De Brabantse Wouden, waar onder meer het Zoniënwoud deel van uitmaakt, zijn kandidaat om door Vlaanderen erkend te worden als Nationaal Park. Tegelijkertijd sloten Vlaanderen, Wallonië en Brussel een akkoord voor betere samenwerking rond deze bossen. Patrick Huvenne, regiobeheerder Brabantse Wouden bij het Vlaams Agentschap Natuur en Bos, legt uit wat de bedoeling is.
© Photonews
| Het Zoniënwoud maakt deel uit van de Brabantse Wouden.
Mogelijk wordt alleen Vlaamse deel van het Zoniënwoud een Nationaal Park
Wat zijn de Brabantse Wouden precies?
"Ze omvatten het hele gebied rond het Zoniënwoud, het Meerdaalwoud en het Hallerbos. Vroeger, tot in negentiende eeuw, waren die bossen verbonden. Men sprak toen van het Kolenwoud.
Maar het gaat over meer dan alleen bossen. Het betreft ook de riviervalleien van de Dijle en de Zenne, en kleinere bosjes."
De provincie Vlaams-Brabant en enkele Vlaamse gemeenten maakten een masterplan voor de Brabantse Wouden in de hoop een erkenning als Nationaal Park in de wacht te slepen. Waarover gaat dit masterplan?
"Het gaat vooral over natuurversterking, zoals hoe we de oude verbindingen tussen de bossen kunnen herstellen. Voor alle duidelijkheid: het is niet zo dat dat we het hele gebied opnieuw vol bos willen zetten. Je kan natuur ook verbinden via boomgaarden, graslanden en andere elementen.
Ook moeten we aandacht hebben voor het water in de streek en willen we bijvoorbeeld bronnetjes boven de grond brengen."
Wat levert zo’n erkenning als Nationaal Park op?
"Om te beginnen geld: jaarlijks 608.000 euro. Bovendien geeft een erkenning als Nationaal Park een geweldige uitstraling, ook internationaal. Denk aan de bekendheid van de Amerikaanse nationale parken. We willen die erkenning dus heel graag binnenhalen, maar we zijn met vijf kandidaten voor vier plaatsen."
De Brabantse Wouden strekken zich uit over de drie gewesten. Een derde van het Zoniënwoud ligt bijvoorbeeld op Brusselse grondgebied. Toch werd de kandidatuur niet gezamenlijk ingediend, maar door de Vlaamse coalitie Brabantse Wouden.
"Dat klopt. Het gaat hier namelijk om een Vlaamse projectoproep, in 2019 gelanceerd door de Vlaamse regering. De jaarlijkse subsidie zal dan ook alleen naar het Vlaamse deel van de Brabantse Wouden gaan.
De Waalse regering organiseerde ondertussen trouwens een gelijkaardige wedstrijd en ook daar waren de Brabantse Wouden kandidaat, maar ze hebben het niet gehaald."
Zal het Brusselse deel van het Zoniënwoud toch profiteren van een Vlaamse erkenning?
"De procedure laat ook projecten toe die de gewestelijke grenzen overschrijden. Dit moet wel intergewestelijk gebeuren, anders heeft het geen zin. Daarom hebben Vlaanderen, Wallonië en Brussel ook een intentieverklaring voor samenwerking rond de Brabantse Wouden ondertekend. Daarbij gaat het onder meer om die natuurverbinding. Brussel bouwde het eerste ecoduct in het Zoniënwoud en wil nog een tweede bouwen in Bosvoorde. Ook aan Vlaamse zijde zijn we met ecoducten bezig.
Daarnaast moet er samenwerking zijn rond de opvang van de bezoekers. We willen het aantal parkings in de natuur bijvoorbeeld terugdringen, het is niet opportuun dat mensen met hun wagen tot in het hart van het bos rijden. Maar dan moeten die gebieden op een andere manier ontsloten worden: per trein of met deelfietsen.
De samenwerking zal dus nog versterkt worden. Maar elk gewest regelt hiervoor de eigen financiering. We hopen dat de andere gewesten dezelfde ambitie hebben."