Annemie Maes (Groen): 'Verbranden als allerlaatste optie'

© Brussel Deze Week
06/07/2012
"Een in afvalverwerking gespecialiseerde privéfirma heeft als slogan 'Afval bestaat niet'. En inderdaad," zegt Annemie Maes (Groen), "het afval dat we als Brusselaars nu gewoon (soms letterlijk) op straat laten liggen of onnadenkend verbranden, is vanuit economisch perspectief een goudmijn."

Vanaf wanneer kun je eigenlijk over 'afval' spreken? Zodra een object niet meer gebruikt wordt? Zodra het niet meer werkt? Of zodra we het niet meer als relevant beschouwen? We koppelen gebruiksvoorwerpen gewoon los van de primaire materialen waaruit ze gemaakt zijn. En die materialen zijn vaak eindig en worden in een steeds sneller tempo opgebruikt.

Bovendien blijken weinig Brusselaars erbij stil te staan waar de inhoud van hun vuilniszak terechtkomt. Elke Brusselaar produceert per jaar 350 kilo afval. Op een bevolking van 1,1 miljoen officiële inwoners, plus pendelaars, toeristen, studenten of tijdelijke bezoekers, komen we snel op 600.000 ton afval per jaar.

Elk gezin heeft gemiddeld twintig elektronische apparaten in huis, en die hebben een steeds kortere levensduur. Iedereen kent het fenomeen van toestellen zoals printers of wasmachines die geproduceerd zijn in de jaren '60 en die vijftig jaar na datum nog altijd perfect functioneren.

Toestellen werden toen gemaakt om een leven lang mee te gaan, en bij mankement kreeg een wisselstuk het ding opnieuw aan de praat. Die periode ligt helaas achter ons. Nu worden toestellen door producenten doelbewust - vaak om marketingredenen - voor een beperkte periode gemaakt.

Zolang de garantieperiode loopt, werkt het toestel perfect. Eens die tijd overschreden geeft het de geest. Steeds meer toestellen werken computergestuurd. Hierdoor is een bewust geprogrammeerde veroudering perfect mogelijk. Het maakt de toestellen moeilijker herstelbaar, terwijl er 'hardwaregewijs' vaak niets aan de hand is.

Resultaat: de consument koopt een nieuw toestel en het oude belandt op de schroothoop. Op de koop toe wordt dit zelfs verkocht als ecologisch argument: door de kortere levensduur worden toestellen sneller vervangen door zuinigere exemplaren. Een argumentatie die enkel rekening houdt met de gebruiksfase van een toestel, en niet met de volledige levenscyclus. De ontginning van grondstoffen, de productie, het transport, de verwerking en de ontmanteling van toestellen hebben immers een enorme impact op het milieu.

Van petfles tot fleece
Willen we de roofbouw van onze planeet een halt toeroepen, dan moeten we dringend op een andere manier met onze spullen omgaan. Op zich is er niets mis mee om je oude wasmachine te vervangen door een zuiniger of gebruiksvriendelijker exemplaar. Als we maar de garantie krijgen dat het oude toestel een tweede leven krijgt, of dat het tot op het kleinste deeltje ontmanteld en hergebruikt wordt om er nieuwe voorwerpen van te maken.

We moeten nog enorme stappen zetten als we op een integrale manier naar materiaalstromen gaan kijken, waar bij elke stap in de keten zo efficiënt mogelijk met materiaal wordt omgegaan. Dat begint bij het vermijden van afval. Producenten hebben hier een enorme verantwoordelijkheid, door te zorgen voor minder en recycleerbaar verpakkingsmateriaal en het ontwerp van duurzame producten met een lange levensduur. Onder de slogan 'Minder is meer' moeten we samen - consumenten en bedrijven - afval leren te vermijden.

De tweede stap is hergebruik. Voorwerpen die voor hun eigenaar geen nut meer hebben, kunnen een waardevol tweede leven krijgen door eenvoudigweg van eigenaar te veranderen. Ecodesign kan, door (onderdelen van) voorwerpen anders te gebruiken of anders te monteren, verrassende resultaten geven. Denk maar aan een lampenkap gemaakt uit oude muziekcassettes of wijnkisten die een boekenrek vormen.

Vervolgens is recyclage te verkiezen. En enkel wanneer geen van de voorgaande stappen mogelijk is, is verbranding een optie.

Het parlement keurde onlangs een ordonnantie goed die deze hiërarchie centraal stelt, waardoor tegen 2020 de helft van het Brusselse afval gerecycleerd moet worden. De eerste stappen om dit waar te maken, worden nu gezet. Ecopool (te vergelijken met de kringloopcentra in Vlaanderen) is zo'n project dat geen moment te vroeg komt. Toch moet de lat nog hoger: één Ecopool is een druppel op de hete plaat, aangezien het centrum op termijn slechts zal instaan voor het beheer van 4.500 ton afval, of minder dan één procent van het totaal.

De voorwaarde voor hergebruik of recyclage is een perfecte sortering en een groter aantal gescheiden afvalstromen. Statiegeldsystemen voor blikjes en drankverpakking moeten daarom uit de taboesfeer komen. Het werkt perfect in andere landen, waarom kan het dan niet bij ons? Een petfles heeft tien jaar nodig om op natuurlijke wijze af te breken. 27 goed ingezamelde petflessen maken samen één fleecetrui.

Producenten moeten ook meer hun verantwoordelijkheid nemen door enkel nog materialen op de markt te brengen die volledig recycleerbaar zijn. Nu moet je al bijna plastic­specialiste zijn om te weten wat al dan niet in de blauwe zak mag: PET, PVC, HDPE…. Is het niet gewoon tijd dat de producent álle plastic inzamelt en zelf opdraait voor wat hij op de markt brengt?

Brussel heeft nu nog drie ovenlijnen. Onze ambitie bestaat erin om er op termijn één of twee te sluiten. Hoewel de rookgasbehandeling en de filtersystemen geavanceerd zijn, blijft het absurd dat organische en herbruikbare primaire grondstoffen nog altijd verbrand worden. Bovendien blijft er nog steeds een zeer giftig geconcentreerd restafvalgoedje over dat opgeslagen wordt in speciaal beveiligde stortplaatsen, zonder de effecten hiervan op mens en milieu te kennen.

Sommigen hebben het al lang begrepen: afval is big business. De afvalverwerkings- en recyclage-indus­trie zet duizenden mensen aan het werk in Vlaanderen, levert herwonnen grondstoffen voor de industrie en creëert kansen voor ontwikkeling en innovatie. Brussel kan hier nog veel van leren. Afval als opportuniteit, minder afval, afval als grondstof - in plaats van het gewoon weg te gooien of te verbranden.

Annemie Maes, Brussels parlementslid (Groen)

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Opinie

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni