie besmet is met apenpokkenvirus moet mogelijk 21 dagen in isolatie

© Belga
20/05/2022

Wie besmet is met het apenpokkenvirus zou 21 dagen in isolatie moeten. Hoogrisicocontacten moeten niet in isolatie, maar moeten aan zelfmonitoring doen om eventuele symptomen vast te stellen. Dat stelt de Risk Assessment Group (RAG) voor, meldt het agentschap Zorg en Gezondheid vrijdag. De Risk Management Group (RMG) zal die voorstellen nog evalueren.

Er zijn in Vlaanderen tot nu toe drie gevallen vastgesteld met het apenpokkenvirus. Het gaat om twee gevallen die klinisch zijn vastgesteld en een partner van een van die twee patiënten die ook symptomen vertoont.

Wie besmet zou dus 21 dagen in isolatie moeten. Hoogrisicocontacten hoeven niet in isolatie, maar moeten zelf monitoren of ze symptomen krijgen. Hoogrisicocontacten zijn onder meer huisgenoten, seksuele partners, mensen met wie er nauw contact is geweest en gezondheidswerkers die de patiënt verzorgd hebben. Verder raadt de RAG hoogrisicocontacten ook aan om extra voorzichtig te zijn met mensen met een verminderde immuniteit, zwangere vrouwen en kinderen.

Wie symptomen vertoont, moet naar de spoeddienst van het ziekenhuis gaan, waar de triage zal gebeuren.

Er zal verder gesensibiliseerd worden, in het bijzonder bij mannen die seks hebben met mannen aangezien het virus in die groep circuleert. Daarvoor zal Zorg en Gezondheid samenwerken met het expertisecentrum Sensoa. Verder wordt ook aan mensen die verschillende seksuele contacten hebben gevraagd om waakzaam te zijn.

Het apenpokkenvirus is een virusinfectie die vooral in West- en Midden-Afrika voorkomt. De eerste symptomen zijn koorts, hoofdpijn, spierpijn, rillingen en uitputting. Het virus was eerder deze maand al opgedoken in het Verenigd Koninkrijk, Spanje, Portugal, Italië, Zweden, Canada en de Verenigde Staten.

De RAG bestaat uit experts van de verschillende administraties van de regio's, gezondheidsinstituut Sciensano en het Instituut voor Tropische Geneeskunde. De RMG bekijkt nog of ze mee gaat in die voorstellen.

De komende dagen verwacht de RAG nog aanbevelingen van internationale instanties als de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) en het Europees Centrum voor Ziektepreventie en -bestrijding (ECDC). Op basis daarvan kunnen de regels nog aangepast worden.

Sciensano zal meer gespecialiseerde informatie verspreiden naar gezondheidswerkers. Het gezondheidsinstituut zal onder meer uitleg geven over hoe stalen moeten worden afgenomen en waar gezondheidswerkers op moeten letten.

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni