'Opvolger Klein Kasteeltje kan breuk tussen centrum en Molenbeek verzachten'

Kris Hendrickx
© BRUZZ
25/04/2017

Het asielcentrum in het Klein Kasteeltje, het eerste en grootste van het land, verhuist meer dan waarschijnlijk. Voormalig directeur Bob Pleysier pinkt een traan weg bij de verhuizing, maar ziet ook kansen. Voor de buurt én voor een voorbeeldproject op de nieuwe locatie.

Ruim tien jaar stond Pleysier aan het hoofd van het Klein Kasteeltje, dat hij mee hielp oprichten als asielcentrum. Het nakende vertrek van ‘zijn’ centrum – wellicht naar het militair ziekenhuis in Neder-Over-Heembeek – laat hem dan ook niet onberoerd.

“Mijn hart bloedt als ik van de verhuisplannen hoor. Ik heb daar elf jaar van mijn leven bijzonder plezierig en gelukkig gewerkt. Het is in zekere zin het hart van de Belgische asielopvang gebleven, zelfs al is het de jongste jaren wat verwaarloosd. Ik pleit er daarom voor om op die plek toch minstens een aanwezigheid van asielzoekers te behouden. Je zou bijvoorbeeld in een nieuw stadsproject een aantal studio’s voor asielzoekers kunnen inrichten na het vertrek van het grote centrum. Dit is tenslotte een historische plek voor vluchtelingen geweest.”

Tegelijk begrijpt Pleysier dat de wijk baat kan hebben bij een vertrek van het huidige centrum. “Ik ken die wijk goed en ben er nog altijd graag. Mijn dochter woont achter het Klein Kasteeltje. Voor de wijk blijft het huidige gebouw een massief blok in de wijk, met drie blinde muren. Als het centrum, en wellicht ook het gebouw, verdwijnt, kan er plaats komen voor andere functies, die beter met de wijk communiceren. Cafés, winkels, misschien ook een museum voor migratie.”

Pleysier wijst erop dat het complex op een snijpunt in de stad ligt, tussen de trendy wijken van de Dansaertstraat en de Vismarkt enerzijds en Oud-Molenbeek aan de andere zijde van het kanaal. Het centrum ligt al aan een brug en ooit komt daar de voetgangersbrug bij aan de Locquenghienstraat. “Het toekomstproject voor deze plek zou al die verschillende dynamieken moeten kunnen integreren, misschien met cultuur. Je kan er de breuk van het kanaal en de oververzadigde Ring verzachten.”

Maar ook voor de asielopvang biedt het vertrek van het centrum kansen, vindt de ex-topman. “De manier waarop het Klein Kasteeltje georganiseerd is, is niet meer van deze tijd. Al die grootschalige collectieve infrastructuur is niet bevorderlijk voor het welbevinden van de bewoners. Zelfs lunchpakketten worden nu centraal uitgedeeld. Een goede opvang is veel kleinschaliger. Die zorgt voor kleine wooneenheden, waar mensen zelf kunnen boterhammen smeren en koken, nadat ze hun eigen boodschappen hebben gedaan. Wat zie je anders? Moeders die na drie dagen niet meer uit hun bed komen, omdat ze niet inzien waarom.”

Het kleinschalige model dat Pleysier voor ogen heeft, speelt in op drie basisbehoeften van mensen in opvang: veiligheid, autonomie en privacy.

Dat het toekomstige centrum die kleinschalige aanpak kiest, is nog lang niet zeker. Er is immers ook een trend in de politiek om het de asielzoekers vooral niet te comfortabel te maken. “Het welbevinden van asielzoekers is niet de eerste zorg van Theo Francken,” meent Pleysier. “Dat lees je in al zijn beleidsnota’s. Ik vind dat fout. Als je mensen wil afwijzen, dan doe je dat in de asielprocedure, niet door een gebrekkige opvang.”

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Opinie

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni