Bijna vijftig Oekraïense kinderen in Nederlandstalig onderwijs in Brussel

Op de eerste schooldag na de paasvakantie hebben 1.827 Oekraïense kinderen plaatsgenomen op de schoolbanken van de Nederlandstalige scholen, onder wie 46 in Brussel. Dat blijkt woensdag uit cijfers van het kabinet van Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts. Het gaat daarbij vooral om jonge kinderen uit het kleuter- en lager onderwijs.

Net iets meer dan de helft van de Oekraïense kinderen (920) is ingeschreven in het lager onderwijs. Daarnaast ontvingen de Vlaamse scholen dinsdag ook 525 Oekraïense kleuters en 382 leerlingen in het middelbaar onderwijs.

Een derde van de Oekraïense kinderen (602) loopt school in de provincie Antwerpen. Dat valt te verklaren doordat er in Antwerpen al een Oekraïense gemeenschap bestaat. Ook in Oost-Vlaanderen gaat het om een aanzienlijk aantal (403). Daarna volgen West-Vlaanderen (294), Vlaams-Brabant (286), Limburg (196) en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (46).

De cijfers omvatten zowel de leerlingen die ingeschreven zijn in de gewone klassen als die die schoollopen in OKAN-klassen (onthaalonderwijs voor anderstalige nieuwkomers). Weyts gaat ervan uit dat de aantallen nog zullen oplopen, omdat Oekraïense kinderen - net als andere nieuwkomers - pas vanaf de zestigste dag na inschrijving als inwoner van een Belgische gemeenschap leerplichtig zijn.

Nooddecreet

Later vandaag wordt normaal gezien een nooddecreet goedgekeurd dat scholen moet helpen bij de opvang van Oekraïense leerlingen. Daardoor krijgen de scholen extra middelen en mogelijkheden om leerlingen op te vangen. Daarnaast is het ook de bedoeling om onderwijs te voorzien in collectieve opvangvoorzieningen. Een volgend nooddecreet zou het dan ook mogelijk moeten maken om onderwijs in het Oekraïens door Oekraïense leerkrachten te voorzien.