Interview

Dochter van 'Hotel Rwanda'-baas: 'Spionnen krijgen vrij spel in Brussel'

Eva Christiaens
© BRUZZ
25/08/2021

| Carine Kanimba, dochter van Paul Rusesabagina.

Haar vader is ontvoerd en al een jaar gevangen in Rwanda. Hij mag zijn Belgische advocaat niet zien en zijn zaak, waarin vorige week het vonnis moest vallen, is uitgesteld. Het gaat om Paul Rusesabagina, de held uit de film 'Hotel Rwanda'. Ondertussen houdt zijn dochter Carine Kanimba de zaak hoog op het wereld­toneel vanuit Brussel. Ze moest dat al zwaar bekopen: ze werd het slachtoffer van ingrijpende spionage.

Wie is Carine Kanimba?

  • Geboren in 1993 in Kigali,Rwanda
  • Na de genocide geadopteerd door haar tante en oom, Paul Rusesabagina
  • Sinds in 1996 in België, ging naar de lagere school in Sint-Pieters-Woluwe
  • Het gezin verhuisde in 2009 naar San Antonio, Texas
  • Studeerde politieke wetenschappen aan Northwestern University in Chicago en rechten en economie in Bologna, Rotterdam en Aix-en-Provence
  • Werkte tot vorig jaar in de financiële sector in New York
  • Sinds september 2020 trekker van de #freerusesabagina-campagne, woont in Kraainem

Carine Kanimba was amper één jaar oud toen de Rwandese genocide het leven kostte aan 800.000 mensen, voornamelijk Tutsi's. Ook haar biologische ouders overleefden het niet. Carine en haar zus Anaïse werden geadopteerd door haar tante en oom. En die oom, haar nieuwe vader, is wereldberoemd geworden als hotelmanager van het Hotel des Mille Collines in Kigali.

Paul Rusesabagina redde er in 1994 meer dan duizend levens. Het verhaal werd tien jaar later verfilmd tot Hotel Rwanda. De filmproducer kwam op het idee in een Brusselse taxi, want Rusesabagina was intussen met zijn gezin naar hier gevlucht en had een taxibedrijf opgericht. De familie kreeg in 2000 de Belgische nationaliteit.

Na de filmrelease begon Rusesabagina wereldwijd lezingen te geven met stevige kritiek op het huidige Rwandese regime van president Paul Kagame. Voor zijn veiligheid verhuisde het gezin in 2009 naar de Verenigde Staten. Maar vorig jaar, op 26 augustus, werd Rusesabagina met een list naar Rwanda gevlogen, waar hij is opgepakt. Human Rights Watch spreekt officieel over ontvoering. Voor Rusesabagina, nu 67 jaar, wordt een celstraf van 25 jaar tot levenslang verwacht.

“Op 31 augustus belde mijn broer 's ochtends vroeg met het nieuws dat papa in Rwanda was. Ik geloofde het eerst niet, ik dacht dat ik nog droomde,” vertelt Kanimba. “En toen zag ik het op het nieuws. Van CNN tot The Guardian noemden ze hem plots een terrorist. Nee, wij kennen het verhaal. Dit is deel van een pr-strategie van Kagame om mijn vaders reputatie te besmeuren.”

Kanimba woonde en werkte toen nog in de VS. Een paar dagen later vloog ze terug naar Brussel, naar het ouderlijke huis in Kraainem. Ze begon de #FreeRusesabagina-campagne en belt al een jaar naar “elke politicus die ze kent” in België en het Europees Parlement, maar ook met journalisten, mensenrechtenactivisten en advocaten. Een internationaal onderzoek van onder meer Knack legde vorige maand bloot dat Kanimba's gsm geïnfecteerd was met Pegasus-spyware. Ze werd gevolgd en afgeluisterd. Alle ogen wijzen naar het Rwandese regime.

“Ik ben dankbaar dat ik de pijn van het verlies van mijn biologische ouders toen niet heb beleefd. Maar ik ben opgegroeid in een familie die heel openlijk praat over wat er gebeurd is”

Carine Kanimba, dochter van Paul Rusesabagina

Wat voelde u toen u ontdekte dat u bespioneerd werd?
Carine Kanimba:
Het is angstaanjagend en choquerend, maar ik was niet verrast. We praten over dezelfde overheid die mijn vader heeft ontvoerd. Als ze dat kunnen, waarom zouden ze mij dan niet gewoon afluisteren, als ze daar de middelen voor hebben? Het trieste is dat die spyware miljoenen kost, en dat voor een arm land. Het is gewoon een enorme inbreuk op mijn privacy. Mijn foto's, mijn contacten, wat ik vertel aan mijn vriendinnen … Ik gebruik mijn telefoon echt voor alles. Soms neem ik mijn gedachten op als een spraakbericht, zodat ik er later over kan schrijven. Ze hadden dus zelfs toegang tot mijn gedachten.

Heeft u intussen een nieuwe gsm?
Kanimba: Ja. Voor zover ik weet, zijn ze ons nu niet aan het volgen. Wat mij het meest beangstigt, is dat veel mensen die ook slachtoffer waren van de Rwandese overheid ons hadden gecontacteerd voor hulp. Hun identiteit is nu ook bekend. Het gaat bijvoorbeeld om politieke asielzoekers. Door mij te bespieden, weet de Rwandese overheid exact waar zij zijn en wat hun telefoonnummer is.
Ik ben naar hier gekomen om met de Belgische regering en het Europees Parlement te spreken. Dat was mijn dagelijkse job het voorbije jaar. En zij (Rwanda, red.) wilden dat stoppen door mij telkens een stap voor te zijn. Ze probeerden de mensen met wie ik contact had, te overtuigen om ons niet te steunen.

Kunt u nog eens uitleggen wat er vorig jaar precies gebeurd is?
Kanimba: Wat wij weten, is dat mijn vader naar Burundi reisde via Dubai. Hij werd begeleid door een valse, Burundese bisschop (Constantin Niyomwungere, een man met de Belgische nationaliteit, red.). Het tweede vliegtuig was een gecharterde privéjet. Toen hij opstapte, vroeg hij aan de piloot: “Waar gaan we naartoe?” “Burundi,” zei die. Hij vroeg het nog eens aan de stewardess. Blijkbaar wist iedereen dat ze naar Rwanda gingen, behalve hij. Hij zag het pas toen ze zouden landen.

1764 Carine Kanimba 2 c Saskia Vanderstichele

Een foto van Kanimba’s vader Paul Rusesabagina met oud-president George W. Bush, van wie hij een Medal of Freedom kreeg.

De zogenaamde bisschop, die hem op dat vliegtuig lokte, was op voorhand al eens bij ons thuis geweest. Hij was dus een spion van de overheid. Dat is de reden waarom Rwandezen elkaar niet vertrouwen: iedereen kan je bespieden. Toen mijn vader aankwam in Kigali, hebben ze hem onmiddellijk opgepakt, vastgebonden en naar een safehouse gebracht. Mijn vader noemt dat 'het slachthuis'. Hij is er vier dagen vastgebonden moeten blijven zitten, geblinddoekt, zonder schoenen en zonder eten. Dat weten we uit een ondertekende verklaring van hemzelf.

De belangrijkste aanklacht is dat hij terrorisme van de FLN zou steunen, een gewapende militie die sinds 2018 enkele dodelijke aanvallen pleegde in Rwanda. Er is een speech van hem bekend waarin hij oproept om 'alle mogelijke middelen in te zetten' tegen het Rwandese regime.
Kanimba: Ja, maar dat is allemaal niet waar. Mijn vader spreekt niet over terrorisme. Hij spreekt al twintig jaar over vrede. Dit is niet de eerste keer dat hij vals beschuldigd wordt. In 2010 hebben ze hem ook al eens verweten om Congolese rebellengroepen te financieren. Ze hadden daarvoor afschriften van Western Union vervalst. Het probleem is dat ze toen een fout hebben gemaakt, want op het moment van de zogezegde betaling was mijn vader niet in Texas, zoals op het afschrift stond, maar in Ierland.

Alles is theater, het is show. Mocht mijn vader echt verantwoordelijk zijn voor die feiten, dan zou ik je zeggen dat hij het proces moest uitzitten. Dan zou hij zich moeten verdedigen via zijn advocaten. Nu mag geen enkele van onze internationale advocaten hem zien. Hij krijgt alleen Rwandese advocaten, maar hun leven komt zelf in gevaar als zij de waarheid vertellen.

Carine Kanimba, dochter van Paul Rusesabagina, de held uit de film ‘Hotel Rwanda.’

| Carine Kanimba: "Ik gebruik mijn telefoon echt voor alles. Soms neem ik mijn gedachten op als een spraakbericht, zodat ik er later over kan schrijven. Ze hadden dus zelfs toegang tot mijn gedachten."

U was nog heel jong toen u in Brussel aankwam als vluchteling. Wat herinnert u zich nog van die tijd?
Kanimba: Mijn vroegste herinneringen zijn, geloof ik, naar de Belgische school gaan, spelen, op het vliegtuig stappen en hier aankomen (lacht). Ik ben blij dat ik maar één jaar oud was en geen trauma heb overgehouden aan de genocide. Ik ben dankbaar dat ik de pijn van het verlies van mijn biologische ouders toen niet heb beleefd - al heb ik die pijn natuurlijk later in mijn jeugd gedragen. Maar ik ben opgegroeid in een familie die heel openlijk praat over wat er gebeurd is. Het is altijd de realiteit geweest voor ons. Mijn moeder beeft nog altijd als ze een luide knal hoort. Eén van de redenen waarom we vluchtten, is dat het niet meer veilig was. Omdat mijn vader mensen had gered tijdens de genocide, had hij een zekere populariteit. De nieuwe regering zag hem al snel als een mogelijke bedreiging. Ze probeerden hem te intimideren en op een bepaald moment zijn ze naar ons huis gekomen, naast het hotel, om hem proberen te vermoorden. Toen zijn we vertrokken.

Carine Kanimba, dochter van Paul Rusesabagina, de held uit de film ‘Hotel Rwanda.’

| Carine Kanimba: "Omdat mijn vader mensen had gered tijdens de genocide, had hij een zekere populariteit. De nieuwe regering zag hem al snel als een mogelijke bedreiging."

In Brussel werd uw vader dan maar taxichauffeur. Vanwaar die keuze?
Kanimba: Hij zat in de hotelsector, maar hij vond in Brussel geen jobaanbieding op zijn niveau. Hij was manager geweest van de Mille Collines, daarna wilde hij niet meer voor iemand anders werken. Dus heeft hij een auto gekocht en begon hij rond te rijden. Uiteindelijk kocht hij nog auto's, nam hij chauffeurs aan en werd het een bedrijf. Brussel was een nieuwe stad voor hem. Hij moest tenslotte een gezin van acht onderhouden.

Voelde u zich op dat moment veilig in België?
Kanimba: Ja, ik denk dat ik me heel beschermd voelde tijdens het opgroeien. Voor de film Hotel Rwanda uitkwam, had mijn vader nog niet de grote megafoon die hij nu heeft. Pas na de release is hij, bijna halsoverkop, begonnen met conferenties en lezingen over zijn eigen geschiedenis en over de genocide. Het probleem is dat Paul Kagame zichzelf altijd had verkocht als de held van Rwanda. Plots was er een andere persoon die aandacht kreeg. De Rwandese overheid is toen hier bij ons thuis geweest. Ze hebben mijn vader eerst een job aangeboden. Het was dat of stil blijven. Deed hij dat niet – dat zeiden ze hem letterlijk – dan zouden ze hem achterna zitten. Hij heeft ervoor gekozen om te blijven praten. Ze hebben toen zijn imago proberen te besmeuren in de Rwandese pers, ze hebben meermaals ingebroken in ons huis en ze hebben hem proberen te vermoorden in een auto-ongeval.

Paul Rusesabagina, voorzitter van de Rwandese politieke beweging MRCD-UBUMWE in juni 2019

| Paul Rusesabagina, voorzitter van de Rwandese politieke beweging MRCD-UBUMWE, in juni 2019.

Uw vader is zowat de meest zichtbare dissident van Rwanda, maar in Brussel wonen meer dan 4.200 Rwandezen. Hoeveel van hen krijgen hier nog mee te maken, denkt u?
Kanimba: Veel mensen. Mensen uit de Rwandese diaspora zijn doodsbenauwd. Ze voelen zich continu bespied, net zoals mijn gsm getapt was. Wij vertrouwen elkaar niet omdat we weten dat er spionnen van de Rwandese overheid zijn, die nog altijd vrij spel krijgen in België.Een Rwandese dissident is in 2005 gestorven in het Kanaal (een oud-minister die verdacht werd van wapenlevering aan extremistische Hutu's. Zelfdoding werd toen niet uitgesloten, red.). Hij was een bekende criticus. En in 2019 kreeg mijn zus een audiobericht waarin je twee mannen hoorde zeggen dat ze kinderporno op de laptop van mijn vader wilden plaatsen, om hem bij de FBI aan te geven. Dat is niet gelukt. Dat betekent dat Rwandezen zich hier niet veilig voelen. Ik ga ook niet meer alleen de straat op.

Is er dan wel sprake van een Rwandese gemeenschap in Brussel? Hoe ontdek je bij wie je op je gemak kan zijn?
Kanimba: Nee, dat klopt. In Rwanda noemen ze Brussel nog altijd Kigali 2.0, omdat hier de meeste Rwandezen buiten Rwanda wonen. Maar als twee Congolezen elkaar ontmoeten of ze ontdekken dat ze allebei van Congo komen, dan zijn ze blij. Zij zeggen: hé, je bent mijn broer. Als ik op straat loop en ik herken een andere Rwandees, dan zullen wij elkaar hoogstwaarschijnlijk gewoon voorbijlopen. Dat toont hoe verdeeld de regering is. Sommige mensen durven zelfs niet kritisch te zijn over Rwanda in hun eigen familie. De risico's zijn te groot. Probeer maar eens een Rwandees te vinden die vrijwillig kritiek uit op Paul Kagame. De meesten zeggen gewoon: goed, perfect. Eigenlijk zegt dat alles. In een normale democratie zal er altijd iemand kritiek hebben op de overheid.

“Als twee Congolezen elkaar ontmoeten in Brussel zeggen ze: hé, je bent mijn broer. Als ik op straat loop en ik herken een andere Rwandees, dan zullen wij elkaar waarschijnlijk voorbijlopen”

Carine Kanimba, dochter van Paul Rusesabagina

Is dat hier in huis soms een probleem?
Kanimba: Nee, wij verstoppen het niet (lacht). Mijn vader is hier het beste voorbeeld van. Hij zei altijd dat het belangrijk is om dapper te zijn. Tijdens de genocide deed hij wat kon om mensen te beschermen. Toen hij in België bedreigd werd, stuurde hij ons allemaal naar de VS. Dit blijft wel onze thuis, we komen regelmatig naar hier. Mijn oudste zussen wonen nog altijd in Brussel met hun kinderen. Dit huis is het hoofdkwartier voor iedereen. (Kanimba's moeder komt dag zeggen tijdens het interview. Ze vertrekt zelf naar een tv-interview in Brussel. De hele week krijgt de familie internationale media-aandacht.)

De ontvoering is nu al een jaar geleden. Wanneer besefte u dat u de campagne moest opdrijven?
Kanimba: De campagne begon al meteen, maar het stoorde me enorm dat de Belgische pers er pas later mee naar buiten kwam. Vooral de Amerikaanse media hebben ervoor gezorgd dat mijn vader bleef leven. De New York Times vroeg om foto's, ze wilden hem zíen. Journalisten beschreven het misbruik tegen hem. Internationaal gezien deed ik tijdens de vorige herfst al honderden interviews in het Engels, Frans, zelfs Spaans en Kinyarwanda. Maar hier in België lette niemand erop. Sommige media noemden het te politiek of te gevoelig.

Wat zegt dat over hoe wij naar Rwanda kijken?
Kanimba: Ten eerste was Hotel Rwanda inter­nationaal een veel groter succes dan hier. Zeker in de VS, waar de film deel uitmaakt van de verplichte leerstof op school. Het zit er meer in de cultuur. Ten tweede denk ik dat Rwanda expert is in marketing. Ze geven een vals beeld van wat ze willen tonen, zoals een perfect Kigali met propere straten. En ze hebben de Belgische gemeenschap, zeker aan Franstalige zijde, succesvol voor de gek gehouden om die leugens te geloven.

Rwanda reageert telkens heel agressief wanneer België zich uitspreekt over de mensenrechtenschendingen. Dan leggen ze de vluchten van Brussels Airlines stil of wijzen Belgische diplomaten die zich uitspreken het land uit. En dan is er nog het koloniale schuldgevoel, dat ze gebruiken om België te manipuleren.

Is de Belgische overheid dan ergens bang voor, denkt u?
Kanimba: Dat is het net: Rwanda ontvangt hulp van België (50 miljoen euro per jaar aan ontwikkelingsgeld, red.), niet omgekeerd. De Belgische overheid is via mijn gsm bespied toen ik een gesprek had met minister Sophie Wilmès (dat bleek uit het onderzoek van Knack, red.). En toch hoor je hierover amper woede. Mijn vraag is waarom. Is België bang? Zijn zij ook onderdrukt? Het is me totaal onduidelijk waarom ze mijn vader niet beschermen, tenzij er racisme speelt.

Een Belgische burger wordt gemarteld in Rwanda. Ze weten dat en toch zijn ze niet boos. Ik ben een Belgische burger, slachtoffer van spionage en toch komt er geen reactie. Ik denk oprecht dat de economische banden hier sterker doorwegen dan de mensenrechten. Het is geopolitiek. België weet dat Rwanda een sterke macht is in de Grote-Merenregio in Afrika, dicht bij de mineralen in Congo. Wie een bondgenoot is van Rwanda, staat sterker.Alleen begint België nu heel zwak te lijken: het durft geen standpunt in te nemen tegen onrecht en tegen dictatuur. Ik geloof zeker dat mijn vader zal terugkeren door de huidige druk, maar die moet nog omhoog. Iedereen moet doen wat die kan.

Heeft u nog hoop voor uw vader?
Kanimba: Oh ja, mijn vader komt naar huis (lacht breed). Ik hoop nog voor het einde van het jaar. Nu kost het de Rwandese overheid veel meer om hem vast te houden, door alle negatieve publiciteit en aandacht voor dit proces. Hij is ontvoerd, er is een schending van internationaal recht. Als er echte bewijslast was, hadden ze hem op een legale manier naar Rwanda kunnen brengen. Wij willen de druk hoog houden, hoelang dat ook duurt. Rwanda zal het niet meer lang kunnen volhouden.

En wat is uw hoop voor de Rwandezen in Brussel?
Kanimba: Ik denk dat ze moe zijn en getraumatiseerd. Zelfs in Rwanda lijkt men te aanvaarden dat hun rechten al afgenomen zijn. Maar nu de internationale gemeenschap er niet van wegkijkt, zal België zijn burgers moeten beschermen. Al is er meer nodig, puur door de veralgemeende angst bij veel Rwandezen. Het is echt de verantwoordelijkheid van iedereen: help hen om hun stem terug te krijgen, die hen is afgenomen. Je kan altijd iets doen. Als je kan spreken, heb je een stem. Als je kan schrijven, kan je tweeten. Eén positieve tweet die het onrecht aanklaagt, maakt een verschil om het beeld dat Rwanda wil uitdragen, uit te dagen.

Minister van Buitenlandse Zaken Sophie Wilmès: 'Repatriëring kan niet zonder instemming van Rwanda'

Sophie Wilmès (MR), Belgisch minister van Buitenlandse Zaken, reageert dat ze herhaaldelijk het recht op een eerlijk proces heeft benadrukt bij haar Rwandese ambtsgenoot Vincent Biruta. “België volgt de situatie van Paul Rusesabagina van heel nabij, zowel in Brussel als in Kigali,” zegt haar woordvoerster Elke Pattyn. Wilmès heeft Biruta hierover tweemaal gebeld en beide ministers hebben elkaar persoonlijk ontmoet op 26 april.

Er loopt in ons land nog een gerechtelijk onderzoek naar de 'aankomst' van Rusesabagina in Rwanda. Vooraleer dat is afgerond, spreekt Wilmès nog niet over ontvoering.
In juni keurde de Kamer een resolutie goed met de vraag om Rusesabagina naar België te repatriëren. Zover is het nog niet gekomen. “Een overbrenging kan enkel binnen een juridisch kader verlopen, dat er momenteel niet is,” aldus Pattyn. “Voor alle mogelijke scenario's is sowieso de instemming van Rwanda vereist.”

Rusesabagina's vonnis valt op 20 september in Kigali. Zijn Brusselse advocaat Vincent Lurquin is er vorige week het land uitgezet. Hij heeft zijn cliënt nog altijd niet gezien.

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Brussel, Justitie, hotel rwanda, paul rusesabagina, carine kanimba, Rwandese genocide

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni