Reportage

De staat van het Zoniënwoud: 'Schrijf de beuk niet te snel af'

Nathalie Carpentier
© BRUZZ
07/10/2020

| Als een oude beuk verdwijnt, komt er plaats vrij in het bladerdak, zodat jongere bomen kunnen doorgroeien.

Hoe gaat het met het Zoniënwoud nu het iconische beukenbos al drie droge zomers te lijden heeft onder de klimaatopwarming en de biodiversiteit wereldwijd sterker daalt dan ooit? Verrassend goed, dank u. “Beuken leken ten dode opgeschreven, maar ze blijken veerkrachtiger dan we dachten,” zegt onderzoeker Kris Vandekerkhove van het Instituut voor Natuur en Bosonderzoek (INBO).

Aan de rand van de vijver staan verschillende beuken er troosteloos bij. Er lijkt een hap genomen uit de kruin, de bovenste takken ogen doods. Voor een leek lijkt het alsof de bliksem er is ingeslagen, in werkelijkheid zien we het rechtstreekse gevolg van de extreme droogte van de afgelopen drie jaar, toont Kris Vandekerkhove ons, senior onderzoeker aan het INBO.

“Die bomen hebben hun kroon verlaagd omdat ze onder zware stress stonden door de droogte. Bovenaan stoten ze dan takken af en verliezen er vervroegd blad om niet verder uit te drogen. Onderaan laten ze extra scheuten groeien om zich te beschermen tegen de genadeloze zon. Omdat ze onbeschut staan, vangen ze tijdens de hittegolf de volle zon. Bomen die plots in de volle zon komen te staan, kunnen bovendien last krijgen van zonnebrand, waarbij de groeilaag net onder de schors uitdroogt. Dat kan dodelijk zijn.”

Alleen vertekenen die gehavende beuken aan de rand van het bos of op een open plek het totaalbeeld. “Die vallen op, maar de beuken in het gesloten bos zelf stellen het tegen alle verwachtingen na drie hete, kurkdroge zomers zelfs behoorlijk goed,” zegt Vandekerkhove. Een gesloten beukenbos vormt een dicht bladerdak, waardoor het er erg schaduwrijk is en tijdens een hittegolf al snel zes tot zeven graden koeler. “Noem het een natuurlijke airco.” Onder de schaduw van beuken groeit weinig, planten hebben zonlicht nodig om via fotosynthese suikers te maken. Maar de beuken zorgen wél voor elkaar en niet alleen door een eigen microklimaat te vormen.

Dat heeft alles te maken met wat de Duitse houtvester en bestsellerauteur Peter Wohlleben zo mooi verwoordde als het wood wide web. Het is een eenvoudig, maar goed beeld om uit te leggen hoe ontelbare ondergrondse schimmeldraden beuken onderling verbinden. Via die schimmels wisselen ze water en voedingsstoffen zoals suikers uit. “Door dat netwerk vormen ze een heel robuust systeem. Als er een te groot gat in het bladerdak komt of beuken staan onbeschut aan de rand, beginnen de problemen. Bij hitte droogt het schimmelnetwerk uit, kunnen minder voedingsstoffen rondgestuurd worden en staat het microklimaat onder druk.”

1725 zonienwoud 32

| Jonge beuken schieten op in het Zoniënwoud, wellicht dankzij een ondergronds schimmelnetwerk.

Dat moet je in je achterhoofd houden als je die kwijnende bomen ziet. “Als je die te snel gaat kappen of oude beuken te snel weghaalt, riskeer je een averechts effect. Dan maak je dat netwerk kapot en riskeer je domino-effect te veroorzaken. Je brengt immers ook overige bomen in de problemen, omdat je ze dan aan zichzelf overlevert. Precies dan is een beuk kwetsbaar.”

“Wil je het unieke karakter van het Zoniënwoud behouden, dan zet je beter in op de veerkracht van de beuk. Die kan veel meer aan dan wij soms denken”

Kris Vandekerkhove, onderzoeker Instituut voor Natuur en Bos

Kris Vandekerkhove, onderzoeker aan het Instituut voor Natuur en Bos, in het Zoniënwoud

Prachtige pissebedden

Plots grijpt Vandekerkhove naar zijn verrekijker. Als hij scherp stelt op een voorbijvliegende vogel, wordt zijn glimlach breder. “Ik had gelijk: een visarend! Die zie je maar zelden.” De biodiversiteitsindex die het WWF deze maand publiceerde, schetste geen rooskleurig beeld. Ondanks een algemeen licht stijgende tendens, ging de biodiversiteit onder meer in de bossen sterk achteruit. Vooral enkele bosvogels hadden het er zwaar te verduren.

1725 zonienwoud 41

“Enkele soorten, zoals de bonte vliegenvanger, nemen af,” reageert Vandekerkhove. Die trekvogel krijgt het moeilijk nu de seizoenen verschuiven door klimaatopwarming. “Vroeger arriveerden ze perfect op tijd om hier hun nest te maken. De jongen kwamen net uit op het ogenblik dat er ontzettend veel rupsen waren. De bomen staan nu vroeger in blad, maar het trekpatroon van de vogels is hetzelfde gebleven, waardoor de rupsenpiek al voorbij is als ze arriveren. Hun jongen krijgen niet meer voldoende voedsel.”

Kris Vandekerkhove (centraal), onderzoeker aan het Instituut voor Natuur en Bos, in het Zoniënwoud

| Kris Vandekerkhove (centraal), onderzoeker aan het Instituut voor Natuur en Bos, in het Zoniënwoud.

Maar zulke soorten trekken het cijfer onevenredig naar beneden, waarschuwt Vandekerkhove. “Het resultaat hangt sterk af van de soorten die je selecteert. Het WWF heeft naar 280 soorten zoals vogels en vlinders gekeken, terwijl dat maar een fractie is. Eén derde van de biodiversiteit hier hangt samen met het dode hout in het bos, maar die zie je niet.” Hij wijst naar de tonderzwam die harde banken op de stam van een kwijnende beuk vormt. “In elk vruchtlichaam vind je minstens dertig soorten unieke kevers en vliegen. Volgende week komt een expert hier naar de unieke pissebedden zoeken, zoals de prachtoproller. Helaas zijn zulke soorten net als de erg diverse zwammen minder populair.”

Wél sexy zijn zoogdieren zoals de das en de boommarter die na jaren weer gesignaleerd werden in het Zoniënwoud. “Nu hopen we dat ze zich hier ook definitief vestigen.” Ook de everzwijnenpopulatie groeit gestaag. “Die hoort hier thuis.” Van minder welgekomen gasten zoals de letterzetter, een kever die zich door de klimaatopwarming sneller dan ooit vermenigvuldigt en ravages aanricht in Waalse bossen, hebben ze hier gelukkig geen last. “Die tast enkel naaldbomen aan, vooral fijnsparren en die vind je hier amper.” Wel zijn ze beducht voor de komst van de Aziatische boktor. “Die parasiteert ook op beuken, maar die zit hier gelukkig nog niet.”

“Oude beuken sturen voedsel naar jonge beuken. Die groeien lange tijd traag tot een oude beuk stert. Dan schieten ze omhoog”

Stefaan Goessens, veldwerker Instituut voor Natuur en Bos

Euthanasieploeg

We trekken het Zoniënwoud in de dag dat de eerste zware herfststorm Odette is aangekondigd. Hoe groot is het risico op ontwortelde bomen nu frequentere en fellere stormen voorspeld worden? “De beuk staat op de lijst van gevoelige soorten, omdat hij oppervlakkiger wortelt, maar zo groot is het verschil met andere bomen nu ook weer niet. Waar het bos sterk is uitgedund en de wind kan beginnen te wervelen door gaten in het kroondak, is de kans dat ze omvallen groter. Maar in het gesloten bos houden de beuken elkaar recht.” Wat met het risico op brandgevaar, dat volgens een recent rapport over de impact van de klimaatopwarming in België in bossen dreigt te verdrievoudigen? “In loofbossen zoals het Zoniënwoud is dat gevaar kleiner dan in harshoudende naaldbossen. Hars is erg brandbaar.”

1725 zonienwoud 40

We rijden verder naar een van de reservaten waar de natuur al sinds 1983 haar vrije gang mag gaan en het INBO al dertig jaar metingen verricht. Hier mag dood hout blijven liggen en zijn de beuken uitgegroeid tot kaarsrechte reuzen van soms 46 meter hoog en meer dan 1,5 meter dik. “Zelfs de oude bomen zijn ondanks de droogte toch verder gegroeid, dat wijst op hun vitaliteit,” zegt veldonderzoeker Peter Van de Kerckhove. “We moeten onze ideeën over hoe oud beuken kunnen worden bijstellen. Vroeger dachten we dat ze zelden ouder werden dan tweehonderd jaar. Hier hebben we er enkele van driehonderd jaar oud, die nog altijd gezond zijn. Sinds dit stuk niet meer beheerd wordt, is het geëvolueerd naar een bos dat steeds meer de kenmerken vertoont van een oerbos. Dat is alleen maar goed nieuws.”

Een onderzoeker aan het Instituut voor Natuur en Bos aan het werk in het Zoniënwoud

| Een onderzoeker aan het Instituut voor Natuur en Bos aan het werk in het Zoniënwoud.

Ze houden halt aan een indrukwekkende beuk. Een enorme beige zwam heeft zich met gracieus uitwaaierende schotels rond de voet gekronkeld. Het ziet er prachtig uit, maar is in werkelijkheid de aankondiging van een nakend overlijden. “Die reuzenzwam noemen wij net als de tonderzwam de euthanasieploeg. Die vruchtlichamen zie je als de beuk aan het eind van zijn Latijn is. De zwam versnelt het stervensproces en helpt alle suikers weg te trekken en terug te geven aan het ecosysteem. Als hij helemaal omcirkeld is, zijn de wortels helemaal opgegeten.” Hoelang heeft de boom nog? “Hij kan elke dag omvallen.”

Opvolging

“Als die oude reus het loodje legt, is dat voor het bos niet zo erg. Vandaag staat de opvolging klaar.” Veldwerker Stefaan Goessens wijst naar jonge beukenboompjes die overal opschieten tussen de houten reuzen. “Vroeger kon je dwars tussen de stammen doorkijken. Dat veroorzaakte paniek: het bos verjongde niet.” Goessens werd destijds aangeworven om de reden te achterhalen én om het op te lossen. “De zaadjes kiemden wel massaal, maar na twee jaar stierven de zaailingen.”

1725 zonienwoud 45

Hij probeerde van alles: netten om de scheuten af te schermen voor bosduiven, kooien rond de zaailingen om ze te beschermen tegen reeën, de grond afgraven en losser woelen, niets hielp. “Uiteindelijk eindigden we mijn onderzoek met het besluit dat beukenverjonging er niet in zat. Tot we enkele jaren later plots overal jonge beuken zagen.”

De verklaring is – wederom – wellicht te vinden in het schimmelnetwerk dat beter gedijt sinds de bodem minder verzuurd is. “We wisten al langer dat de schimmel voedingsstoffen uitwisselde met één beuk. Stilaan wordt alsmaar duidelijker dat oude beuken zo ook voedsel naar jonge beuken sturen. Die groeien lange tijd traag tot een oude beuk sterft. Dan komt er plaats vrij in het bladerdak en schieten ze omhoog.”

Dat klinkt allemaal onverwacht positiever dan het doembeeld van de voorbije jaren. In Brussel werd voorgesteld om de iconische beukenkathedralen te vervangen door andere boomsoorten, omdat de beuk ten dode was opgeschreven. “De onderzoekers van het INBO zijn optimistischer dan wij over de beuk,” reageert Frederik Vaes van Leefmilieu Brussel. “Uit een studie bleek dat de beuk tegen 2100 op de drogere plateaus zou verdwijnen. Dat beeld is wat bijgesteld. Meters diep bevinden zich rijke bodemlagen die de beuk met zijn wortels wél zou kunnen bereiken. Dat kan mee verklaren waarom de meeste beuken ondanks de droogte van de voorbije zes maanden geen tekenen van uitdroging vertonen. We hebben hun veerkracht wat onderschat. De beuk zal misschien niet meteen verdwijnen, maar veertig meter hoog zullen ze niet meer worden.”

1725 zonienwoud 31

Om het bos weerbaarder te maken tegen zware stormen en de klimaatverandering, bouwt Brussel het aandeel beuken sowieso tegen 2042 wel met tien procent af. “Niet door grote zones te kappen, maar door als er plaats vrijkomt geen beuk meer te planten, maar een wintereik, een linde of een haagbeuk.”

Ook Vandekerkhove is voorstander van diversifiëring, maar zeer geleidelijk aan. “Menging is wenselijk, maar wil je het unieke karakter van het Zoniënwoud en de unieke biodiversiteit behouden, dan zet je beter in op de veerkracht van de beuk.” Hij verkiest dat laatste. “Onlangs bezocht ik het Deens eilandje Møn, waar beuken groeien op spectaculaire krijtrotsen aan zee. Na hete maanden zonder een druppel regen stond hun kruin perfect groen. Toen wist ik: de beuk kan veel meer aan dan wij soms denken.”

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Oudergem, Sint-Lambrechts-Woluwe, Sint-Pieters-Woluwe, Watermaal-Bosvoorde, Milieu, Zoniënwoud, beuken, INBO, kris vandekerkhove, klimaatopwarming, droogte

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni