Debat

'Toon aub ambitie voor middenberm Kleine Ring'

© BRUZZ
11/05/2017

“Maak een lang park van de middenberm van de Kleine Ring, tussen de Ninoofsepoort en de Hallepoort.” Daarvoor pleit professor, architecte en buurtbewoner Goedele Desmet van het bureau BOB361. Ze betreurt dat Brussel die brede middenberm nu gebruikt voor een parking, terwijl andere steden trots uitpakken met hun openbare ruimte. “Wat is er gebeurd met de dromen van onze politici?”

Steden als Kopenhagen, Parijs, Madrid, Barcelona, Lissabon, Italiaanse steden en zelfs Antwerpen zijn trots op hun publieke ruimte en pakken ermee uit. Brussel daarentegen beslist een betaalparking in openlucht aan te leggen voor meer dan 1.000 auto’s op de middenberm van de Zuid- en Poincarélaan, in het hartje van Brussel.

Daarover zou een akkoord getekend zijn tussen Marion Lemesre (MR), schepen van Parkeren van de stad Brussel, en Mobiliteitsminister Pascal Smet (SP.A). De parkeermeters werden een maand geleden plots geplaats en moesten op 1 mei in werking treden. Communicatie met buurtbewoners was er op geen enkel moment. Maar de meters werken nog niet: volgens Lemesre zou de overeenkomst nog niet helemaal rond zijn. Dat is omdat de akkoorden rond de fietspaden op diezelfde plek nog niet afgehandeld zijn.

Dat lijkt dus te wijzen op een soort deal tussen de stad Brussel en het Brussels Gewest. De stad zal de fietspaden van het Brussels Gewest aanvaarden als ze haar parking krijgt. Zo gaat dat blijkbaar, terwijl de Kleine Ring gewoon een gewestweg is. De opbrengst van deze enorme openluchtparking gaat naar de stad Brussel, wat voor een serieuze duit in de stadskas zal zorgen.

Arme buurt wil parken
Een milieueffectenrapport noch een effectenverslag werden opgemaakt voor deze beslissing. Dat heb je in Brussel nochtans nodig vanaf 200 parkeerplaatsen in open lucht, en zelfs al vanaf 50 parkeerplaatsen indien deze buiten het openbaar domein liggen. Het zou om een voorlopige parking gaan, met een 9-jarige conventie. Hoe voorlopig is “voorlopig”?

Het bewuste stuk van de Kleine Ring loopt door enkele van de armste buurten van Brussel: de Anneessenswijk en Kuregem. Buurten die bovendien weinig kwalitatieve publieke ruimtes hebben en tegelijkertijd heel dichtbebouwd en –bewoond zijn. Elke stedenbouwkundige weet dat je wijken kan densifiëren, maar dan wel op voorwaarde dat er collectieve en publieke ruimte en voorzieningen tegenover staan. Daar kan een gemeenschapsgevoel ontstaan. Dat gebeurt hier duidelijk niet, jammer genoeg.

Brussel beschouwt de Kleine Ring blijkbaar als haar buitengrens, waar de auto’s geparkeerd worden om vandaar te voet naar het aangename, autovrije historische centrum te gaan. Dat die Kleine Ring eigenlijk weer het centrum is voor veel andere Brusselaars beseffen de politici van de stad blijkbaar niet.

Park en parkeertoren
Maar waarom voegen we die auto’s niet toe aan de parkings van nieuwe gebouwen? Waarom desnoods geen parkeertoren bouwen, die later kan omgevormd worden tot een gebouw met andere functies? Het zijn pistes waar men in Brussel niet aan denkt. In Parijs zijn onder heel wat boulevards parkeergarages gebouwd door private uitbaters, en het leven bovengronds werd er in een tiental jaren tijd veel aangenamer. Ook omdat er stevig op het openbaar vervoer werd ingezet.

Eigenlijk is er geen keuze: het laatste stuk van de Kleine Ring, het enige deel dat tot nu toe nooit werd heraangelegd, moet een lineair park worden, een publieke ruimte de hoofdstad van Europa waardig. Het moet een volwaardige groene zone worden die de Ninoofsepoort met de Hallepoort verbindt en die ook de aanliggende wijken betrekt. Deze ambitie wordt te weinig als een buitenkans gezien door de regering, te weinig als een hefboom voor de stad. Dat blijkt uit het stadsvernieuwingcontract (SVC) dat in opmaak is. Die nieuwe contracten, grensoverschrijdende wijkcontracten worden gecoördineerd door het Gewest om ze ‘integraler’ te maken.

Onbenut potentieel
In de voorlopige versie van het SVC die wij konden inkijken wordt deze enorme ruimte (27 meter breed en bijna 1 kilometer lang) bevestigd als parking, met weliswaar enkele kleine ‘attracties’: een verplaatsbaar cafeetje met terras, en enkele speeltuigen… tussen de parkeerplaatsen. De tijdelijke parking lijkt zo voor de eeuwigheid te worden.

Hoe komt het dat politici hier niet het potentiëel zien van kwalitatieve publieke ruimte zoals het lineaire park dat deze as zou kunnen zijn?

Hoe komt het dat de stad Brussel, dat de parking wil, beslissingen met zo’n impact zonder veel inspraak kan doorduwen? Ontbreekt het minister-president Rudi Vervoort (PS) niet aan wat gezonde ambitie? Wat is er gebeurd met de dromen van Pascal Smet?

Wij hopen alsnog dat Rudi Vervoort en Pascal Smet, met de steun van Bouwmeester Kristiaan Borret (die eerder in Antwerpen al toonde dat het kan) de handen in elkaar slaan en het potentieel van de middenberm van de Zuid- en de Poincarélaan omzetten in een concreet, ambitieus en gedurfd project. De buurt wacht hier op.

Eerder pleitten ook stedenbouwkundigen Wim Menten en Rien van de Wall in een opiniestuk voor een stadsesplanade op de middenberm.

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Sint-Gillis, Opinie

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni