Ook vooroordelen over socio-economische afkomst en etnische herkomst kunnen een bepalende rol spelen voor de beslissingen van de klassenraad.

Doorlichting legt kansenongelijkheid Vlaams onderwijs bloot

© Belga
05/02/2018

Er is nog altijd kansenongelijkheid in het Vlaamse onderwijs. Ze is een gevolg van de manier waarop het onderwijs is georganiseerd en de manier waarop scholen naar hun leerlingen kijken. Zo nemen klassenraden niet alleen beslissingen op grond van de competenties van de leerling, maar ook op basis van vooroordelen over socio-economische afkomst en etnische herkomst.

Een en ander blijkt uit een nieuwe studie van KU Leuven, UGent en ULB in opdracht van het gelijkekansencentrum Unia. De resultaten worden maandagnamiddag bekendgemaakt op een studienamiddag.

De onderzoekers ondervroegen 804 leerkrachten en directeurs uit 280 scholen over hun diversiteitsbeleid en er kwamen 40 diversiteitsexperten aan bod. Daarnaast werden ook de databanken van het onderwijs uitgeplozen en werden 138 leerkrachten en directeurs secundair onderwijs bevraagd over de manier van oriënteren. De Diversiteitsbarometer Onderwijs van Unia, die hieruit ontstond, bestudeert ook de oriëntatie door de klassenraad: wie krijgt welk attest, wie neemt welke beslissing na een attest en op wat stoelt die beslissing?

'Wake-up call'

Het blijkt dat de beslissingen van de klassenraad niet alleen worden bepaald door de competenties van de leerling. Ook vooroordelen over socio-economische afkomst en etnische herkomst kunnen een bepalende rol spelen. Dit stellen de onderzoekers vast in zowel Vlaamse als Franstalige scholen. "Dit onderzoek is wat mij betreft dan ook een wake-up call, die aantoont dat meer kennis en begrip over vooroordelen van belang is", zegt Els Keytsman, directeur van Unia.

De onderzoekers toonden ook aan dat arme leerlingen meer kans hebben op een B- of C-attest dan rijkere leeftijdsgenoten. Sterker nog: als die arme leerling in een zogenaamde 'eliteschool' zit, dat wil zeggen een school met een hoger aandeel rijkere leerlingen, dan neemt die kans op een B- of C-attest zelfs spectaculair toe.

Leerlingen uit kansengroepen zullen ook minder snel geneigd zijn om te blijven zitten wanneer ze een B-attest krijgen dan leerlingen met rijkere ouders. De ene groep gaat dus naar een lagere studierichting terwijl de andere groep een jaar overdoet in dezelfde richting. Volgens onderzoekers spelen de verwachtingen van ouders en het onderwijs hier een rol.

Inclusief onderwijs

Tachtig procent van de leraren en directies zegt geen probleem te hebben met holebi's. Eenzelfde 80 procent van de scholen beweert dat er een vaste en welomlijnde procedure bestaat om te beoordelen welke steun een leerling met een handicap krijgt. Tot zover de theorie. Helaas blijkt in de praktijk dat meer dan 5 op de 10 leerkrachten van het secundair onderwijs het thema seksuele oriëntatie niet bespreekbaar vinden in de lessen. In het basisonderwijs bespreekt zelfs 60 procent van de leerkrachten het onderwerp niet in de klas. Unia roept alle onderwijsactoren op om tot een echt LGBT-inclusief onderwijs te komen. Alleen een globale, structurele aanpak die gedragen en verankerd is, zal écht een verschil maken voor LGBT-jongeren.

Ook wanneer beoordeeld wordt welke steun een leerling met een handicap krijgt, bestaat er een kloof. Unia roept op om een onderwijssysteem uit te werken dat uitgaat van verschillen tussen kinderen en dat flexibiliteit als uitgangspunt neemt om gelijke behandeling te realiseren.

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Brussel , Onderwijs

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni