30 procentnorm? Voor N-VA mag het gerust wat minder

Steven Van Garsse
© Brussel Deze Week
18/04/2012
Hoe moet het verder met Brussel en Vlaanderen na de zesde staatshervorming? Genoeg stof tot discussie, bleek maandag in een samenwerkingscommissie van het Vlaams parlement en de Raad van de VGC, waar Vlaams parlementsvoorzitter Jan Peumans (N-VA) te gast was.

Lees ook: Excuusguus

Hoe moet het verder met Brussel en Vlaanderen na de zesde staatshervorming? Officieel is er niets aan de hand: Vlaanderen laat Brussel niet los. Maar wie de zaak van naderbij bekijkt, ziet Brussel en Vlaanderen na 2014 verzelfstandigen. Dat de band tussen beide entiteiten losser wordt, of op z'n minst anders, is daarbij onvermijdelijk. Zo wordt na 2014 de kinderbijslag in de hoofdstad een Brussels verhaal en zullen over enige tijd de Vlamingen in Brussel bij de federale verkiezingen alleen nog voor Brusselse kandidaten kunnen stemmen.

Genoeg stof tot discussie, bleek maandag in een samenwerkingscommissie van het Vlaams parlement en de Raad van de VGC, waar Vlaams parlementsvoorzitter Jan Peumans (N-VA) te gast was. Peumans bleef de beminnelijkheid zelve. Toch was zijn boodschap niet mis te verstaan. Vlaanderen wil graag verder in Brussel investeren, "maar alleen als het er ook iets te zeggen heeft." In een Brussel waar Nederlands- en Franstaligen samenvloeien in één melting pot, is de N-VA niet geïnteresseerd.

Meer concreet ging het over het doelpubliek waar de talrijke Vlaamse middelen naartoe vloeien in Brussel. Moet de dertigprocentnorm, die jaren geleden is afgesproken, gehandhaafd blijven? Moet Vlaanderen een dienstverlening uitbouwen voor 330.000 Brusselaars, ook al zijn de Vlamingen in Brussel nog niet met de helft? Voor Brussels parlementslid Paul De Ridder (N-VA) is dat geen evidentie, bleek op het debat achteraf. "Het is niet omdat we dat voor cultuur bereikt hebben, dat we dat ook voor onderwijs moeten vooropstellen. Misschien kunnen we beter eerst aan kwaliteit werken."

Peumans wijst op de wrevel die in Vlaanderen leeft over het vele Vlaamse geld dat naar Brussel vloeit en dat voor een deel terechtkomt bij Brusselaars die weinig uit te staan hebben met de Vlaamse gemeenschap. Zo is het intussen zo goed als zeker dat de Brusselse kinderen die in het Vlaamse onderwijs zitten, niet allemaal 'Vlamingen' zullen worden. Dat werd vroeger wel eens geopperd. Vandaag gelooft niemand nog dat de Vlaamse scholen in Brussel daadwerkelijk 'zieltjes winnen'.

Jean-Luc Vanraes, voorzitter van de Raad van de VGC (Open VLD), begrijpt het wantrouwen vanuit Vlaanderen niet goed. De Vlamingen in de Brusselse regering voeren, via het VGC-college, wel degelijk een beleid in Brussel. En aan de 30%-norm mag niet getornd worden, vindt Vanraes, ook niet voor onderwijs. "Daarvoor zijn de uitdagingen te groot."

Of Vlaanderen een Brussels doelpubliek van dertig of twintig procent moet beogen, is een discussie die al een tijdje sluimert. Vraag is of die in de nabije toekomst ook echt beslecht zal worden, of, met andere woorden, Vlaanderen de 30%-norm, die nu nog in het Vlaams regeerakkoord staat, officieel zal laten varen. Als Vlaanderen dat doet, zal ten minste in Brussel de indruk gewekt zijn dat Vlaanderen zijn hoofdstad voor een stuk heeft opgegeven. Het Vlaams regeerakkoord van over twee jaar wordt de lakmoesproef.

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Politiek

Lees ook

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni