Menu

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni
In vele verklaringen voor de recente plunderingen in Groot-Brittannië werd de sociaal-economische dimensie van het oproer gereduceerd tot de koopkracht en de opleiding van de relschoppers, van wie sommigen inderdaad bepaald niet arm zijn. Maar dat is maar één aspect van een veel complexer probleem.

Dat sommige plunderaars in Engeland over een gevulde bankrekening beschikten, goed opgeleid waren en zelfs een vaste baan hadden, was voor menig commentator voldoende om een sociaal-economische uitleg als linkse goedpraterij af te wijzen. Nee, hier hadden gewoon sléchte mensen huisgehouden die, wilde men ze op andere gedachten brengen, een pak voor hun broek verdienden.

Afgezien van het feit dat verpaupering en werkloosheid in de achtergestelde wijken van Londen, Birmigham en Bristol natuurlijk wél hun stempel op de rellen hebben gedrukt, is de herleiding van een sociaal-economische uitleg tot geld, opleiding en een baan een ongelukkige misrekening. Sociale cohesie is uiteraard gebaat bij geringe werkloosheid en goed onderwijs, maar hangt van zoveel andere factoren af.

Dertig jaar economisch egoïsme, concurrentiële gretigheid en op consumptie en persoonlijke ambitie gebaseerd individualisme hebben de maatschappelijke cohesie in Groot-Brittannië grote schade toegebracht. Gelijkheid is er een vies woord geworden en structurele solidariteit heeft plaats geruimd voor de aloude caritatieve vrijgevigheid. De voormalige Britse premier Margaret Thatcher balde het in haar meest beroemde uitspraak als volgt samen: "Er bestaat niet zoiets als een samenleving. Er zijn individuele mannen en vrouwen. En er zijn families." In de loop der jaren zijn dat vele families zonder enige kostwinner geworden. Ook in Brussel, waar het aantal gezinnen dat geen inkomen heeft uit reguliere arbeid schrikbarend hoog ligt.

Kunnen de rellen overslaan naar Brussel? vroeg Johan Leman (RIC Foyer) zich in een opiniestuk in Brussel Deze Week af (BDW, 1292). Hij stelt ons gerust. "Dat is geen natuurwet." Brussel is Londen niet. Het vangnet van de sociale zekerheid is hier veel sterker dan over het Kanaal. En vooral: het goed ontwikkelde middenveld van de welzijns- en integratiesector in Brussel zorgt voor een buffer en een hefboom "om toestanden als in Londen te helpen voorkomen".

Bij het lezen van die woorden dacht ik onwillekeurig aan de stichtingsvergadering van een interreligieus platform die ik jaren terug mocht bijwonen. Er namen actoren uit het middenveld, religieuze en levensbeschouwelijke mandatarissen en politici aan deel. De vertegenwoordigers van het middelveld zagen in de dialoog tussen religies en levensovertuigingen een kans tot de ontwikkeling van een kritische, emancipatorische en autonome stem waarnaar geluisterd zou worden. De politiek zag het minder ambitieus en heel pragmatisch: bij eventuele onlusten in onze hoofdstad zouden de dignitarissen van de verschillende levensovertuigingen die in het platform vertegenwoordigd waren in groep naar de moeilijke wijken afzakken om de jongeren tot bedaren te brengen door ze op hun religieuze plichten te wijzen.

Ieder zijn opdracht, natuurlijk. De sociale vrede in een multiculturele en multireligieuze grootstad staat hoog op de politieke agenda. Men kan er begrip voor hebben dat de overheid snelle resultaten wil, allereerst aan conflictbeheersing denkt en de vrede minimalistisch opvat als een afwezigheid van oorlog in 'probleemwijken'.

Maar quid met de vele verenigingen uit de welzijns- en integratiesector? Hebben die in een dynamische democratie geen breder mandaat dan sociale conflicten te helpen voorkomen of als stootkussen te dienen om slagen op te vangen die voor anderen bestemd waren? Zijn brandende auto's niet de symptomen van onderliggende problemen die het middenveld bij naam moét noemen als dat in de rest van de samenleving niet (meer) gebeurt?

Durven we ze nog bij naam noemen, die problemen? De grote (jeugd)werkloosheid, de wraakroepende kloof tussen de haves en de havenots, de asbakscholen, de gentrificatie van volkswijken en de stijgende huurprijzen, de criminalisering van mensen zonder papieren, enz.? En durven we ook nog wat dieper te duiken, daar waar het grondprobleem ligt, een economisch bestel dat iedere mensenmaat ontgroeid is en de ongelijkheden nog vergroot?

De pluim die Leman ons allemaal (en zichzelf) op de hoed steekt is niet helemaal verdiend. Laten we als organisaties van het middenveld vooral niet overhaast tevreden zijn. De kritiekloze obsessie voor economische groei, competitie en individuele flexibiliteit tast ook ónze manier van denken en werken aan. Als we niet opletten, legitimeren we het systeem waar we beroepshalve de slachtoffers van moeten opvangen. Voor we het weten is onze eigen vereniging in haar manier van doen en laten in hetzelfde bedje ziek en zijn we de intellectuele autonomie kwijt waartoe we dagelijks worden opgeroepen, waartoe de democratie ons dagelijks oproept.

'Investeren', 'cultureel en sociaal kapitaal', 'arbeidsmarkt', 'groeikansen', 'hefboom'. Nee, die termen komen niet uit een handleiding neo-neoliberaal management. Ze doorspekken Lemans recept tegen toekomstige onlusten in Brussel.

--------------------------
Christof Grootaers (Axcent vzw)

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Opinie