Brusselaars vinden weg nog niet naar heropende voordeuren op bus

De MIVB opent opnieuw de voorste deuren van haar bussen en trams. Die werden bij het begin van de coronacrisis gesloten om de chauffeurs te beschermen tegen het virus. Twee jaar later komt daar dus een einde aan. Met andere woorden: passagiers kunnen hun favoriete buschauffeur opnieuw goedemorgen wensen. Velen blijken gewend te zijn geraakt aan het achteraan opstappen.

Voor de buschauffeurs was die twee jaar durende periode heel eenzaam en niet altijd eenvoudig. Zo getuigt Patrice Mauclet, vaste bestuurder op lijn 66 tussen het Centraal Station en de halte Tol in Sint-Lambrechts-Woluwe. “Toen de maatregelen ingingen, was er veel stress. Niet iedere passagier begreep de situatie onmiddellijk, maar na enkele weken ging dat beter.”

De buschauffeurs voelden zich door de gesloten deuren beschermd tegen het virus, maar dat veiligheidsgevoel zal nu dus opnieuw minder aanwezig zijn. Dat heeft zijn voor- en nadelen volgens Mauclet. “Menselijk contact is één van de redenen waarom ik bestuurder ben geworden bij de MIVB,” vertelt hij. “Het openen van de deuren brengt het virus opnieuw dichter bij ons, dat is wel angstaanjagend en misschien net iets te vroeg naar mijn mening.”

Die angst van sommige bestuurders begrijpt ook An Van hamme, woordvoerster van de MIVB. Ze erkent dat niet elke buschauffeur zich even veilig zal voelen bij de heropening van de voorste deuren, maar verdedigt de beslissing. “Onze reizigersaantallen stijgen opnieuw, dus het is ook belangrijk dat we ze kunnen verdelen over de volledige bus. Daarnaast is de mondmaskerplicht voor passagiers nog steeds aanwezig.” Van hamme geeft ook aan dat de gesloten MIVB-stuurposten, in vergelijking met andere vervoersmaatschappijen, een goede bescherming bieden.

Het cash betalen van vervoersbewijzen komt niet meer terug. Het percentage gekochte tickets aan boord was marginaal, ook voor de pandemie. Ondertussen telt Brussel meer dan 400 MIVB-automaten en kan de reiziger ook aan boord contactloos betalen. “Er zijn voldoende alternatieven om een ticket te kopen,” meent Van hamme.

Oude gewoontes

Twee busritten en een groot aantal haltes later, nog steeds op lijn 66, is er maar één conclusie. Ook de Brusselaar is en blijft een gewoontebeestje. Van de tientallen passagiers zien we slechts één iemand opstappen langs de voorste deuren. Haar naam: Laurine Engelen. Ze lijkt vooral enorm gehaast en bedankt de chauffeur vriendelijk omdat die nog snel de voorste deuren opensmeet. Zij vindt het alvast een goede beslissing. “Het verandert niet ontzettend veel, maar in een volle bus zullen de mensen wel terug wat meer ruimte krijgen.”

Toch ziet buschauffeur Patrice Mauclet niet veel verandering in het gedrag van de passagiers. Hij zit aan zijn derde ronde van de dag en geeft aan dat de mensen nog niet op de hoogte zijn van de nieuwe, of laat ons zeggen oude, situatie. “In totaal zijn er nog maar acht personen vooraan opgestapt.” Mauclet zelf, die heeft nog één wens. “Ik hoop dat de mensen hun masker blijven dragen. Zo kunnen wij, ook met de voorste deuren open, ons werk veilig blijven doen.”