Celstraffen van twintig maanden geëist tegen cipiers wegens onmenselijke behandeling

Het openbaar ministerie heeft vrijdag voor het hof van beroep in Brussel voorwaardelijke celstraffen van twee tot twintig maanden geëist voor cipiers en een directrice van de gevangenis van Vorst. De beklaagden staan terecht voor feiten van fysiek en moreel geweld tegen gedetineerden in 2014 en 2015. Voor sommige beklaagden eiste de advocaat-generaal gedeeltelijk uitstel van straf, voor andere een volledig uitstel.

De advocaat-generaal eiste strengere straffen dan uitgesproken waren in eerste aanleg voor sommige beklaagden. Voor andere vroeg het parket de straffen te bevestigen. Zo vroeg het openbaar ministerie om een celstraf van twintig maanden te bevestigen voor één cipier, maar zonder het uitstel dat was verleend.

In eerste aanleg sprak de rechtbank in maart 2019 voorwaardelijke gevangenisstraffen uit van twee tot twintig maanden. Zowel de verdediging als het parket ging daartegen in beroep.

Het onderzoek ging van start in 2015 nadat enkele gedetineerden klacht hadden ingediend voor herhaaldelijk geweld van bewakers in de gevangenis van Vorst. De beschuldigde bewakers waren al enkele jaren aan het werk in de D-vleugel en de psychiatrische afdeling. Minstens twee jaar lang heerste er een omerta onder de cipiers, maar na de klachten van de gedetineerden kwam de zaak aan het licht.

Beledigen, vernederen, provoceren

De agenten, die door de gedetineerden de bijnaam "SS" kregen, maakten er een spel van om de gevangenen te beledigen, vernederen of provoceren, en wedden hoeveel gevangenen ze op een dag tijd naar de isoleercel konden sturen. Ook zouden ze regelmatig de elektriciteit en het water van de douches hebben afgesloten.

In eerste aanleg verklaarde de rechtbank 14 van de 21 beklaagden schuldig aan de feiten. De cipiers die momenteel voor de rechtbank verschijnen, ontkennen dat ze hun macht misbruikt hebben en voor hun plezier de gevangenen aanpakten. Sommige zeggen dat getuigen hen onterecht aanwezen als racisten. Woensdag krijgt de verdediging het woord.

Voor de ex-directrice van de gevangenis, die vervolgd werd omdat ze een persoon met ernstige psychische problemen in de isolatiecel plaatste, vroeg het parket een celstraf van zes maanden met uitstel. Het openbaar ministerie vindt dat de opschorting van straf, die haar toegekend werd in eerste aanleg, niet streng genoeg is.